Minderjarigen in A-zaken: vergoeding van 1,5 punt per vervolgverhoor voor vervolgverhoren vanaf 22 december 2022
Op 1 juni 2019 is een wet in werking getreden die - in navolging van Europese regelgeving - verplicht stelt dat een advocaat aanwezig is bij ieder verhoor van een minderjarige. Dit heeft er in de praktijk toe geleid dat advocaten vaker aanwezig moeten zijn bij vervolgverhoren.
De toenmalige minister voor Rechtsbescherming heeft naar aanleiding van het inwerkingtreden van deze wet de Tweede Kamer op 2 september 2019 per brief geïnformeerd dat de vervolgverhoren bij minderjarigen in lichte- en middelzware zaken (de zogenaamde B en C zaken) worden vergoed met 1,5 punt per vervolgverhoor bovenop de 1,5 punt voor het eerste verhoor. De vergoeding in de zware zaken (A-zaken, misdrijven waarvoor een gevangenisstraf van 12 jaar of meer opgelegd kan worden) bleef gelijk, daar wordt momenteel eenmalig 3 punten toegekend voor het eerste verhoor inclusief eventuele vervolgverhoren.
Uitspraak rechtbank Den Haag
Op 22 december 2022 heeft de rechtbank Den Haag uitspraak gedaan over de vergoeding voor vervolgverhoren in A-zaken van aangehouden minderjarige verdachten. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beleid van de Raad voor Rechtsbijstand inzake vergoedingen voor vervolgverhoren in A-zaken van minderjarige verdachten in strijd is met art. 18 Richtlijn (EU) 2016/900 en dat deze vervolgverhoren ook in A-zaken moeten worden vergoed tegen 1,5 punt.
Vergoeding van 1,5 punt per vervolgverhoor voor vervolgverhoren vanaf 22 december 2022
De Raad heeft met het ministerie overlegd over de uitspraak. Het ministerie heeft de Raad verzocht om - vanwege principieel-juridische redenen - in hoger beroep te gaan tegen de uitspraak.
Het ministerie heeft besloten om in afwachting van het hoger beroep de rechtsbijstand bij vervolgverhoren van minderjarigen in zware zaken (A-zaken) conform de uitspraak te vergoeden met 1,5 punt per vervolgverhoor. Die vergoeding komt dus bovenop de vergoeding van 3 punten voor het eerste verhoor. De aanvullende vergoeding voor vervolgverhoren in A-zaken van minderjarigen wordt hiermee in lijn gebracht met de aanvullende vergoeding voor vervolgverhoren in B- en C- zaken van minderjarigen.
De vergoeding geldt voor vervolgverhoren die hebben plaatsgevonden op of na 22 december 2022 (de datum van de uitspraak van de rechtbank Den Haag). Vervolgverhoren in A-zaken van minderjarigen die vóór deze datum hebben plaatsgevonden, komen niet voor vergoeding in aanmerking.
Voor de rechtsbijstand gelden de uit het Besluit vergoedingen rechtsbijstand voortvloeiende toeslagen voor rechtsbijstand in het weekend of op feestdagen en reiskostenvergoeding.
Heroverweging beleid ten aanzien van rechtsbijstand bij vervolgverhoren
Al vóór de uitspraak van de rechtbank Den Haag was het ministerie bezig om - in overleg met de Raad en de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) - het beleid voor de vergoeding van rechtsbijstand bij vervolgverhoren te heroverwegen. Het gaat hierbij over het vergoedingenbeleid ten aanzien van zowel jeugdigen als volwassenen. Ondanks het instellen van hoger beroep om principiële redenen tegen deze individuele uitspraak, zal dit proces van heroverweging worden voortgezet. Uiteraard zal hierover nadere communicatie plaatsvinden zodra dit traject is afgerond.