Wijzigingen in de inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2024 naar aanleiding van aanbevelingen in het Rapport Arbeidsmarktonderzoek Sociale Advocatuur van Panteia
In opdracht van de Raad voor Rechtsbijstand en in nauwe samenwerking met de Nederlands orde van advocaten (NOvA) heeft onderzoeksbureau Panteia in 2022 onderzoek gedaan naar de arbeidsmarkt voor de sociale advocatuur.
In het in september 2022 door Panteia gepubliceerde rapport is onder meer de aanbeveling gedaan om de specialisatievereisten voor rechtsgebieden die nauw met elkaar verbonden zijn te vereenvoudigen. Het rapport wijst daarbij met name op de specialisatie civiel jeugdrecht.
Het Plan van Aanpak Sociale Advocatuur van Minister Weerwind, dat op 20 april jl. aan de Kamer is gepresenteerd, verwijst ook naar deze aanbeveling en naar de verschillen tussen de eisen van de Raad en de eisen in het rechtsgebiedenregister van de NOvA, dat de NOvA in 2019 heeft ingevoerd.
De Raad heeft daarom in overleg met de NOvA aanleiding gevonden om in 2024 een aantal wijzigingen in de inschrijvingsvoorwaarden door te voeren om de eisen die de Raad en de eisen die de NOvA stelt beter op elkaar af te stemmen. De Raad en de NOvA overleggen in 2024 verder over mogelijke andere aanpassingen van de inschrijvingsvoorwaarden in lijn met bovengenoemde aanbevelingen.
Het gaat voor de inschrijvingsvoorwaarden 2024 om de volgende wijzigingen:
Artikel 6a (strafrecht) -Verlaging aantal punten strafrecht van 12 per jaar naar 10 per jaar
De NOvA hanteert sinds de invoering van het rechtsgebiedenregister voor registratie en voortzetting van de registratie van het hoofdrechtsgebied strafrecht dat 10 punten op dat terrein moeten zijn behaald.
De Raad heeft in overleg met de NOvA besloten om het aantal opleidingspunten dat advocaten jaarlijks moeten behalen op het terrein van het strafrecht om de inschrijving voor de specialisatie strafrecht voort te zetten te verlagen van 12 naar 10 punten per jaar. De eisen van de Raad sluiten zo voor deze specialisatie beter aan bij de eisen die de NOvA stelt.
Artikel 6b en Bijlage 5 (jeugdstrafrecht en civiel jeugdrecht) en Artikel 6i en 6j (bijzonder curator) - Voorstellen met betrekking tot het voorkomen van het stapelen van opleidingspunten
De Raad heeft voor de specialisaties bijzondere curatoren (1:212 en 1:250 BW zaken), jeugdstrafrecht en civiel jeugdrecht enkele wijzigingen opgenomen die ertoe dienen om een te grote stapeling van punten te voorkomen voor advocaten die bij de Raad ingeschreven staan voor specialisaties die nauw met elkaar verwant zijn en die bij de NOvA onder één hoofdrechtsgebied vallen.
Het gaat om de volgende wijzigingen:
- Advocaten kunnen opleidingspunten op het terrein van het civiel jeugdrecht tot een maximum van 4 punten per jaar ook opgeven voor de voortzetting van de specialisatie personen- en familierecht. Advocaten kunnen niet vice versa opleidingspunten op het terrein van het personen- en familierecht opgeven voor civiel jeugdrecht.
- Advocaten kunnen opleidingspunten op het terrein van het jeugdstrafrecht tot een maximum van 4 punten per jaar ook opgeven voor de voortzetting van de specialisatie strafrecht. Advocaten kunnen niet vice versa ook opleidingspunten op het terrein van het strafrecht opgeven voor het jeugdstrafrecht.
- Advocaten kunnen opleidingspunten op het terrein van de specialisatie bijzonder curator tot een maximum van 4 punten per jaar ook opgeven voor de voortzetting van de specialisatie personen- en familierecht (bijzonder curator 1:212 BW) of opgeven voor personen- en familierecht en civiel jeugdrecht (1:250 BW). Advocaten kunnen niet vice versa opleidingspunten op het terrein van het personen- en familierecht opgeven voor de specialisatie bijzonder curator 1:212 BW of opleidingspunten op het terrein van het personen- en familierecht of civiel jeugdrecht opgeven op het terrein van de specialisatie bijzonder curator 1:250 BW.
Artikel 6g en bijlage 3 (personen- en familierecht) -aanmelding hoofdpraktijk burgerlijk recht (en leerpraktijk familierecht) volstaat voor inschrijving
Advocaat-stagiaires die de beroepsopleiding advocatuur (BA) volgen kunnen zich op dit moment pas aan het eind van het eerste jaar van de BA bij de Raad inschrijven voor de specialisatie personen- en familierecht omdat zij eerst de hoofdpraktijk burgerlijk recht moeten hebben gevolgd. Alleen als zij eerder daarnaast ook een basisopleiding personen- en familierecht volgen kunnen zij zich eerder (op het moment van aanmelding) inschrijven.
De verplichting om de hoofdpraktijk burgerlijk recht gevolgd te hebben vervalt in de inschrijvingsvoorwaarden 2024.
Advocaat-stagiaires kunnen zich vanaf 1 januari 2024 inschrijven voor de specialisatie personen- en familierecht op basis van een bewijs van aanmelding bij de BA voor de hoofdpraktijk burgerlijk recht én een bewijs van aanmelding voor de leerpraktijk familierecht.
Omdat advocaat-stagiaires de leerpraktijk pas in het tweede jaar van de beroepsopleiding volgen, hanteert de Raad voor deze advocaat-stagiaires een ruimere termijn van voorwaardelijke inschrijving van 2 jaar.
Het laten vervallen van deze eis verlaagt de drempel iets om advocaat-stagiaires op het terrein van het personen- en familierecht na aanvang van de beroepsopleiding direct op dit terrein aan de slag te laten gaan.
Lees meer:
Arbeidsmarktonderzoek sociale advocatuur gepubliceerd
Kamerbrief over plan van aanpak sociale advocatuur