Art. 02 Vergoeding
Artikel 2 Bvr
Benodigde stukken / informatie
Zie werkinstructie vaststellen art. 28 Bvr.
Vaststelbeleid
Algemeen
Rechtsbijstand die is verleend in de periode van vier weken voorafgaand aan de aanvraagdatum van de toevoeging komt voor vergoeding in aanmerking. Is vóór die periode tijd aan een zaak besteed, dan komt die inspanning niet voor vergoeding in aanmerking. De 4-wekentermijn is niet van toepassing bij tussentijds aangevangen rechtsbijstand, dan is de aanvraagdatum van de toevoeging bepalend. Op een last/aanwijzing is geen termijn van toepassing.
Voor de vergoeding is of de afgiftedatum of de aanvraagdatum bepalend, zie het overzicht.
De vergoeding bestaat uit drie elementen. In hoofdstuk III van het Bvr is de vergoeding van deze kosten nader uitgewerkt.
1. De vergoeding voor het verlenen van rechtsbijstand (art. 2 lid 2, sub a Bvr)
Je vergoedt uitsluitend juridische werkzaamheden voor de zaak waarvoor is toegevoegd. Deze vergoeding is forfaitair, dit betekent dat per zaaktype een vaste vergoeding geldt die is afgestemd op de gemiddelde tijdsbesteding voor de juridische werkzaamheden in dergelijke zaken.
Voor de werkzaamheden in de piketfase geldt een afzonderlijke vergoeding.
Voor de hoogte van de forfaitaire vergoeding zijn normen opgesteld in hoofdstuk II van het Bvr.
Het Bvr is ook van toepassing als rechtsbijstand wordt verleend in een zaak die zich geheel of gedeeltelijk in het buitenland afspeelt, als bij de toevoegingsaanvraag bekend was dat sprake was van een grensoverschrijdend geschil.
2. Een vergoeding voor bepaalde kosten (art. 2 lid 2, sub b Bvr / art. 24 Bvr, 25 Bvr en 26 Bvr)
Je vergoedt een aantal in het Bvr bepaalde kosten. Bijvoorbeeld kosten die zijn gemaakt voor reistijd, reiskosten en tolkkosten. Kosten die niet apart worden vergoed, zijn verwerkt in de forfaitaire vergoeding.
3. Een vaste vergoeding voor administratieve kosten (art. 2 lid 2, sub b Bvr / art. 27 Bvr
De advocaat ontvangt een vaste vergoeding voor administratieve kosten. Denk aan werkzaamheden die zijn verricht voor het verkrijgen van de toevoeging. Deze kosten zijn standaard verwerkt in de berekening van de vaststelling (zie werkinstructie Art. 27 Bvr Administratieve kosten).
Btw (art. 2 lid 2, sub c Bvr)
De vergoeding die de advocaat ontvangt is het totaal van bovengenoemde vergoedingen, vermeerderd met de btw over die vergoedingen. De opgelegde eigen bijdrage is inclusief btw.
Forfaitair puntensysteem
Aan een bepaald soort zaak en aan bepaalde omstandigheden zijn punten toegekend. De hoogte van de vergoeding voor een procedure wordt bepaald door het aantal punten te vermenigvuldigen met het basisbedrag. Voor advieszaken is het aantal declarabele uren bepalend voor de hoogte van de vergoeding. Zie werkinstructie Artikel 12 Bvr.
Juridische werkzaamheden
De volgende werkzaamheden komen in ieder geval niet voor vergoeding in aanmerking, op grond van jurisprudentie:
- wachttijd, bijvoorbeeld voor zittingen;
- intern overleg;
- stagebegeleiding;
- contacten met de pers, tenzij dit voor de verdediging of behartiging van het rechtsbelang noodzakelijk is. Daarvan is eigenlijk alleen sprake, als het perscontact een noodzakelijk gevolg is van te betwisten uitlatingen van het OM of de wederpartij;
- tijd die herleidbaar is tot de persoonlijkheid van de rechtzoekende, zoals geestelijke en maatschappelijke ondersteuning, veelvuldig telefonisch contact, besprekingen of correspondentie;
- contact met familieleden van rechtzoekende wordt niet vergoed, tenzij dit het contact met de rechtzoekende zelf vervangt. Bijvoorbeeld als de rechtzoekende preventief gedetineerd is met beperkingen én een taal spreekt die de advocaat niet machtig is én er is geen tolk beschikbaar. In strafzaken van minderjarige cliënten wordt het overleg met ouders/verzorgers dat over de zaak gaat vergoed;
- niet redelijke studietijd (in verhouding tot de zaak) Tijd besteed aan studie van wet- en regelgeving, literatuur en jurisprudentie wordt alleen vergoed als deze is besteed aan bijzondere rechtsvragen. Zie ook werkinstructie extra uren: feitelijke en/of juridische complexiteit;
- tijd besteed aan contacten met de Raad, zoals het aanvragen van een toevoeging, vergoeding en extra uren en andere administratieve werkzaamheden;
- administratieve werkzaamheden, zoals het aanmaken, onderhouden en afsluiten van het dossier;
- contact met de politiek of andere publieke vertegenwoordigers, zoals het doorgeven van signaleringen, schrijven van notities, bijwonen politieke vergaderingen;
- opsporingswerkzaamheden in strafzaken die zich op het terrein van opsporende instanties bevindt. Zoals het volgen of opsporen van mogelijke verdachten en getuigen. Overleg met mogelijke getuigen, die de verdediging wil oproepen wordt wel vergoed.
Juridische werkzaamheden die buiten het bereik vallen van de zaak waarvoor de toevoeging is verstrekt, komen ook niet voor vergoeding in aanmerking. Als hiervoor een aparte toevoeging aangevraagd kan worden, vermeld je dit in je beslissing.
Je toetst algemene werkzaamheden op de urenstaat marginaal. Bijvoorbeeld correspondentie in/uit, telefoon in/uit. Je maakt de aanvraag bijvoorbeeld niet INF met de vraag met wie er is gecorrespondeerd of getelefoneerd.
Je schrapt niet-declarabele werkzaamheden van de urenstaat en licht dit toe bij je beslissing.
Je gebruikt hiervoor de volgende tekst:
“U heeft een aanvraag vergoeding ingediend. De tijd die besteed is aan de hierna te noemen werkzaamheden wordt echter niet vergoed. (Art. 2 Bvr)”
Of je gebruikt tekst 407: U heeft een aanvraag vergoeding ingediend. De tijd die besteed is aan correspondentie en/of telefonisch contact met de Raad wordt echter niet vergoed. (Art. 2 Bvr)
Wijziging zaakcode
Zie werkinstructie Artikel 29 Bvr.
Werkzaamheden toegevoegd raadsman
Uitgangspunt is dat alleen de toegevoegde advocaat werkzaamheden kan declareren, tenzij sprake is van waarneming. Bijvoorbeeld tijdens ziekte, vakantie en/of andere noodzakelijke afwezigheid.
De advocaat hoeft niet meer te vragen om toestemming voor in de plaatsstelling. Om die reden toets je marginaal op werkzaamheden van meerdere advocaten. Er moet wel worden voldaan aan de inschrijvings- en specialisatievereisten.
Inschrijving en waarneming
Ook de waarnemende advocaat moet ingeschreven staan bij de Raad. Als dit niet het geval is, wijs je bij declaratie voor advies de uren van de niet-ingeschreven advocaat af.
Bij declaratie voor procedure nemen we aan dat de toegevoegde advocaat de gemachtigde is in de procedure. Je stelt de vergoeding forfaitair vast. Toets bij werkzaamheden waarvoor een toeslag is aangevraagd, of deze zijn uitgevoerd door de ingeschreven advocaat. Als dit niet het geval is wijs je de declaratie van deze vergoeding af en licht je dit toe in je beslissing.
Gebruik bij je afwijzing de volgende tekst: “U heeft een aanvraag vergoeding ingediend. U bent in deze zaak waargenomen door een advocaat die niet is ingeschreven bij de Raad voor Rechtsbijstand. Daarom wijst de Raad de vergoeding voor zijn werkzaamheden af. (Art. 2 Bvr, Inschrijvingsvoorwaarden).”
Specialisatievereiste en waarneming door advocaat
Is sprake van een specialisatievereiste, dan moet de waarnemende advocaat voor de specialisatie ingeschreven staan bij de Raad. Het moment van de aanvraag toevoeging is daarbij bepalend. Als dit niet het geval is, wijs je bij declaratie voor advies de uren van de niet-gespecialiseerde advocaat af.
Bij declaratie voor procedure stel je de vergoeding forfaitair vast., Toets bij werkzaamheden waarvoor een toeslag is aangevraagd, of deze zijn uitgevoerd door de ingeschreven advocaat. Als dit niet het geval is wijs je de declaratie van deze vergoeding af en licht je dit toe in je beslissing.
Gebruik bij je afwijzing de volgende tekst: “U heeft een aanvraag vergoeding ingediend. U bent waargenomen in een zaak waar speciale inschrijvingsvoorwaarden voor gelden. De waarnemend advocaat voldoet niet aan deze voorwaarden. Daarom wijst de Raad de vergoeding voor zijn werkzaamheden af. (Art. 2 Bvr, Inschrijfvoorwaarden).”
Specialisatievereiste en waarneming door advocaat-stagiair
Volgens artikel 1 sub m van de inschrijvingsvoorwaarden kunnen advocaat-stagiairs die nog niet bij de Raad staan ingeschreven als specialist onder begeleiding van hun patroon werkzaamheden verrichten in zaken waarvoor een toevoeging is verstrekt aan hun patroon. Ook de waarnemende advocaat-stagiair die voldoet aan de voorwaarden van artikel 1 sub m van de inschrijvingsvoorwaarden hoeft om die reden niet voor de specialisatie ingeschreven te staan bij de Raad. Heeft een advocaat-stagiair in een zaak waargenomen, dan ga je ervan uit dat aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 1 sub m van de inschrijvingsvoorwaarden is voldaan, en wijs je de vergoeding niet af.
Als een advocaat minder dan 3 jaar geleden voor de eerste maal is beëdigd, dan ga je ervan uit dat deze advocaat-stagiair is. Raadpleeg hiervoor het tabblad: Raadplegen RBV-er in RIS.
Artikel 1 sub m is niet van toepassing op de specialisaties jeugdstrafrecht, civiel jeugdrecht, piket, ac-diensten en psychiatrisch patiëntenrecht.
Achtergrondinformatie
Versie |
3.05
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |