Art. 11 Bvr Samenhangende procedures

Let op: deze werkinstructie geldt voor toevoegingen die zijn aangevraagd op of na 1 september 2022.

Artikel 11 Bvr

Benodigde stukken / informatie

Zie werkinstructie vaststellen Art. 28 Bvr.

Vaststelbeleid

Algemeen

In artikel 11 Bvr is aangegeven dat een samenhangende zaak zich op twee manieren kan voordoen:

1. Er is sprake van een groep rechtzoekenden die hetzelfde rechtsprobleem hebben en die één of meer dan één zaak heeft.

2. Er is sprake van één rechtzoekende die meer dan één zaak heeft.

In beide gevallen kunnen de zaken zodanig samenhangen dat de advocaat aan de tweede en volgende zaak minder tijd zal besteden dan aan de eerste zaak. Je toetst of er sprake is van samenhang ongeacht of de advocaat dit in zijn declaratie aangeeft. Samenhang hoeft niet altijd vooraf te zijn gemeld, dus staat er niet altijd een code SH of aanduiding groepstoevoeging op de toevoeging.

Zorg er voor dat je alle aanvragen waar de samenhang betrekking op heeft bij elkaar zoekt in de werkvoorraad en naar je persoonlijke inbox haalt.

Als de advocaat nog niet alle zaken heeft gedeclareerd, kun je de vergoeding nog niet vaststellen. Je maakt dan de aanvraag onvolledig met tekstcode 509 (Samenhang, andere toevoeging ontbreekt).

Uitgangspunt in het bestuursrecht is dat je de meest gunstige beslissing voor de belanghebbende neemt. Bij samenhangende zaken stel je daarom de vergoeding vast op de voor de advocaat meest voordelige wijze.

Samenhangende zaken

(toevoeging aangevraagd op of na 1 september 2022)
De samenhangregeling van artikel 11 Bvr is van toepassing op procedures, voortijdig beëindigde procedures, advieszaken en alle combinaties daarvan. Zie verder onder:

1. Samenhangende procedures;
2. Samenhangende voortijdig beëindigde procedures;
3. Samenhangende advieszaken;
4. Samenhangende combinaties.

1. Samenhangende procedures

Als de procedures betrekking hebben op dezelfde problematiek en een gelijk of nagenoeg gelijk verloop kennen, neem je aan dat sprake is van samenhang. Het is daarbij niet van belang of een zitting heeft plaatsgevonden. Aanknopingspunten voor het bepalen van een (nagenoeg) gelijk verloop zijn bijvoorbeeld:

• Als de rechter of een andere instantie zaken van een advocaat of zijn kantoorgenoot voegt, gelijktijdig of -nagenoeg- aansluitend op een (eind)zitting behandelt, neem je aan dat er samenhang is.
• Als de rechter of een andere instantie verknochte zaken zonder zitting gezamenlijk af doet. 
  Bijvoorbeeld:
    1. De rechter doet beroep en voorlopige voorziening kennelijk (buiten zitting) af;
    2. Een hoger beroep en een voorlopige voorziening worden bij de Raad van State behandeld zonder zitting en eindigen in één beslissing of eindigen in twee beslissingen van dezelfde datum.

2. Samenhangende voortijdig beëindigde procedures

Als de voortijdig beëindigde procedures betrekking hebben op dezelfde problematiek en een gelijk of nagenoeg gelijk verloop kennen, neem je aan dat sprake is van samenhang.

Aanknopingspunt voor het bepalen van een (nagenoeg) gelijk verloop kan zijn dat de werkzaamheden zijn verricht in (nagenoeg) dezelfde periode of overlappende periode. Dat kan bijvoorbeeld blijken uit de urenstaat.

Voorbeeld:
De advocaat vraagt twee toevoegingen aan voor een echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek. Partijen verzoenen zich nadat het echtscheidingsverzoek bij de rechtbank is ingediend, maar voordat de zaak op zitting dient. Je vergoedt de zaken op samenhang.

3. Samenhangende advieszaken

Eén rechtzoekende: Bij meerdere advieszaken van één rechtzoekende met hetzelfde rechtsbelang is de samenhangregeling niet van toepassing. De werkzaamheden vallen onder het bereik van één toevoeging. (art. 29 lid 4 Bvr)

Meerdere rechtzoekenden: Als de advieszaken betrekking hebben op dezelfde problematiek en een gelijk of nagenoeg gelijk verloop kennen, neem je aan dat sprake is van samenhang.

Aanknopingspunt voor het bepalen van een (nagenoeg) gelijk verloop kan zijn dat de werkzaamheden zijn verricht in (nagenoeg) dezelfde periode of overlappende periode. Dat kan bijvoorbeeld blijken uit de urenstaat.

Voorbeeld:
Een groep huurders heeft een geschil met de woningbouwvereniging. De advocaat vraagt meerdere toevoegingen aan. In de loop van de onderhandelingen melden meer huurders zich bij de advocaat. Ook voor deze rechtzoekenden vraagt de advocaat toevoegingen aan. De advocaat sluit namens de huurders een minnelijke schikking met de woningbouwvereniging. Hoewel een aantal huurders later is aangesloten is het zaakverloop verder gelijk. Je vergoedt de zaken op samenhang.

4. Samenhangende combinaties

Alle combinaties van procedures, voortijdig beëindigde procedures en advieszaken kunnen samenhangen. Ook hier moeten de zaken betrekking hebben op dezelfde problematiek een gelijk of nagenoeg gelijk verloop kennen.

Voorbeeld:
Een groep huurders heeft een geschil met de woningbouwvereniging. De advocaat vraagt toevoegingen aan voor vijf rechtzoekenden. De advocaat voert voor rechtzoekende 1 een volledige procedure, bij rechtzoekende 2 wordt de procedure ingetrokken vóór de zitting en voor rechtzoekenden 3 tot en met 5 blijft het bij advies. Je vergoedt de zaken op samenhang.

=============================

Verknochtheid van zaken / zelfde problematiek

Niet alle zaken die toevallig door de advocaat achter elkaar op dezelfde zittingsdag worden bijgewoond of een (nagenoeg) gelijk verloop hebben, worden aangemerkt als samenhangende zaken. De zaken moeten ook inhoudelijk verknocht zijn. Er moet sprake zijn van inhoudelijke samenhang in die zin dat de zaken betrekking hebben op dezelfde problematiek. Dit is bijvoorbeeld het geval als meerdere rechtzoekenden gezamenlijk één vordering instellen of bij de uitspraak van een voorlopige voorziening in een bestuurszaak tegelijkertijd ook de hoofdzaak wordt afgedaan.

Of er sprake is van verknochtheid kan worden getoetst aan de volgende omstandigheden:

1. Is er sprake van hetzelfde of een ander feitencomplex?
2. Is er sprake van nagenoeg dezelfde of uiteenlopende rechtsvragen?

Zijn het feitencomplex en de rechtsvragen nagenoeg hetzelfde, dan is er sprake van verknochtheid. Denk hierbij aan meerdere besluiten van de gemeente die zien op dezelfde aanleiding, bijvoorbeeld een politie-inval (ECLI:NL:RVS:2023:2872).

Als er sprake is van een verschillend feitencomplex en/of uiteenlopende rechtsvragen, dan is er geen sprake van verknochtheid. Denk hierbij aan een loonprocedure die ziet op uitvoering van de arbeidsovereenkomst en een schadeprocedure die ziet op onrechtmatige concurrentie (ECLI:NL:RVS:2023:2733).

Voorbeelden berekening samenhang

Zie: Voorbeelden berekening samenhang art. 11 Bvr

Maximering forfait

In advieszaken en voortijdig beëindigde procedures maximeer je het aantal punten op het forfait van de bijbehorende zaakcode. Dit geldt ook in samenhangende zaken. Je rekent als volgt:

1. Je bepaalt per toevoeging wat het maximale aantal punten is, rekening houdende met de maximering;
2. Voor de samenhangberekening ga je uit van de zaak met het hoogste puntenaantal.

Je licht de DEC-beslissing(en) toe met tekstcode 474: "In (samenhangende) advieszaken en voortijdig beëindigde procedures maximeert de Raad het aantal punten op het forfait van de bijbehorende zaakcode. (Artikel 12 lid 4 Bvr)".

Voorbeeld:
Toevoeging 1, zaakcode 12 punten: declaratie als procedure. Forfait = 12 punten
Toevoeging 2, zaakcode 13 punten: declaratie als zwaar advies. Forfait = 10 punten. Dit is lager dan het bijbehorende procedureforfait; maximering is daarom niet van toepassing.

Bij samenhang ga je uit van 12 punten.

Voorbeeld:
Toevoeging 1, zaakcode 8 punten: declaratie als procedure. Forfait = 8 punten
Toevoeging 2, zaakcode 9 punten: declaratie als zwaar advies. Forfait = 10 punten. Dit is hoger dan het bijbehorende procedureforfait van 9 punten.

Je maximeert de vergoeding op 9 punten. Bij samenhang ga je uit van 9 punten.

Basisforfait één rechtzoekende

Is sprake van één rechtzoekende met meerdere zaken, dan pas je artikel 11 lid 3 Bvr toe. Hierbij houd je rekening met de maximering van het forfait. Je houdt geen rekening met toeslagen. Voor de tweede en elke volgende zaak ken je 50% toe van het basisforfait.

Administratieve verwerking één rechtzoekende

Je stelt de volledige vergoeding vast op één toevoeging (de zaak met de meeste punten). Als je afwijkt van de opgave van de advocaat licht je de DEC-beslissing toe met standaardtekst 439 (Samenhang). Je stelt alle toeslagen en kilometers op de hoofdtoevoeging vast.

Bij de andere zaak/zaken geef je aan dat de vergoeding op nihil gesteld wordt, met een verwijzing naar de samenhangende toevoeging. Je licht de NUL-beslissing(en) altijd toe met tekstcode 412 (Nul vaststelling samenhang).

Basisforfait meerdere rechtzoekenden (groepszaken)

Is sprake van meerdere rechtzoekenden met meerdere zaken, dan pas je artikel 11 lid 2 Bvr toe. Hierbij houd je rekening met de maximering van het forfait. Je houdt geen rekening met toeslagen.

Dit puntenaantal vermenigvuldig je met het toepasselijke percentage, dit percentage bepaal je aan de hand van het aantal zaken: 2-3: 150%; 4-6: 200%; 7-10: 300%; 11-15: 400%; 16-21: 500%; elke volgende 10: 100% extra. (Hoogste aantal punten x percentage = totaal aantal punten)

Voorbeeld:
Rechtzoekende A heeft drie toevoegingen voor drie procedures V010 (8 punten). Hetzelfde geldt voor rechtzoekende B. Alle zes de procedures zijn naar hun aard verknocht en gevoegd behandeld.

Er zijn zes toevoegingen verstrekt. Dit valt in de categorie 4 tot 6 toevoegingen = 200%. Het basisforfait bedraagt dan 200% x 8 punten = 16 punten.

Administratieve verwerking bij meerdere rechtzoekenden

Als er sprake is van samenhangende zaken met meerdere rechtzoekenden, maak je een handmatige berekening. Dit is van belang voor de hoogte van de eventueel terug te vorderen vergoeding bij een mogelijke hercontrole van het inkomen.
Je verdeelt de vergoeding over de toevoegingen, waarbij je een onderscheid maakt tussen zaakspecifieke toeslagen en verdeelbare toeslagen. Heeft de toeslag op meerdere zaken betrekking, dan is het een verdeelbare toeslag. Heeft de toeslag op één zaak betrekking, dan is het een zaakspecifieke toeslag.

Berekening:
1. Je berekent eerst het samenhangende basisforfait. Dit doe je door het puntenaantal van de zaakcode te vermenigvuldigen met de samenhangtoeslag zoals bepaald in art. 11 lid 2 Bvr/ art. 21 lid 2 Bvr. Het  totale samenhangende basisforfait verdeel je evenredig over het aantal toevoegingen;

2. Vervolgens bereken je de toeslagen. Je beoordeelt of er sprake is van een zaakspecifieke toeslag of een verdeelbare toeslag.

a. De opvolgingstoeslag is altijd zaakspecifiek. Deze toeslag verdeel je niet, maar stel je alleen vast op de toevoeging(en) waarbij deze aan de orde zijn.
b. De zittingstoeslag beoordeel je aan de hand van het verloop van de zaak. Dit doe je als volgt: Is voor beide toevoegingen dezelfde extra zitting geweest, dan bestaat er recht op éénmaal de toeslag die je verdeelt over beide toevoegingen.

3. Je berekent het totaal aantal kilometers en de bijbehorende reistijdvergoeding in punten. Het totaal aantal kilometers verdeel je evenredig over het aantal toevoegingen. Het totaal aantal punten ten behoeve van de reistijd, verdeel je eveneens evenredig over het aantal toevoegingen. Let op, dit betekent dat je soms de door het systeem berekende reistijdvergoeding handmatig moet overschrijven.

4. Je licht je berekening toe op het vaststellingsbesluit.

Reistijd/reiskosten

Reistijd en reiskosten vergoed je slechts één maal per zitting, omdat de advocaat eenmaal kosten maakt voor het reizen naar de zitting. Ook als rechtzoekenden zijn bijgestaan door verschillende kantoorgenoten (artikel 24 Bvr binnenland, artikel 24 Bvr buitenland).

Administratieve kostenvergoeding

Je kent per toevoeging de administratieve kosten toe, omdat deze kosten per zaak worden gemaakt. De kostenvergoeding stel je vast op de hoofdtoevoeging (artikel 27 Bvr).

Oud beleid

Voor toevoegingen die zijn aangevraagd tot 1 september 2022 geldt het oude beleid.

Achtergrondinformatie

Nota van toelichting Bvr 2000

Nota van toelichting AMvB 2022 wijziging van het Bvr 2000, het Btm en het Vreemdelingenbesluit 2000