K010 milieurecht

Kan op grond van het formele beleid niet worden toegevoegd? En is er beoordelingsruimte? Dan kan de Raad de context- en persoonsgebonden factoren van rechtzoekende bij het besluit betrekken. Dat wil zeggen, de situatie waarin deze persoon verkeert, diens capaciteiten en de omstandigheden waarin problemen optreden. Misschien is toevoeging dan alsnog mogelijk. >> Klik door voor meer informatie <<

Benodigde stukken / informatie

• origineel en door de advocaat ondertekend aanvraagformulier Milieurechtsbijstand (een goed leesbare kopie wordt ook geaccepteerd en leidt in ieder geval niet tot een onvolledige aanvraag)
• een kopie van de bestreden beslissing
• uitgebreide toelichting welk milieubelang in het geding is, waaruit de schade en/of hinder bestaat en waarom rechtzoekende daar rechtstreeks en individueel bij betrokken is
• aan te voeren gronden van eis/verweer

Als aanvrager een rechtspersoon is:

• statuten waaruit blijkt dat de doelomschrijving is gericht op het milieubelang én op een gemeentelijk, intergemeentelijk of provinciaal werkgebied (indien dit uit de eerste pagina van de statuten blijkt, is een kopie van de eerste pagina voldoende)
• financieel jaarverslag/overzicht activa en passiva van het jaar voorafgaand aan de aanvraag

Inschrijvingsvoorwaarden

De rechtsbijstandverlener moet een toevoegarrangement milieu (pdf, 126 kB) hebben.

Toevoegbeleid

Je kunt een toevoeging verstrekken als inhoudelijk aan de volgende drie criteria wordt voldaan:

1. De aanvraag toevoeging wordt getoetst aan de gebruikelijke voorwaarden, zoals zelfredzaamheid, (financieel) belang, bereik, enzovoorts.

Voorbeelden:

• Voor verzoeken in het kader van de Wet Openbaar Bestuur (WOB) / Wet open overheid (WOO), zie de werkinstructie B010.

• Een verzoek om handhaving wijs je af met tekstcode 130 (zelfredzaamheid). Een rechtzoekende wordt in beginsel geacht zelf het handhavingsverzoek in te kunnen dienen (artikel 28 lid 1 sub c Wrb en artikel 8 lid 1 sub k Brt).

2. Een eerste toevoeging voor een geschil over een milieurechtsbelang kun je toevoegen voor advies c.q. procedure als voorts aan de volgende voorwaarden is voldaan:

• rechtzoekende is belanghebbende
• voldoende rechtsgrond, omdat:
  a. er is sprake van planvorming die schade veroorzaakt aan milieu en/of gezondheid;
  b. er is sprake van een ontwerpvergunning die onvoldoende bescherming biedt aan milieu, mens of dier;
  c. opgestelde milieunormen worden overtreden. Handhaving is vereist, maar blijft achterwege;
  d. er sprake is van onrechtmatige overlast.

De tweede en volgende toevoeging voor datzelfde rechtsbelang verstrek je uitsluitend voor procedure met de toelichting “advies onder bereik van …”.

3. Een rechtspersoon moet eveneens voldoen aan de (inhoudelijke) eisen die de wet stelt aan het verstrekken van gefinancierde rechtsbijstand aan een rechtspersoon. Bijvoorbeeld het vereiste dat een rechtspersoon niet mag zijn opgericht met als doel een gerechtelijke procedure te voeren. Zie werkinstructie Rechtspersonen en de Beleidsregel draagkrachtbeoordeling rechtspersonen in het kader van gesubsidieerde milieurechtsbijstand.

Bereik (geen afzonderlijke toevoeging)

Werkzaamheden kunnen onder het bereik van een eerder verstrekte toevoeging vallen (artikel 28 lid 1 sub b Wrb en artikel 32 Wrb). Je verstrekt in dat geval geen afzonderlijke toevoeging. Het beleid is beschreven in de werkinstructie Bereik. In onderstaand overzicht staan enkele voorbeelden van bereik op dit gebied:

• Algemeen: hoofdstuk 1, o.a. rechtsbelang, diversiteit van procedures;
• Bestuursrechtelijke zaken: hoofdstuk 2;
• Civielrechtelijke zaken: hoofdstuk 3.

Belanghebbende

Duidelijk moet zijn dat rechtzoekende rechtstreeks en individueel betrokken is bij het milieurechtsbelang in kwestie. Bijvoorbeeld door dat rechtzoekende op korte afstand woont, zicht heeft op het object, of het probleem een inbreuk op de eigen woon- of leefomgeving betreft. Je toetst deze betrokkenheid terughoudend en gaat daarbij niet op de stoel van de milieurechter zitten.

Financiële beoordeling

Rechtspersonen (artikel. 2 Bdrm)

Je wijst de aanvraag af als het vermogen van de rechtspersoon € 10.000,- of meer bedraagt. Bij toetsing kijk je naar de aanwezigheid van middelen respectievelijk liquide te maken vermogensbestanddelen als kasgeld, banktegoeden, vorderingen en effecten. Herkomst of bestemming van het vermogen is niet relevant voor de beoordeling, ook wordt geen rekening gehouden met negatieve vermogensbestanddelen.

Eigen bijdrage rechtspersoon

Als je een toevoeging aan een rechtspersoon verstrekt, bedraagt de eigen bijdrage 25% van de hoogste eigen bijdrage. Deze eigen bijdrage moet handmatig worden ingevoerd.

Rechtspersoon in oprichting

Zolang de rechtspersoon in oprichting is, worden de bijzondere regels voor rechtspersonen niet toegepast en kunnen toevoegingen uitsluitend volgens het regime voor particulieren worden aangevraagd.

Voor particulieren gelden de reguliere draagkrachtcriteria van de Wet op de rechtsbijstand.

Groepstoevoeging

Als meerdere milieugroeperingen zich bezighouden met eenzelfde milieuprobleem (bijvoorbeeld afgifte van een ontwerpvergunning in een bepaald kwetsbaar gebied) dan geeft de advocaat dit aan in de aanvraag. Je geeft de toevoegingen af als groepstoevoeging. Je zet in GRAS "ind.groep" op J en je geeft bij inhoudelijke toelichting de code SH (samenhang) met het Graskenmerk van het andere dossier.  Bij de declaratie wordt rekening gehouden met deze samenhangende zaken.

De vaststelling van de toevoeging

Je zult de declaratie van de toevoeging handmatig moeten vaststellen in verband met de hoogte van de eigen bijdrage (25% van de hoogste eigen bijdrage), deze moet worden aangepast in Gras.

Schematisch overzicht K010

Schematisch overzicht (pdf, 24 kB)