Wijziging besluit vergoedingen rechtsbijstand per 1 juli 2024: wijziging reiskostenvergoeding piket binnen ressort en vergoeding asielrechtsbijstand
De Minister voor Rechtsbescherming wijzigt met ingang van 1 juli 2024 het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr).
De meeste wijzigingen uit dit besluit zijn al opgenomen in een anticiperende beleidsregel van de Raad voor Rechtsbijstand die per 1 juli 2023 in werking trad. De Raad informeerde u eerder hierover in onze nieuwsbrief van 14 juni 2023.
Enkele andere wijzigingen uit dit besluit waren nog niet in de anticiperende beleidsregel opgenomen omdat daarin alleen begunstigende maatregelen opgenomen kunnen worden. Deze wijzigingen gaan in per 1 juli 2024.
Wijzigingen
- Een verlaging van de reiskostenvergoeding in geval van piketrechtsbijstand binnen het ressort van de rechtsbijstandverlener van € 0,37 naar € 0,23 per kilometer.
Zoals wij u in de nieuwsbrief van 14 juni 2023 berichtten, besloot het ministerie de koppeling van de reiskostenvergoeding met de CAO Rijk te verlaten en aan te sluiten bij de belastingvrije vergoeding van reiskosten door de werkgever op grond van de Wet op de loonbelasting 1964. Zodat (uiteindelijk) sprake is van een uniform tarief.
Vanaf 1 juli 2024 geldt voor alle reiskosten een uniform tarief van € 0,23 per kilometer. In het geval van de reiskostenvergoeding voor piketrechtsbijstand binnen het ressort van de rechtsbijstandverlener betekent dit een verlaging van € 0,37 naar € 0,23 per kilometer. Zie de uitgebreide toelichting in paragraaf 1.1 van het besluit.
- Een verduidelijking dat alleen een vergoeding voor reiskosten en reistijdverlet wordt toegekend bij reizen naar een asielzoeker die zich in een Aanmeldcentrum bevindt en niet bij reizen naar een asielzoeker in andere gevallen (wijziging van artikel 24, tweede lid en artikel 25, tweede lid Bvr). Zie de uitgebreide toelichting in paragraaf 1.2 van het besluit.
- Het niet toekennen van een zittingstoeslag van 2,5 punten in asielprocedures waarin reeds op grond van artikel 5a vierde lid van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand een toeslag van 4 punten wordt toegekend voor de behandeling van de voorlopige voorziening omdat het verzoek om de voorlopige voorziening afzonderlijk - anders dan gevoegd, gelijktijdig, aansluitend of nagenoeg aansluitend met de hoofdzaak - ter zitting is behandeld. Zie de uitgebreide toelichting in paragraaf 1.5 van het besluit.
Tot slot wordt in het Bvr opgenomen dat bij de aanvraag tot vaststelling een specificatie hoort van de met die rechtsbijstandverlening gemoeide tijdsbesteding, volgens door het bestuur gestelde regels. Deze wijziging is in lijn met een aanbeveling in het rapport van de Commissie van der Meer uit 2017.
Deze wijziging wordt door de Raad nog niet uitgevoerd. Wij zullen eerst met de NOvA bezien op welke wijze nader uitvoering gegeven kan worden aan deze wijziging. En hoe het huidige beleid, waarbij advocaten alleen gespecificeerde urenstaten moeten overleggen in uitgebreide advieszaken en bewerkelijke zaken, moet worden aangepast. Zie de uitgebreide toelichting in paragraaf 1.4 van het besluit.
Lees meer
- Besluit tot wijziging van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000
- Anticiperende Beleidsregel van de Raad voor Rechtsbijstand
- Artikel e-nieuwsbrief 14 juni 2023: De reiskostenvergoeding en de vergoeding voor rechtsbijstand bij vervolgverhoren van verdachten wijzigen per 1 juli 2023
- Eindrapport Commissie van der Meer I uit 2017