Art. 28 Bvr Vaststelling van de vergoeding
Artikel 28 Bvr
Benodigde stukken / informatie
Zie werkinstructie vaststellen art. 28 Bvr.
Vaststelbeleid
Aanvraag vergoeding
De advocaat kan de vergoeding pas aanvragen bij de Raad als de werkzaamheden waarvoor de toevoeging is verstrekt zijn beëindigd. De Raad beoordeelt de declaratie(s) en stelt de vergoeding vast.
Tussentijdse beëindiging van de toevoeging
Is de toevoeging tussentijds beëindigd, als bedoeld in artikel 33 Wrb, dan is de stand van de zaak op de datum van de beëindiging bepalend voor het soort vergoeding. Bijvoorbeeld advocaat onttrekt zich aan een lopende procedure, waarin nog geen zitting heeft plaatsgevonden. Je stelt de vergoeding dan vast op grond van artikel 5 lid 2 Bvr.
Na tussentijdse beëindiging van de toevoeging vanwege een vertrouwensbreuk geldt een wachttermijn van drie maanden voor declaratie zodat de rechtzoekende de tijd heeft om een andere advocaat te benaderen. Declareert de advocaat voor het verstrijken van de wachttermijn, dan wijs je de aanvraag af met de volgende tekst: “U heeft een aanvraag voor een vergoeding ingediend. De Raad wijst uw aanvraag af omdat uit de stukken blijkt dat de wachttermijn van drie maanden nog niet is verstreken. Na het verstrijken van deze termijn kunt u opnieuw om vergoeding van uw werkzaamheden verzoeken.”
Zie verder werkinstructie Mutatie van de toevoeging i.v.m. opvolging.
Overname op betalende basis / afzien van gesubsidieerde rechtsbijstand
Als bij declaratie blijkt dat de zaak is voortgezet op betalende basis, dan stel je de vergoeding vast op basis van de door de toegevoegde advocaat verrichte werkzaamheden.
Intrekking/verzoening bij echtscheiding of beëindiging samenwoning
Bij verzoening of intrekking in geval van een toevoeging voor echtscheiding of verbreking van de relatie/samenwoning geldt een wachttermijn van drie maanden, voordat de advocaat of mediator de rechtsbijstand of mediation als beëindigd mag beschouwen. De toevoeging kan pas na deze wachttermijn worden gedeclareerd. Je neemt de datum van intrekking als uitgangspunt of bij verzoening de datum van laatste werkzaamheden op de urenstaat.
Declareert de advocaat/mediator voor het verstrijken van de wachttermijn, dan wijs je de vergoeding af met de volgende tekst:
“U heeft een aanvraag voor een vergoeding ingediend. De Raad wijst uw aanvraag af omdat uit de stukken blijkt dat de wachttermijn van drie maanden nog niet is verstreken. Na het verstrijken van deze termijn kunt u opnieuw (per mutatie) om vergoeding van uw werkzaamheden verzoeken.”
Overlegging uitspraak/beslissing
De Raad moet over voldoende informatie te beschikken. Als het geschil is behandeld bij de rechter of door een andere instantie, dan moet de advocaat de uitspraak in die zaak overleggen. Als de uitspraak of beslissing niet beschikbaar is dan hoeft deze vanzelfsprekend niet te worden overgelegd. Denk hierbij aan stempelvonnissen van de politierechter die over het algemeen niet aan de advocaat worden verstrekt.
Overlegging stukken in strafzaken
In strafzaken is, voor de beoordeling van de hoogte van de vergoeding en de nihilstelling van de eigen bijdrage in onderstaande situaties de aanwezigheid van onderstaande stukken noodzakelijk:
Meervoudige Kamer
- (g)een zitting + uitspraak: dagvaarding en/of uitspraak;
- meerdere zittingen + uitspraak: processen-verbaal van de bijgewoonde zittingen.
Enkelvoudige Kamer
- (g)een zitting + uitspraak: geen stukken;
- meerdere zittingen + uitspraak: proces-verbaal van de zitting, voorafgaand aan de laatste zitting
Sepot
- toelichting onder welke voorwaarden sepot is toegepast.
Nihilstelling eigen bijdrage
- Een stuk waaruit blijkt dat nihilstelling van de eigen bijdrage moet worden toegepast, bijvoorbeeld sepotbesluit, aantekening mondeling vonnis e.d. (zie voorwaarden nihilstelling)
Z-zaken
- (geen) zitting + uitspraak: uitspraak;
- een voeging benadeelde partij (Z110), die door de enkelvoudige kamer is behandeld of middels een strafbeschikking is afgedaan: geen stukken;
- meerdere zittingen + uitspraak: processen-verbaal van de bijgewoonde zittingen + uitspraak;
- In WvGGZ/WZD zaken (voorheen: BOPZ) (Z020), waarin de zitting niet wordt genoemd kan de advocaat volstaan met een verklaring van de Rechtbank, waarin is vermeld dat hij de zitting heeft bijgewoond.
Voorwaarden nihilstelling eigen bijdrage in strafzaken
De rechtzoekende hoeft geen eigen bijdrage te betalen (artikel 44 lid 2 Wrb) als een strafzaak, waarbij rechtzoekende verdachte was, eindigt in:
- vrijspraak;
- ontslag van alle rechtsvervolging (ovar);
- technisch sepot/ kennisgeving-niet-verdere-vervolging (knvv);
- nietigverklaring van de dagvaarding;
- een niet-ontvankelijk verklaring waarbij geen straf of maatregel is opgelegd;
- een vernietiging van de onherroepelijke uitspraak zonder oplegging van straf of maatregel (artikel 480 Sv);
- voorwaardelijk sepot, als sprake is van de algemene voorwaarden (is sprake van een andere grond, dan laat je de eigen bijdrage in stand);
- onvoorwaardelijk beleidssepot.
Als de advocaat een verklaring overlegt van het OM waaruit blijkt dat verdachte in redelijkheid een beroep kon doen op noodweer(exces), dan stel je de eigen bijdrage op nihil. De advocaat kan het OM verzoeken om afgifte van de verklaring.
Zijn voor de strafzaak meerdere toevoegingen verstrekt (eerste aanleg, hoger beroep en cassatie), dan stel je alle opgelegde eigen bijdrages van al deze toevoegingen op nihil.
De nihilstelling geldt voor alle toevoegingen die zijn verleend met een S-codering.
Voorbeeld 1: In eerste aanleg is een straf opgelegd. Tegen dit vonnis wordt hoger beroep ingesteld. In hoger beroep eindigt de zaak in vrijspraak. Er wordt geen cassatie ingesteld. De eigen bijdragen voor de toevoegingen van het hoger beroep en de eerste aanleg worden op nihil gesteld.
Voorbeeld 2: Na cassatie is de zaak terugverwezen naar het Hof. De eigen bijdrage in de cassatiezaak wordt niet op nihil gesteld omdat de uitkomst van de strafzaak nog niet vaststaat (zie bijv. ECLI:NL:RVS:2016:3370). In hoger beroep eindigt de strafzaak (onherroepelijk) met een vrijspraak. Alle eigen opgelegde eigen bijdrages (eerste aanleg, hoger beroep en cassatie) voor deze strafzaak worden op nihil gesteld.
Schuldig bevonden zonder strafoplegging (artikel 9a WvSr)
Is rechtzoekende schuldig bevonden zonder strafoplegging, dan blijft de eigen bijdrage ongewijzigd.
Strafzaken niet-verdachten
Nihilstelling eigen bijdrage in strafzaken is niet van toepassing op strafzaken van niet-verdachten (Z-zaken). Uitgezonderd, dus wel nihilstelling bij:
- een klaagschrift in een beklagprocedure op grond van artikel 552a-552b Sv (Z120) dat leidt tot teruggave van de goederen of;
- een met de hoofdzaak samenhangende zaak (Z100, Z120, Z230)
- een ongegrond beklag-niet-vervolging (art. 12 Sv), waarbij rechtzoekende de beklaagde was.
Voorbeeld nihilstelling:
- als een verdachte is vrijgesproken met betrekking tot rijden onder invloed (S030), stel je ook de eigen bijdrage op nihil voor bezwaar tegen de inbeslagname van het rijbewijs (Z100);
- als een verdachte is vrijgesproken met betrekking van een misdrijf ( S040/S050), stel je ook de eigen bijdrage op nihil voor het verweer tegen de ontnemingsvordering (Z230).
Voorbeeld geen nihilstelling:
- Als de ontnemingsvordering (Z230) is afgewezen, maar de verdachte wordt wel veroordeeld in de hoofdzaak (S040/S050), dan stel je de eigen bijdrage niet op nihil (zie bijv. ECLI:NL:RVS:2018:1778).
Terugbetalen eigen bijdrage
De advocaat verzoekt bij declaratie om de eigen bijdrage niet op de vergoeding in mindering te brengen. Na vaststelling van de vergoeding en nihilstelling van de eigen bijdrage betaalt de advocaat de eigen bijdrage terug aan zijn cliënt, tenzij de eigen bijdrage nog niet is betaald.
Eigen bijdrage hoger dan de vergoeding
Is de eigen bijdrage hoger dan de vergoeding dan stel je de vergoeding vast met tekstcode 401. De eigen bijdrage wordt dan verlaagd omdat deze niet méér mag bedragen dan de vergoeding waarop de advocaat recht heeft. De advocaat dient het verschil met de cliënt te verrekenen. (Artikel 38 lid 2 en artikel 37 lid 3 Wrb)
Overlegging stukken in civiele- en bestuursrechtelijke zaken
In civiele-/en bestuursrechtelijke zaken is de volgende informatie noodzakelijk:
- zitting + géén uitspraak: proces-verbaal van de zitting
- uitspraak zonder zitting: kopie van de uitspraak
- uitspraak + één zitting: kopie van de uitspraak
- uitspraak + meerdere zittingen: kopie van de uitspraak
- ingetrokken procedure: bewijs van intrekking voor de zitting
Als de bijgewoonde zitting niet in de uitspraak worden genoemd, vraag je alsnog het betreffende proces-verbaal op.
Overlegging stukken in vreemdelingen- en asielzaken
Zie werkinstructies:
- Art. 05 Bvr Asielprocedure (V060 reeks)
- Art. 05 Bvr vervolgaanvraag asiel (V070 reeks)
- Art. 05 Bvr vervolgaanvraag vreemdelingenrecht regulier (V080 reeks)
- Art. 05a Bvr Toeslagen in asielzaken
- Art. 14a Bvr Vervolgberoep vreemdelingenbewaring
Verificatie
Uitgangspunt is dat je niet verifieert. De advocaat is verantwoordelijk voor het verstrekken van de benodigde informatie om de declaratie te kunnen vaststellen.
Overlegging gegevens/geheimhoudingsplicht
Als je van oordeel bent dat je bepaalde stukken of informatie nodig hebt voor de vaststelling van de vergoeding, dan moet de advocaat deze verstrekken ( artikel 4:2 Awb).
De geheimhoudingsplicht en het verschoningsrecht (pdf, 65 kB)van de advocaat zijn niet zo absoluut van aard dat een advocaat met een algemeen beroep hierop kan weigeren om de gevraagde stukken in te zenden.
Vaststellen zonder stukken
Van sommige zaken zijn geen stukken beschikbaar. Bijvoorbeeld Z150-, Z151- en sepotzaken. Deze kunnen zonder stukken worden vastgesteld, tenzij er meerdere zittingen zijn geweest.
Overlegging tijdschrijfinformatie
In bewerkelijke zaken en in advieszaken waaraan ten minste zes uur tijd is besteed moet de rechtsbijstandverlener in ieder geval de urenspecificatie toesturen.
Bij samenhang (in combinatie) met één of meer advieszaken is ongeacht het aantal bestede uren altijd een urenspecificatie noodzakelijk.
De urenspecificatie moet inzicht geven in de juridische werkzaamheden (zie de toelichting bij artikel 2 Bvr).
Onvoldoende gegevens
Als de verstrekte gegevens en stukken, na een verzoek om aanvulling, onvoldoende zijn om de vergoedingsaanvraag te kunnen beoordelen, kun je besluiten de aanvraag niet in behandeling te nemen ( artikel 4:5 lid 1 Awb).
Kennelijke afdoening
[Artikel 5 lid 2 en artikel 19 lid 2 Bvr buiten toepassing per 15 februari 2014]
Regels resultaatbeoordeling
Voor toevoegingen die zijn aangevraagd op of na 1 april 2006 geldt een resultaatbeoordeling. Deze geldt voor alle civiele en bestuursrechtelijke zaken en niet voor straf- en vreemdelingenzaken. De Raad beoordeelt na declaratie van de zaak of de cliënt op basis van het financiële resultaat van de zaak waarvoor de toevoeging werd verleend alsnog in staat moet worden geacht de kosten van rechtsbijstand zelf te dragen. Van de advocaat mag worden verwacht dat hij het eindbesluit op de resultaatbeoordeling afwacht voordat hij bij rechtzoekende zijn normale tarief in rekening brengt. Zie de uitspraak van het Hof van Discipline.
Verjaring
Declaraties waarbij de rechtsbijstand tenminste 5 jaar voor de ontvangstdatum van het verzoek om vergoeding is beëindigd, zijn verjaard (pdf, 62 kB).
Je wijst het verzoek af met tekstcode 544:
“U heeft een aanvraag vergoeding ingediend. De Raad wijst uw verzoek af omdat de aanspraak op vergoeding verjaard is. De aanvraag vergoeding moet binnen een termijn van vijf jaar nadat de rechtsbijstand is beëindigd, worden ingediend. De termijn begint op 31 december van het jaar waarin de rechtsbijstand is beëindigd. (Artikel 3 en Artikel 28 Bvr, Handboek vergoedingen beleidsaspecten)”
De periode van 5 jaar begint op 31 december van het jaar waarin de rechtsbijstand werd beëindigd en de vergoeding opeisbaar werd. Dus als de laatste werkzaamheden bijvoorbeeld zijn verricht op 1 juli 2005 en het verzoek is ontvangen op 31 december 2010 is er nog geen sprake van verjaring. De termijn begint op 31 december 2005 en verstrijkt dus pas op 1 januari 2011.
Je moet weten wanneer de rechtsbijstand beëindigd is om te kunnen bepalen of de aanvraag verjaard is. Het moment van beëindiging blijkt uit de bij de aanvraag vergoeding meegezonden stukken (urenspecificatie of datum uitspraak).
- Bij procedures neem je aan dat de rechtsbijstand geëindigd is op de datum van de einduitspraak. Stelt de advocaat na die datum nog activiteiten te hebben verricht, bijvoorbeeld adviseren over hoger beroep, dan vraag je hiervan (bewijs)stukken op.
- Bij advieszaken ga je uit van het laatste juridisch inhoudelijke contact met de cliënt. Enkel een brief naar de klant dat het dossier gesloten gaat worden is geen juridisch inhoudelijk contact.
Als je vermoedt dat een aanvraag vergoeding verjaard is, maak je de aanvraag INF met tekstcode 500:
“U heeft een aanvraag vergoeding ingediend. Omdat mogelijk sprake is van verjaring van de aanspraak op vergoeding, ontvangen wij graag stukken waaruit blijkt wanneer de rechtsbijstand in deze zaak is beëindigd. (Artikel 3 Bvr, Handboek Vergoedingen beleidsaspecten)”
Als uit het antwoord van de advocaat blijkt dat er geen sprake is van verjaring, kan de declaratie worden vastgesteld.
Zie voor jurisprudentie over verjaring ECLI:NL:RVS:2024:2326.
Versie |
2.27
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |
Inhoudsopgave
- Artikel 28 Bvr
- Benodigde stukken / informatie
- Vaststelbeleid
- Aanvraag vergoeding
- Tussentijdse beëindiging van de toevoeging
- Overname op betalende basis / afzien van gesubsidieerde rechtsbijstand
- Intrekking/verzoening bij echtscheiding of beëindiging samenwoning
- Overlegging uitspraak/beslissing
- Overlegging stukken in strafzaken
- Voorwaarden nihilstelling eigen bijdrage in strafzaken
- Schuldig bevonden zonder strafoplegging (artikel 9a WvSr)
- Strafzaken niet-verdachten
- Terugbetalen eigen bijdrage
- Eigen bijdrage hoger dan de vergoeding
- Overlegging stukken in civiele- en bestuursrechtelijke zaken
- Overlegging stukken in vreemdelingen- en asielzaken
- Verificatie
- Overlegging gegevens/geheimhoudingsplicht
- Vaststellen zonder stukken
- Overlegging tijdschrijfinformatie
- Onvoldoende gegevens
- Kennelijke afdoening
- Regels resultaatbeoordeling
- Verjaring