ISD-maatregel
Een Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (ISD-maatregel) geeft de rechter de mogelijkheid om veelplegers (stelselmatige daders) gedurende langere tijd, maximaal twee jaar te laten opsluiten. Een ISD-maatregel is een persoonsgerichte aanpak in plaats van een zaakgerichte aanpak. Er wordt niet alleen gekeken naar de afzonderlijke delicten maar het totale criminele verleden van de verdachte wordt in beeld gebracht. Het doel van de ISD-maatregel is de beveiliging van de maatschappij enerzijds en de mogelijkheid tot gedragsbeïnvloeding en/of bijdragen tot een oplossing van een verslavingsproblematiek van de betrokkene anderzijds.
Als een veelpleger zich in voorlopige hechtenis bevindt (al dan niet verslaafd) kan de reclassering in de achtergrondrapportage opname in een ISD aan de orde stellen, waarbij ook wordt ingegaan op het programma dat betrokkene in de ISD zou moeten doorlopen. Het OM vordert een eventuele opname ter zitting, de procedure wordt ingeleid door een gewone dagvaarding voor de lopende strafzaak. Zaken worden meervoudig behandeld.
De rechter kan de ISD-maatregel opleggen indien:
- het gaat om een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten.
- De verdachte in de 5 jaar voorafgaand aan het door hem begane feit tenminste driemaal wegens een misdrijf onherroepelijk tot een vrijheidsbenemende straf, maatregel of taakstraf is veroordeeld, het feit is begaan na tenuitvoerlegging van deze straffen of maatregelen en er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat verdachte opnieuw een misdrijf zal begaan én
- De veiligheid van personen of goederen het opleggen van de maatregel eist.
Artikel38sWetboekvanstrafrecht
- De rechter kan, op vordering van het openbaar ministerie, op verzoek van de verdachte of diens raadsman dan wel ambtshalve, bij of na het opleggen van de maatregel beslissen tot een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel. Het openbaar ministerie bericht hem daarover binnen een door hem te bepalen termijn. Bij het bericht is gevoegd een verklaring van de directeur van de inrichting omtrent de stand van de uitvoering van het verblijfsplan van de veroordeelde.
- Indien de rechter bij het opleggen van de maatregel niet beslist tot een tussentijdse beoordeling dan wel beslist tot een beoordeling na een jaar na aanvang van de tenuitvoerlegging van de maatregel, kan een verzoek als bedoeld in het eerste lid worden gedaan na zes maanden na aanvang van de tenuitvoerlegging van de maatregel. In de overige gevallen kan een verzoek worden gedaan na zes maanden na het onherroepelijk worden van de beslissing om niet tussentijds te beoordelen of van de beslissing dat voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel is vereist.
- Indien de rechter naar aanleiding van de in het eerste lid bedoelde inlichtingen beslist dat de voortzetting van de tenuitvoerlegging van de maatregel niet langer is vereist, beëindigt hij deze met ingang van een door hem te bepalen tijdstip.