Liesbeth Hulst bijzonder hoogleraar ‘Toegang tot het Recht en Gesubsidieerde Rechtsbijstand’ aan de Universiteit van Amsterdam
Liesbeth Hulst is per december 2024 bijzonder hoogleraar ‘Toegang tot het Recht en Gesubsidieerde Rechtsbijstand’ aan de Universiteit van Amsterdam bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De bijzondere leerstoel richt zich vanuit de wetenschap op de vraag hoe de toegang tot het recht verbeterd kan worden voor burgers die zijn aangewezen op het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand en welke rol de gesubsidieerde rechtsbijstand daarin zelf speelt. We spreken Liesbeth Hulst over hoe zij invulling gaat geven aan dit hoogleraarschap en wat haar daarin motiveert.
Een rechtstaat die werkt voor iedereen
Hulst: “Wat mij motiveert, is dat ik ook in mijn eigen empirische onderzoek heb gezien dat het cruciaal is dat mensen ervaren dat de rechtsstaat ook voor hen werkt als zij een rechtsprobleem hebben. Die ervaring draagt bij aan vertrouwen in de rechtsstaat. Ook bij de mensen in hun omgeving. Dat is belangrijk, omdat ik in onderzoek al langer zie dat mensen binnen en buiten de rechtbank denken dat rechters heel ver afstaan van mensen zoals zijzelf en dat dit gepaard gaat met minder vertrouwen. Dat was al zo ruim voor de publieke aandacht voor de gevolgen van de gaswinning in Groningen en de toeslagenaffaire. Dat iedereen zich onderdeel van de rechtsstaat voelt, is om diverse wetenschappelijk onderbouwde redenen ook een kwestie van eigenbelang voor de overheid en alle juridische spelers. En toch staan we voor hele grote uitdagingen in de toegang tot het recht. Niet in de laatste plaats door de dreigende tekorten in de sociale advocatuur.”
“Hoe kunnen we toegang tot het recht verbeteren? Hoe kan gesubsidieerde rechtsbijstand daarin bijdragen? Waar zitten de obstakels in de toegang tot het recht en rechtsbescherming? En hoe kunnen we die inperken?”, vraagt Hulst zich af. “Ik wil de wetenschappelijke basis voor hoe de toegang tot het recht te verbeteren helpen versterken. Dat deze leerstoel al was ingesteld door de Raad voor Rechtsbijstand en Universiteit van Amsterdam, past bij dat de Staatscommissie Rechtsstaat zegt dat een wetenschappelijke basis cruciaal is voor het onderbouwen van keuzes rond de toegang tot het recht.”
“Bij de invulling van deze leerstoel zet ik mijn kennis en ervaring vanuit de juridische wereld en onderzoekpsychologie in. Met die dubbele lens kijk ik al langer naar de rechtspraktijk. Zoals ik dat heb gedaan in mijn vorige onderzoeken wil ik ook nu mede vanuit het perspectief van rechtzoekenden kijken naar het toegang tot het recht.”

Hoe dient het recht de maatschappij?
Hulst: “Ik heb in mijn eerdere empirische onderzoeken al meer zicht gekregen op hoe rechtzoekenden juridische uitkomsten, juridische procedures en interacties met juridische spelers ervaren. En via onderzoeken heb ik ook al meer zicht gekregen in wat rechters en advocaten kunnen doen om ervaren rechtvaardigheid en vertrouwen onder rechtzoekenden te versterken.” Eerder onderzocht Hulst bijvoorbeeld hoe mensen met problematische schulden of mensen die hun huurwoning dreigden te verliezen hun rechtbankzitting ervaarden. Er stonden voor deze mensen cruciale uitkomsten op het spel, maar ook de manier waarop zij zich in hun zitting behandeld voelden, bleek sterk hun vertrouwen in rechters te beïnvloeden. Een andere rechtbankstudie liet zien dat juist voor mensen die dachten dat rechters heel ver afstonden van mensen zoals zijzelf, de manier waarop zij zich in hun zitting door de rechter behandeld voelden, extra sterk hun vertrouwen in het recht stuurde. Hulst: “ Ik wil ook nu via empirisch onderzoek een wetenschappelijke basis leggen. Ik kijk daarbij ook naar de positie van rechtzoekenden en juristen en probeer hun gedrag te begrijpen.”
Belangrijk is dat Hulst in haar onderzoeken heeft gekeken naar de ervaringen van groepen mensen die in regel vaker zijn aangewezen op het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand en naar de zaaksoorten die daarin vaker voorkomen. Hulst vervolgt: “Ook voor de leerstoelinvulling blijft het onderzoeksgereedschap dat ik eerder ontwikkelde behulpzaam. Juist omdat binnen de juridische discipline nog niet zo lang en vaak vanuit het perspectief van de burger wordt gekeken. En ook omdat de kennis binnen de empirische gedragswetenschappen voor het overgrote deel is gebaseerd op onderzoek onder studenten in nagespeelde situaties.”
Ze vervolgt: “Ik kijk naar de hoe de rechtsbijstand aansluit bij mensen en de moderne samenleving. Zo keek ik in eerder onderzoek bijvoorbeeld naar hoe letselschadeslachtoffers juridische procedures ervaren en wat zij zelf belangrijk vinden voor schadeherstel. Ik maakte de vertaalslag naar hoe wetgeving en juridische schadeafwikkelingspraktijken daarop kunnen aansluiten om ook het wettelijke doel van herstel beter te behalen. Hoe kunnen we het recht, rechtsbijstand en wat mensen en de samenleving nodig hebben op elkaar laten aansluiten? Dat ik als voormalig advocaat en onderzoeker de juridische kant ken, helpt me om ook die vertaalslag maken.”
Burgerperspectief onder de aandacht brengen
Naast het leggen van de wetenschappelijke basis wil Hulst bovenal het frame van de sociaal advocatuur voor de burger in het rechtenonderwijs versterken, ook in samenwerking met de praktijk. Ze wil de obstakels daarvoor helpen overwinnen. En ze wil juristen in opleiding leren over het burgerperspectief. Hulst: “Hoe kunnen zij burgers onderdeel laten voelen van de rechtsstaat, gewoon binnen hun professionele rol? Daar wil ik de ondersteuning voor aandragen. Het perspectief vanuit rechtzoekenden en het perspectief vanuit de jurist bij elkaar brengen.”
Wil je meer lezen over Liesbeth Hulst en haar bijzonder hoogleraarschap aan de UvA? Lees het artikel: Hoe kan het recht voor iedereen werken? - Universiteit van Amsterdam