O030 geschil verbintenissenrecht
Benodigde stukken / informatie
- (digitaal) ondertekend aanvraagformulier Civiel
- een duidelijke toelichting op het rechtsprobleem en de noodzaak van een advocaat
- het (financieel) belang
Toevoegbeleid
Algemeen
Deze code gebruik je niet voor goederenrechtelijke en verbintenisrechtelijke geschillen voortvloeiend uit een verbreking van een affectieve relatie, hiervoor gebruik je een P-code in verband met het specialisatievereiste in personen- en familierecht.
Je voegt in verbintenisrechtelijke zaken pas toe als er een conflict is tussen rechtzoekende en de wederpartij.
Uit de toevoegingsaanvraag moet het volgende zijn op te maken:
- de aard van het rechtsprobleem:
- betreft het een (voormalig) zakelijk rechtsprobleem;
- wordt de vordering (ten dele) betwist.
- welke werkzaamheden de advocaat gaat verrichten en wat rechtzoekende zelf gedaan heeft.
Indien niet direct de noodzaak van een advocaat duidelijk blijkt, bel je de advocaat of maak je de aanvraag onvolledig met tekstcode 025.
Let wel: je vraagt dus niet standaard om stukken. Slechts bij uitzondering heb je stukken nodig om de aanvraag te beoordelen (bijvoorbeeld correspondentie, verzoek- of verweerschrift, dagvaarding).
In de aanvullende omschrijving vermeld je duidelijk voor welk rechtsbelang je de toevoeging verstrekt.
Geschillencommissie (niet toevoegen)
De geschillencommissie is een voorliggende voorziening waarnaar het Juridisch Loket kan doorverwijzen. Klachtzaken bij een geschillencommissie zijn, ondanks het bindend advies, over het algemeen laagdrempelig. Je verstrekt hiervoor geen toevoeging. De aanvraag wijs je af met tekstcode 130 (zelfredzaamheid). Als de advocaat bij de aanvraag gemotiveerd aangeeft dat de zaak zodanig feitelijk en/of juridisch complex is dat bijstand van een advocaat noodzakelijk is, kun je bij uitzondering een toevoeging verstrekken.
Voorbeelden zelfredzaamheid:
- B010, klacht discriminatie;
- B060, klachten overheidshandelen, klacht nationale ombudsman, klacht politie-optreden, klacht IND, klacht gezinsvoogd;
- O030, interne klachtprocedure bij de kredietaanbieder
- H030, geschil bij huurcommissie.
Voorbeelden uitzonderingen (wel toevoegen):
- O010, geschillen bij het Kifid.
- O020, bepaalde geschillen met de zorgverzekeraar (SKGZ);
- W010, afwijzing verzoek om urgentie.
Zakelijk rechtsprobleem
Indien er sprake is van een (voormalig) zakelijk rechtsprobleem is de werkinstructie bedrijfsmatig handelen van toepassing.
Betwiste vordering/financieel belang
De vordering moet altijd betwist worden. ( artikel 7 Brt / artikel 28 Wrb aantekening 9 en 10 HT). Voor het bewerkstelligen van een betalingsregeling of kwijtschelding voeg je niet toe (de afwijzing codeer je onder O033).
Voorts moet het financieel belang van het betwiste deel van de vordering altijd gelijk zijn aan of meer dan € 500. ( artikel 4 Brt / artikel 12 Wrb)
Als de aanvraag betrekking heeft op een vordering of verweer is het ‘belang’: de hoofdsom vermeerderd met de vertragingsrente en buitengerechtelijke (incasso)kosten. De gevorderde kosten van de procedure neem je niet mee bij de bepaling van het belang. Voorbeelden hiervan zijn de kosten van de dagvaarding, salaris gemachtigde en informatiekosten.
Voor zaken die dienen in hoger beroep, reken je de proceskosten die zijn opgelegd in eerste aanleg wel tot het belang. Zie werkinstructie Financieel belang.
Onderwijs
Het beleid bij aanvragen die betrekking hebben op geschillen met een onderwijsinstelling, zowel bij een overheids- als een private instelling, is beschreven in werkinstructie B010.
Hobby-zaken / Vrijetijdsbesteding / Huisdieren
Voor aanvragen die betrekking hebben op materiële vorderingen voortkomend uit hobby-gerelateerde zaken kan worden toegevoegd. Denk hierbij aan geschillen over de aankoop en verkoop van hobbygerelateerde zaken en huisdieren. Het financieel belang moet wel hoger zijn dan € 500.
Wanneer het financieel belang lager is dan € 500 en de rechtzoekende beroept zich op immateriële belangen wijs je de aanvraag af ( RvS 200901529/1/H2, 21-10-2009) met de tekst:
“De zaak waarvoor u een toevoeging heeft aangevraagd is van onvoldoende belang of anderszins onvoldoende zwaarwegend om de kosten van een advocaat te rechtvaardigen. Hoewel uw persoonlijk belang wellicht groot is, moet de Raad een afweging maken tussen de kosten die de bijstand met zich brengt en het belang v.d. zaak. De toevoeging wordt geweigerd omdat de kosten niet in verhouding staan tot het belang van de zaak (art. 12 lid 2 sub b WRB).”
Aanvragen met uitsluitend immateriële belangen worden afgewezen op grond van artikel 12 lid 2 sub b Wrb ( RvS 200708091/1, 18-06-2008) met tekstcode 190 (vrijetijdsbesteding).
Denk hierbij aan geschillen over het lidmaatschap van een vereniging of de jachtvergunning of geschillen over huisdieren waarbij alleen immateriële belangen spelen, bijvoorbeeld informatieverstrekking over een huisdier.. We stellen dat het belang van hobby-zaken niet opweegt tegen de kosten van rechtsbijstand.
Ook als gesteld is dat er geen sprake is van ‘fair trial’, bijvoorbeeld als er geen ‘hoor en wederhoor’ is toegepast, wijs je de aanvraag af met tekstcode 190.
Deze tekstcode vul je aan met een nadere motivering. Daarbij ga je expliciet in op de argumenten van de advocaat.
Een cliënt kan zelf naar voren brengen waarom hij het niet eens is met de beslissing (bijvoorbeeld: ”ik ben niet gehoord”).
Klacht over advocaat etc.
Voor klacht tegen advocaat, gerechtsdeurwaarder, notaris etc. zie werkinstructie O010.
Geschil Nationale Hypotheek Garantie (NHG)
Voor NHG-besluiten op of na 1 maart 2015 geldt:
Voor een verzoek tot heroverweging over Nationale Hypotheek Garantie verstrek je geen toevoeging, rechtzoekende kan zelf het probleem oplossen (artikel 12 lid 2 sub g Wrb). Het gaat hier vaak om gronden van feitelijke aard. De toevoegingsaanvraag wijs je af met tekstcode 130 (zelfredzaamheid) .
Als de advocaat bij de aanvraag gemotiveerd aangeeft dat de zaak zodanig feitelijk en/of juridisch complex is dat bijstand van een advocaat noodzakelijk is kun je bij uitzondering een toevoeging verstrekken.
In geval van een civiele procedure kun je, als aan alle andere voorwaarden wordt voldaan, een toevoeging verstrekken.
Voor NHG-besluiten voor 1 maart 2015, zie werkinstructie B010.
Bezwaar Verwijzingsregister (IVR/EVR)
De Interne- en Externe Verwijzingsregisters IVR en EVR maken deel uit van het Incidentenwaarschuwingssysteem Financiële Instellingen (IFI). In deze registers worden gedragingen van (rechts)personen geregistreerd die nadelig (kunnen) zijn voor de bank, haar klanten of medewerkers. Een aanvraag toevoeging voor het maken van bezwaar tegen een IVR/EVR-registratie wijs je af met tekstcode 130 (zelfredzaamheid).
Leidt het bezwaar niet tot een oplossing, dan kan de rechtzoekende zich wenden tot het Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KIFID) of de bevoegde rechter (zie werkinstructie O010).
Bereik
- Algemeen, hoofdstuk 1, o.a. rechtsbelang, diversiteit van procedures
- Civielrechtelijke zaken: hoofdstuk 3
- Reconventie: paragraaf 1.4.1
- Vrijwaring/ voorlopig getuigen- of deskundigenverhoor: paragraaf 3.1
LAT
De rechtsbijstandverlener kan een LAT aanvragen, als hij verwacht dat de zaak binnen 3 uur advies kan worden behandeld. Je toetst deze aanvraag aan dezelfde inhoudelijke criteria als een reguliere aanvraag. Wanneer alsnog blijkt dat de zaak niet binnen 3 uur advies kan worden behandeld kan de rechtsbijstandverlener verzoeken de LAT om te zetten naar een reguliere toevoeging.
Je vraagt niet actief of een rechtsbijstandverlener het met een LAT af zou kunnen als er om een reguliere toevoeging wordt verzocht.
Als je een reguliere aanvraag ontvangt waarbij het financieel belang ligt tussen €250 en €500 informeer je telefonisch bij de advocaat of hij de aanvraag zou willen omzetten naar een LAT.
Versie |
3.12
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |
16
|