De reiskostenvergoeding en de vergoeding voor rechtsbijstand bij vervolgverhoren van verdachten wijzigen per 1 juli 2023
Het ministerie van Justitie en Veiligheid (hierna: het ministerie) heeft de Raad voor Rechtsbijstand (hierna: de Raad) gevraagd om een aantal vergoedingen aan te passen. Deze wijzigingen gelden voor de reiskostenvergoeding, de vergoeding voor rechtsbijstand bij vervolgverhoren en voor de toeslag van 2,5 punt bij aanvullende werkzaamheden na een gegrond (hoger) beroep.
Het ministerie heeft hierover de afgelopen maanden overleg gevoerd met de Raad en andere betrokken partijen. Het ministerie neemt onder meer de genoemde beleidswijzigingen op in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) waarmee het Besluit vergoedingen rechtsbijstand (Bvr) en het Besluit toevoeging mediation (Btm) worden gewijzigd. Het is de bedoeling dat deze AMvB per 1 april 2024 in werking treedt. In aanloop hiernaar stelt het ministerie ook een anticiperende beleidsregel op, zodat de genoemde beleidswijzigingen al per 1 juli 2023 in werking kunnen treden.
De volgende vergoedingen wijzigen per 1 juli 2023:
De reiskostenvergoeding
De reiskostenvergoeding voor het reizen naar de zitting, het reizen naar personen van wie de vrijheid is ontnomen en in piketzaken voor het reizen naar piketmeldingen buiten het ressort van de advocaat stijgt per 1 juli 2023 van € 0,09 per kilometer naar € 0,21 per kilometer. Hiermee wordt aangesloten bij de maximale belastingvrije vergoeding zoals opgenomen in de Wet op de loonbelasting 1964.
De reiskostenvergoeding in piketzaken voor het reizen naar piketmeldingen binnen het ressort van de advocaat blijft vooralsnog ongewijzigd (€ 0,37 per kilometer).
De vergoeding voor rechtsbijstand bij vervolgverhoren
Met ingang van 1 juli 2023 kent de Raad in het geval van rechtsbijstand bij vervolgverhoren boven op de vergoeding voor het eerste verhoor éénmalig een aanvullende forfaitaire vergoeding van 1,5 punt toe, ongeacht het aantal aanvullende verhoren.
Dit geldt voor vervolgverhoren in de volgende situaties:
• Bij aangehouden minderjarige en meerderjarige verdachten in zware en middelzware strafzaken (de zogenoemde A- en B-zaken)
• Bij aangehouden minderjarigen in lichte strafzaken (de zogenoemde C-zaken)
• Bij ontboden minderjarigen in A-, B- en C-zaken (bij C-zaken alleen de misdrijven).
Verruiming voorwaarden toeslag van 2,5 punt bij aanvullende werkzaamheden na gegrond (hoger) beroep
In bepaalde asielprocedures geldt op grond van artikel 5a, vijfde lid Besluit vergoedingen rechtsbijstand 2000 (Bvr) een aanvullende vergoeding van 2,5 punt indien er na een gegrond beroep of hoger beroep een aanvullend nader gehoor wordt afgenomen of hernieuwd voornemen wordt uitgebracht. Deze aanvullende vergoeding van 2,5 punt is per 1 juli 2023 ook van toepassing in asielprocedures bij intrekking van de beschikking tijdens het beroep of hoger beroep.