Voorbeelden Art. 8 Bvr en Art. 8 Btm

1.1. Eerste voorlopige voorziening

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure (P015). Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2.

Partij B heeft de gezamenlijke huurwoning verlaten en woont tijdelijk in bij zijn ouders. Partij B verzoekt in voorlopige voorziening dat hij het gebruik van de gezamenlijke huurwoning krijgt toegewezen.

Partij A dient een verweerschrift in omdat zij de dagelijkse zorg voor de kinderen heeft en daarom meer belang bij de woning heeft.

De rechter doet uitspraak en wijst het verzoek van partij B af.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
Er is sprake van een op tegenspraak verkregen voorlopige voorziening die niet ziet op een regeling voor minderjarige kinderen. De toeslag onder a is van toepassing. Je kent aan zowel advocaat 1 als aan advocaat 2 een toeslag van 4 punten toe.

1.2. Vervolg: zelfde procedure, tweede voorlopige voorziening

Na de uitspraak in voorlopige voorziening over de huurwoning, dient partij B een nieuw verzoekschrift voorlopige voorziening in, met het verzoek om gelden van de gezamenlijke spaarrekening te mogen aanwenden voor het aflossen van een schuld. Partij A voert verweer.

De rechter kent het verzoek toe.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
Er is sprake van een op tegenspraak verkregen voorlopige voorziening die niet ziet op een regeling voor minderjarige kinderen. De toeslag onder a wordt echter slechts eenmaal verstrekt. De werkzaamheden vallen niet onder de toeslagen b en c. Je kent daarom niet nogmaals 4 punten toe.

2. Voorlopige voorziening gebruiksvergoeding

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure (P015). Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2.

Partijen hebben een gezamenlijke koopwoning. Partij B heeft de woning verlaten en vordert in voorlopige voorziening dat partij A een gebruiksvergoeding moet betalen voor het gebruik en genot van de woning. Voordat de rechter uitspraak doet, trekt partij A het verzoek in.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
Er is sprake van een voorlopige voorziening die niet ziet op een regeling voor minderjarige kinderen. De rechter heeft echter geen uitspraak gedaan; er is daarom geen sprake van een verkregen voorziening. De toeslag onder a is niet van toepassing. Je kent aan geen van de advocaten een toeslag toe.

3. Voorlopige voorziening omgangsregeling en afspraken kinderalimentatie

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure (P015). Zij hebben één minderjarig kind. Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2.

Partij A vordert in voorlopige voorziening een omgangsregeling. Partij B dient inhoudelijk verweer in.

De rechter kent de tijdelijke omgangsregeling conform verzoek toe. Partijen leggen onderling afspraken over de kinderalimentatie vast in het echtscheidingsconvenant.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
• Er is sprake van een op tegenspraak verkregen voorlopige voorziening. Omdat het rechtsbijstand betreft in het kader van een gezags- of omgangsregeling, of financiële bijdragen voor minderjarige kinderen, vallen de werkzaamheden van de advocaat niet onder de toeslag onder a, maar onder de toeslag onder c. Je kent aan beide advocaten de toeslag onder c van 4 punten toe.
• Toeslag onder c geldt onder meer voor rechtsbijstand betreffende kinderalimentatie. Omdat je de toeslag onder c al hebt toegekend, leveren deze werkzaamheden geen extra punten op.

4. Partneralimentatie alsnog toegekend in hoger beroep

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure (P015). Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2.

Partij B verzoekt om partneralimentatie, maar de rechter kent dit niet toe. Partij B gaat in hoger beroep.

Het Hof kent alsnog een bedrag aan partneralimentatie toe. Advocaat 2 declareert 4 punten toeslag.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
De toeslag onder b geldt alleen voor de hoofdprocedure in eerste aanleg. Je wijst het verzoek om toeslag af.

5. Partneralimentatie toegekend in vovo/afgewezen echtscheidingsbeschikking

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure (P015). Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2.

Partij B maakt een voorlopige voorziening aanhangig over partneralimentatie. Partij A dient een inhoudelijk verweer in.

De rechter kent de voorlopige voorziening toe en stelt een bedrag aan partneralimentatie vast van €500,- per maand. Na verdere behandeling van de echtscheidingsprocedure spreekt de rechter de eindbeschikking uit. Daarin wijst de rechter verdere toekomstige partneralimentatie af.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
Er is sprake van een op tegenspraak verkregen voorlopige voorziening. Omdat de toeslag onder a niet geldt voor partneralimentatie, is deze niet van toepassing.
Voor toegekende partneralimentatie is de toeslag onder b van toepassing. Hoewel de rechter de alimentatie uiteindelijk heeft afgewezen, is eerder bij rechterlijke uitspraak (namelijk de vovo) wel partneralimentatie toegekend. Je kent aan beide advocaten de toeslag onder b toe.

6. Verzoening

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure (P015). Zij hebben twee minderjarige kinderen. Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2.

Voor of na het aanhangig maken van de procedure, onderhandelen partijen in viergesprekken over partneralimentatie en voorzieningen voor de kinderen. Ze verzoenen zich voordat de zaak op zitting komt.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
Er is sprake van een voortijdig beëindigde procedure. Je kent aan geen van de advocaten een toeslag toe.

7. Beëindiging samenwoning en kort geding vervangende toestemming

Partijen A en B beëindigen de samenwoning. Zij hebben twee minderjarige kinderen. Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2.

Partij B start een procedure over gezag en omgang. Beide partijen ontvangen een toevoeging (P012). Lopende de procedure maakt partij A een kort geding over vervangende toestemming met betrekking tot de minderjarigen aanhangig. Partijen ontvangen hiervoor een aparte proceduretoevoeging (P100).

De rechter doet in beide zaken uitspraak. Partij B gaat van beide zaken in hoger beroep. Partijen ontvangen hier aparte proceduretoevoegingen voor.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
• De P012-toevoegingen zijn verstrekt voor de hoofdprocedure in eerste aanleg. Beide advocaten hebben rechtsbijstand verleend in het kader van een gezags- of omgangsregeling, of financiële bijdragen voor minderjarige kinderen. Je kent aan beide advocaten de toeslag onder c van 4 punten toe.
• Hoewel de advocaten ook in de P100-toevoeging rechtsbijstand hebben verleend in het kader van een gezags- of omgangsregeling, of financiële bijdragen voor minderjarige kinderen, is geen toeslag van toepassing. Het betreft een procedure naast de bodemprocedure/hoofdprocedure.
• Het hoger beroep is een vervolgprocedure. Ook hiervoor geldt geen toeslag.

8. Mediation beëindiging samenwoning

Partijen A en B beëindigen de samenwoning. Zij hebben drie minderjarige kinderen.
Beide partijen ontvangen een mediationtoevoeging met affiniteitcode M670.

Onder begeleiding van de mediator maken partijen afspraken over de boedelverdeling en sluiten zij een ouderschapsplan. Partijen willen deze graag vastleggen in een rechterlijke uitspraak. De mediator schakelt een advocaat in om de zaak af te laten hechten bij de rechtbank.

De mediator declareert de toevoeging, stuurt de beschikking van de rechtbank mee en maakt aanspraak op de toeslag minderjarige kinderen en de afhechtingstoeslag.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
• De mediation had mede betrekking op het maken van afspraken over de minderjarige kinderen. De toeslag minderjarige kinderen is van toepassing.
• Hoewel de afspraken in een gerechtelijk beschikking zijn opgenomen was dat niet wettelijk verplicht. Er bestaat daarom geen recht op een afhechtingstoeslag.
Je kent de toeslag minderjarige kinderen van 4 punten toe en verdeelt deze over de mediationtoevoegingen. Je wijst de afhechtingstoeslag af.

9.1. Mediation in eerste aanleg

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Zij hebben een minderjarig kind. Beide partijen ontvangen een mediationtoevoeging met affiniteitcode M610.

Onder begeleiding van de mediator sluiten partijen een echtscheidingsconvenant en ouderschapsplan. De rechter spreekt de echtscheiding uit.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
Je kent de toeslag minderjarige kinderen van 4 punten en de afhechtingstoeslag van 2,5 punt toe. Je verdeelt de toeslag over de mediationtoevoegingen.

9.2. Vervolg: hoger beroep

Partij A verandert van gedachten en stelt toch hoger beroep in. Het Hof verwijst partijen naar een andere mediator voor het maken van afspraken over de omgangsregeling.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
De tweede mediator heeft geen recht op de toeslag minderjarige kinderen; het betreft niet de eerste mediation binnen de scheiding.

10.1. Geen mediation in eerste aanleg

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Zij hebben een minderjarig kind. Beide partijen ontvangen een toevoeging met zaakcode P015. Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2.

De echtscheiding wordt uitgesproken. Beide advocaten hebben (op de toevoegingen voor de procedure in eerste aanleg) recht op de toeslag onder c van 4 punten.

10.2. Vervolg: mediation tijdens hoger beroep

Partij A stelt hoger beroep in. Beide partijen worden bijgestaan door andere advocaten als in de eerste aanleg. Het Hof verwijst partijen naar een mediator voor het maken van afspraken over de omgangsregeling. Partijen ontvangen elk een mediationtoevoeging met affiniteitcode M610.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
• De advocaten hebben op de toevoegingen voor het hoger beroep geen recht op de toeslag onder c. Er is geen sprake van een hoofdprocedure in eerste aanleg. Je kent aan geen van de advocaten een toeslag toe.

• De mediator heeft wel recht op de toeslag minderjarige kinderen. Hoewel het om hoger beroep gaat, betreft het de eerste mediation. Je kent aan de mediator de toeslag minderjarige kinderen van 4 punten toe. Je verdeelt de toeslag over de mediationtoevoegingen.

11. Mediation geschil nakoming omgangsregeling

Partijen A en B zijn al enige jaren geleden via advocaten uit elkaar gegaan. Zij hebben een minderjarig kind.

De destijds afgesproken omgangsregeling wordt niet goed nageleefd. Partijen benaderen daarom een mediator om opnieuw afspraken te maken voor de omgangsregeling. De mediator vraagt twee toevoegingen aan; deze worden verstrekt met affiniteitcode M620.

De mediaton eindigt in een overeenkomst.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
Er is wel sprake van een eerste mediation, maar niet ten behoeve van een (volledige) echtscheiding/beëindiging samenwoning. De toeslag minderjarige kinderen is niet van toepassing.

12. Mediation naast reguliere toevoeging

Partijen A en B zijn verwikkeld in een echtscheidingsprocedure. Zij hebben één minderjarig kind. Partij A wordt bijgestaan door advocaat 1; partij B wordt bijgestaan door advocaat 2. Beide partijen ontvangen een toevoeging (P015).

Partijen worden door de rechtbank verwezen naar mediation. Zij ontvangen hiervoor aparte mediationtoevoegingen (M610). De mediation slaagt.

Advocaat 1 dient het in mediation opgestelde convenant in bij het gerecht. De rechter spreekt de echtscheiding uit.

Beoordeling Raad voor Rechtsbijstand
• De mediator heeft bijstand verleend in de eerste mediation ten behoeve van echtscheiding. Je kent de toeslag minderjarige kinderen van totaal 4 punten toe. Je verdeelt de toeslag over de mediationtoevoegingen.
• De beide advocaten hebben rechtsbijstand verleend in het kader van een gezags- of omgangsregeling, of financiële bijdragen voor minderjarige kinderen. Je kent aan beide advocaten de toeslag onder c van 4 punten toe.