Handboek Ambtshalve Toevoeging / Aanwijzing
Inleiding
Het Handboek Ambtshalve Toevoeging/Aanwijzing is gemaakt voor medewerkers van de Raad voor Rechtsbijstand (RvR) ten behoeve van de beoordeling van toevoegings-aanvragen, en voor medewerkers van het OM en de rechtbanken die betrokken zijn bij de (digitale) afgifte van een last tot toevoeging. Waar relevant is er verband gelegd met de (voorliggende) piketfase en het hoger beroep.
Voor de positionering van de onderwerpen is aangesloten bij de bijlage bij het Besluit vergoedingen rechtsbijstand.
Waar in dit Handboek wordt gesteld dat de griffie of griffier een last verstrekt, wordt de feitelijke (praktische) afgifte van de last bedoeld. De formele bevoegdheid tot lastgeving ligt bij de rechter. Per 1 maart 2017 is o.a. het wetboek van Strafvordering gewijzigd (Stb. 2016, 475 en 476). Vooralsnog wordt de werkwijze van voor de wetswijziging voortgezet. In plaats van een kennisgeving van het OM waarna de Raad een raadsman aanwijst wordt nog steeds een last verstrekt door de rechtbank (zie bijvoorbeeld artikel 40 Sv nieuw).
Voor het toevoegbeleid bij gesubsidieerde rechtsbijstand staan in dit Handboek verwijzingen naar de werkinstructies op Kenniswijzer van de Raad voor Rechtsbijstand.
Helpdesk RvR
Voor inhoudelijke vragen over de afgifte van een (digitale) last, bel met de Raad voor Rechtsbijstand 088 – 787 1000. Of stuur een e-mail naar [email protected]
Disclaimer
De informatie in dit Handboek is bedoeld ter ondersteuning van medewerkers van de Raad voor Rechtsbijstand en de griffies van het OM en de rechtbanken in de uitvoering van hun taken. De wetteksten en formele werkinstructies gaan te allen tijde voor op de formuleringen in het Handboek.
De informatie in dit Handboek is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Desondanks kan het voorkomen dat informatie verouderd, onvolledig of incorrect is. De samenstellers zijn op geen enkele manier aansprakelijk voor mogelijke schade of nadeel, voortkomend uit eventuele onjuiste of onvolledige informatie in dit Handboek.
Wilt u de redactie attenderen op onjuistheden? Neem dan contact op met de Werkgroep Kwaliteit van de Raad voor Rechtsbijstand via [email protected].
Als u het Handboek heeft geprint
In verband met wets- en beleidswijzigingen kan de inhoud van dit Handboek wijzigen. Raadpleeg daarom altijd op Kenniswijzer de meest recente versie van dit Handboek.
Afgifte-/ toevoegbeleid
1. Advocaat
De rechtzoekende is bevoegd om een advocaat te kiezen (art. 38 Sv). Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen een voorkeursadvocaat (deelnemer stelsel voor de betreffende specialisatie) of een ‘gekozen’ advocaat (behoeft geen deelnemer van het stelsel te zijn voor de betreffende specialisatie). Deze ‘gekozen advocaat’ wordt niet door de Staat/RvR betaald (art. 40 lid 5 Sv).
Heeft de rechtzoekende geen gekozen advocaat en wil hij gebruik maken van gesubsidieerde rechtsbijstand dan kan een (last tot) toevoeging/aanwijzing worden verstrekt (art. 43 Wrb). Je beoordeelt of de advocaat staat ingeschreven bij de RvR, zie werkinstructie Specialisatie advocaat/niet ingeschreven advocaat op Kenniswijzer.
In één zaak wordt één advocaat toegevoegd/aangewezen (art. 41-43 Sv).
1.1 Specialisatie/inschrijving RvR bij toevoegen advocaat
De Raad adviseert geen last tot toevoeging te verstrekken aan een advocaat die niet met de juiste specialisatie bij de Raad voor Rechtsbijstand staat ingeschreven, dit in verband met kwaliteitsborging. De algemene inschrijvingsvoorwaarden en een overzicht van de rechtsgebieden voor specialisatie staan in de werkinstructie Specialisatie advocaat/niet ingeschreven advocaat op Kenniswijzer.
2. Bereik van de toevoeging/aanwijzing
In dit hoofdstuk worden enkele termen toegelicht, zoals bereik, rechtsbelang en diversiteit van procedures. In de werkinstructie Bereik op Kenniswijzer staat meer informatie over bereik en gesubsidieerde rechtsbijstand.
2.1 Bereik
Een toevoeging/aanwijzing omvat alle werkzaamheden voor behartiging van het op de toevoeging vermelde rechtsbelang (art. 32 jo 24 lid 4 Wrb). Je toetst bij iedere toevoegaanvraag of de werkzaamheden vallen onder het bereik van een eerder verstrekte (straf)toevoeging.
Als er eerder een (last tot) toevoeging/aanwijzing aan rechtzoekende is verstrekt, toets je bij een volgende aanvraag of sprake is van hetzelfde rechtsbelang (zie paragraaf 2.2). Als dit het geval is, toets je of sprake is van diversiteit van procedures (zie paragraaf 2.3).
Beoordeling Raad
De Raad kan besluiten om de last/aanwijzing niet uit te voeren als sprake is van bereik of een dubbele last. In deze gevallen wordt rechtzoekende geen rechtsbijstand ontzegd, maar vallen de werkzaamheden van de advocaat onder een al eerder verstrekte toevoeging.
2.2 Rechtsbelang
Het rechtsbelang is het belang waarvoor de rechtzoekende rechtsbijstand aanvraagt/behoeft (art. 1 Brt). Bepalend hiervoor is het doel en beoogd eindresultaat van de rechtsbijstand. De wijze waarop het belang behartigd wordt en de wegen die daartoe bewandeld worden, zijn voor de beoordeling minder relevant. Het maakt voor de beoordeling niet uit of aanvrager eisende dan wel verwerende partij is.
Is er sprake van een ander rechtsbelang, dan toets je de aanvraag verder op de gebruikelijke wijze aan de diverse wettelijke criteria (financieel belang, gegrondheid, noodzaak rechtsbijstand etc.).
Bij een samenstel van belangen beoordeel je of deze ieder afzonderlijk een zelfstandige betekenis hebben, dan wel zo nauw met elkaar samenhangen dat niet gesproken kan worden van zelfstandige rechtsbelangen.
Uiteraard kan een bepaald rechtsbelang leiden tot meerdere rechtsvragen, maar dat gegeven op zich levert geen grond om voor ieder van die rechtsvragen afzonderlijk een toevoeging te verstrekken.
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft in een aantal uit-spraken vastgesteld dat de vraag of een nieuwe, afzonderlijke toevoeging aan de orde is, afhankelijk is van het zelfstandig karakter van het geschil waarvoor de nieuwe toevoeging wordt aangevraagd en van de verschillende procedurele, feitelijke en inhoudelijke juridische omstandigheden van de gevallen (bijv. RvS 27 juni 2001, 200003843/1/H2). De omvang van de door de rechtsbijstandverlener te verrichten werkzaamheden is een bijkomende maatstaf zonder zelfstandige betekenis.
2.3 Diversiteit van procedures
Als de aanvraag betrekking heeft op hetzelfde rechtsbelang waarvoor eerder een toevoeging/aanwijzing is verstrekt, dan toets je de aanvraag vervolgens aan het criterium ‘diversiteit van procedures’.
Je toetst:
- of op de eerder afgegeven toevoeging/aanwijzing een procedure is gevoerd, én
- of op de gevraagde (nieuwe) toevoeging/aanwijzing daadwerkelijk een procedure bij een andere instantie wordt gevoerd. Het is bijvoorbeeld niet voldoende dat het beroep is ingesteld op nader aan te voeren gronden, er moet sprake zijn van inhoudelijke werkzaamheden in de procedure.
Worden beide ‘vragen’ positief beantwoord, dan is sprake van diversiteit van procedures.
Procedure
Een procedure is een civiel-, bestuurs- of strafrechtelijke zaak die bij een (rechterlijke) instantie aanhangig is gemaakt. Zie artikel 1 Besluit vergoedingen rechtsbijstand.
Advies: straf
In strafzaken kennen we geen adviestoevoeging. De werkzaamheden in strafzaken hangen samen met gerechtelijke procedures.
3. Rechtsbijstand op basis van straftoevoeging/-aanwijzing
Onderstaande is uitsluitend van toepassing op strafrechtelijke kwesties en dient in samenhang met het algemene hoofdstuk over bereik (hoofdstuk 2) gelezen te worden.
In strafzaken is in beginsel pas dan een grond aanwezig voor het verlenen van een toevoeging voor rechtsbijstand als tegen de verdachte (art. 27 Sv, definitie verdachte) van een misdrijf vervolging is aangevangen en hij op grond daarvan ter terechtzitting wordt gedagvaard.
Op grond van artikel 42 Sv [1] geldt een toevoeging in strafzaken voor ‘de gehele aanleg’. Onder het bereik van de toevoeging voor de hoofdzaak valt:
- behandeling van het bezwaarschrift tegen de dagvaarding c.q. kennisgeving van verdere vervolging, het hoger beroep en het beroep in cassatie tegen de ter zake genomen beslissing;
- behandeling in verband met het bevel tot gevangenhouding, de verlenging daarvan en het hoger beroep;
- bijstand bij onderzoek(shandelingen) door de RC en daarmee vergelijkbare onderzoeken (vóór 1 januari 2013 gerechtelijk vooronderzoek of mini-instructie/getuigenverhoor);
- bezwaar onthouding processtukken door OM;
- bezwaar tegen bevel beperkingen;
- voortgezette behandeling van de strafzaak na aanhouding, schorsing of na verwijzing naar de bevoegde rechter;
- bijstand in strafzaak waarbij de Officier van Justitie opnieuw dagvaardt, na intrekking eerdere dagvaarding vóór behandeling ter terechtzitting;
- indienen en behandeling wrakingsverzoek;
- werkzaamheden om sepot te bewerkstelligen;
- opleggen Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (ISD-maatregel);
- gedragsaanwijzing door de Officier van Justitie (art. 509hh Sv);
- voortgezette behandeling strafzaak minderjarige verdachte, na zitting ten overstaan van de Officier van Justitie (bijv. SIL of TRIP-zitting).
Bovenstaande werkzaamheden vallen onder het bereik van één toevoeging.
De opsomming is niet limitatief.In de werkinstructie Bereik in strafrechtelijke zaken op Kenniswijzer staat uitgebreide informatie over bereik in strafzaken.
4. Toevoegen advocaat aan verdachten – Strafrechtelijke lasten
Aan de (ambtshalve) toevoeging/aanwijzing in een strafzaak wordt het aantal punten toegekend dat in de bijlage van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand is bepaald. Er wordt o.a. onderscheid gemaakt tussen strafrechtelijke zaken voor verdachten (S-codes, hoofdstuk 4) en strafrechtelijke zaken voor niet-verdachten (Z-codes, hoofdstuk 6).
4.1. S040 Meerderjarige verdachte
Uitgangspunt is dat een last tot toevoeging/kennisgeving tot aanwijzing met S-codering alleen wordt verstrekt aan een verdachte, niet aan een veroordeelde.
Voorlopige hechtenis (art. 40 lid 1 sub a/b Sv)
Wordt voorlopige hechtenis (bewaring) bevolen en heeft de verdachte geen gekozen advocaat [2], dan krijgt hij een advocaat aangewezen [3]op grond van artikel 40 lid 1 sub a Sv, eerste aanleg of artikel 40 lid 1 sub b Sv, hoger beroep. Deze zaken codeer je op S040, ongeacht of de zaak in eerste aanleg voor de enkelvoudige of meervoudige kamer komt.
Onderzoekshandelingen RC (art. 181 Sv e.v)
- Treedt de advocaat met een stelbrief op als gekozen advocaat [4] en wordt op grond van artikel 187a Sv een last verzocht dan wordt het verzoek om een last te verstrekken afgewezen. De verdachte heeft immers een advocaat;
- Treedt de gekozen advocaat terug en vraagt hij desondanks op grond van artikel 187a Sv een last tot toevoeging, dan wordt het verzoek om een last te verstrekken afgewezen. De advocaat kan een aanvraag toevoeging bij de Raad voor Rechtsbijstand indienen (art. 44 Wrb);
- Is er geen toegevoegde of gekozen advocaat bekend, dan kan op grond van artikel 187a Sv een last tot toevoeging worden verstrekt.
Zie ook punt 5 van de Werkinstructie Mutatie van de toevoeging i.v.m. opvolgingop Kenniswijzer.
Uit andere hoofde gedetineerd (art. 41 lid 1 Sv)
Is de verdachte uit andere hoofde gedetineerd of rechtens zijn vrijheid ontnomen en is vervolging tegen hem aangevangen, dan kan hij verzoeken om aanwijzing [5] van een advocaat bij de Raad voor Rechtsbijstand op grond van artikel 41 lid 1 Sv. Dit verzoek kan worden geweigerd als de verdachte niet in zijn verdediging wordt geschaad. Er wordt bijvoorbeeld geen aanwijzing verstrekt als de vrijheidsbeneming kort duurt; in dat geval heeft verdachte voldoende mogelijkheid om zelf in zijn verdediging te voorzien.
Het begrip kort wordt zeer verschillend toegepast, afstemming is nodig.
Suggestie: Komt de verdachte niet binnen 3 weken voor de geplande zitting vrij, dan kan een last tot toevoeging/aanwijzing verstrekt worden.
Verdachte in vrijheid (art. 41 lid 2 Sv)
Als de voorzitter van het gerecht oordeelt dat aan een verdachte, die zich in vrijheid bevindt en die geen raadsman heeft in het belang van zijn verdediging, rechtsbijstand moet worden verleend nadat de zaak op de terechtzitting aanhangig is gemaakt, dan geeft hij een last tot aanwijzing.
Geestvermogens (art. 509a jo 509c Sv)
Er wordt een last tot aanwijzing verstrekt op grond van artikel 509a jo 509c Sv als vermoed wordt dat de geestvermogens van de verdachte gebrekkig ontwikkeld of ziekelijk gestoord zijn, waardoor hij niet in staat is om zijn belangen behoorlijk te behartigen.
Zie verder:
- overzicht wettelijke grondslag bij digitale last;
- werkinstructie S040 / S050 misdrijven, eerste aanleg voor die zaken waarin een last tot toevoeging niet van toepassing is;
- werkinstructie artikel 29 Bvr voor wijziging zaakcode bij declaratie.
4.1.1 Gijzeling na strafbeschikking (S041)
Voor een gijzeling na strafbeschikking verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:25 jo 6:6:3 Sv)
4.1.2 S010 Overtreding bij kantonrechter (geen last/aanwijzing)
Je verstrekt geen last/aanwijzing voor een overtreding die bij de kantonrechter dient (bijv. Leerplichtwet, Wet Mulder, ed). Zie werkinstructie S010 overtreding, dienend voor sector kanton.
4.2 Minderjarige verdachte/veroordeelde
4.2.1 S020 Jeugdstrafzaken - Minderjarige verdachte
Voor alle jeugdstrafzaken met betrekking tot minderjarige verdachten gebruik je de zaakcode S020. Minderjarig betekent in dit kader dat de verdachte bij het begaan van het feit nog geen 18 jaar was.
De minderjarige verdachte die geen gekozen advocaat [6] heeft, krijgt een advocaat aangewezen in de volgende gevallen:
- vervolging is aangevangen wegens een feit waarvan in eerste aanleg de rechtbank kennis neemt, uitgezonderd strafzaken bij de kantonrechter (art. 491 lid 1 Sv);
- de officier van justitie bij een misdrijf in een strafbeschikking een taakstraf als bedoeld in artikel 77f, tweede lid Sr wil opleggen en deze meer dan twintig uren zal belopen of het bedrag dat daarmee is gemoeid het bedrag van €115,- overschrijdt (Art. 491 lid 2 Sv en zie werkafspraak in Stcrt 2017-68077-n1 onder punt 5 'OM-afdoening'.);
- hoger beroep ingesteld tegen eindvonnis in eerste aanleg art. 491 lid 4 Sv).
Geen last/aanwijzing
Op grond van artikel 491 lid 1 Sv kan géén aanwijzing worden verstrekt voor een overtreding die bij de kantonrechter dient (bijv. Leerplichtwet, Wet Mulder, ed).
4.2.2 Minderjarige veroordeelde
Aan de veroordeelde minderjarige die geen (gekozen) advocaat [7] heeft wordt ambtshalve een advocaat toegevoegd voor bijstand (art. 491 lid 3 Sv) in de volgende gevallen:
- ten uitvoerlegging sanctie (art. 6:6:3 lid 6 jo 6:6:4 lid 3 Sv), zaakcategorie Z150;
- bezwaar omzetting taakstraf (art. 6:3:10 Sv), ook als taakstraf is opgelegd door kantonrechter, zaakcategorie Z151;
- verlenging maatregel plaatsing in inrichting voor jeugdigen (art. 6:6:37 jo 6:6:31 Sv), zaakcategorie Z060.
Vooralsnog wordt op advies van de expertgroep jeugdrechters een last verstrekt aan veroordeelde minderjarigen voor het bezwaar tegen opslag DNA ex art. 7 Wet DNA, zaakcategorie Z260.
Zie verder:
- overzicht wettelijke grondslag bij digitale last/kennisgeving;
- werkinstructie S020 jeugdstrafzaken op Kenniswijzer voor die zaken waarin een last tot toevoeging/aanwijzing niet van toepassing is;
- werkinstructie artikel 29 Bvr op Kenniswijzer voor wijziging zaakcode bij declaratie.
4.3 S042 Supersnelrecht
Aan strafzaken die in eerste aanleg via supersnelrecht zijn behandeld, ken je de zaakcode S042 toe. Van supersnelrecht is sprake als de zaak binnen de termijn van inverzekeringstelling inhoudelijk wordt behandeld, voorlopige hechtenis wordt gevorderd en het aannemelijk is dat een vrijheidsstraf wordt opgelegd.
De zaakcode S042 wijzigt niet als een toevoeging S042 wordt overgenomen door een opvolgend advocaat of als er hoger beroep wordt ingesteld.
Verschil supersnelrecht en snelrecht
Het voornaamste verschil tussen supersnelrecht en snelrecht is dat bij supersnel-recht de zaak binnen de termijn van de inverzekeringstelling (max. 6 dagen) moet zijn behandeld en bij snelrecht binnen de termijn van de bewaring (max. 20 dagen).
4.4 Wijziging advocaat
Overname advocaat
Bij overname van een zaak door een andere advocaat (art. 44 Sv) wordt de eerdere aanwijzing gemuteerd door de Raad. Heeft de rechtbank een last verstrekt, dan beslist de rechtbank op het verzoek om mutatie. De overnemende advocaat moet voldoen aan de criteria uit paragraaf 1.1, specialisatie en inschrijving.
- Waarneming: bijvoorbeeld eerste advocaat is ziek of op vakantie, een ander neemt waar. Geen mutatie nodig. Geen opvolgingstoeslag bij declaratie;
- Indeplaatsstelling: overname door een kantoorgenoot / iemand van hetzelfde kantoorverband. Mutatie door de Raad mogelijk (zie werkinstructie 'Mutatie van de toevoeging i.v.m. opvolging' onder punt 6). Geen opvolgingstoeslag bij declaratie;
- Opvolging: overname door advocaat van ander kantoor. Mutatie door Raad. Wel opvolgingstoeslag bij declaratie, als mutatie buiten termijn van 2 weken na eerste last is.
- Blijkt van de verhindering of ontstentenis pas op de terechtzitting, dan geeft de voorzitter een last tot aanwijzing van een andere raadsman (art. 44 lid 2 Sv).
4.5 Meerdere dagvaardingen
Uitgangspunt is dat per dagvaarding één afzonderlijke (last tot) toevoeging/aanwijzing wordt verstrekt. Deze toevoeging omvat de behandeling van alle feiten en alle parketnummers die in de dagvaarding zijn vermeld.
4.6 Nietige dagvaarding/ ingetrokken dagvaarding
De strafzaak is geëindigd met een einduitspraak waarbij de dagvaarding nietig is verklaard. Je verstrekt voor dezelfde zaak een nieuwe (last tot) toevoeging/aanwijzing als er opnieuw wordt gedagvaard.
Is de dagvaarding vóór de zitting door de OvJ ingetrokken, dan verstrek je voor de nieuwe dagvaarding géén nieuwe (last tot) toevoeging/aanwijzing. De werkzaamheden vallen onder het bereik van de eerdere toevoeging.
4.7 Bijstand getuige: verdachte
Wordt de verdachte als getuige gehoord in dezelfde strafzaak, waarvoor een toevoeging is verstrekt, dan vallen de werkzaamheden voor het gehoor als getuige onder het bereik van de toevoeging voor de strafzaak.
5. Piketrechtsbijstand
In dit hoofdstuk is achtergrondinformatie opgenomen omtrent de rechtsbijstandverlening in de piketfase.
Is in een wetsartikel artikel 39 Sv nieuw (per 1 maart 2017) [8] (of artikel 40 Sv oud) van toepassing verklaard, dan is altijd sprake van piketrechtsbijstand.
5.1 Piketfase (geen last tot toevoeging/aanwijzing)
Onder de piketfase van het (jeugd)strafrecht valt:
- Consult advocaat direct na aanhouding (voorafgaand aan het eerste politieverhoor, ook consultatiebijstand genoemd);
- Bijstand bij politieverhoor voor aangehouden verdachten van bepaalde strafbare feiten;
- Bijstand na inverzekeringstelling;
- Bijstand bij de rechtmatigheidstoets inverzekeringstelling;
- Hoger beroep tegen de onmiddellijke invrijheidstelling (art. 59c Sv);
- Bijstand bij de behandeling van de vordering tot bewaring op grond van artikel 63 Sv of de vordering op grond van artikel 6:6:20 Sv. Bijstand bij de behandeling van de vordering tot spoedeisende, tijdelijke en voorlopige tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke en vrijheidsbeperkende straffen of maatregelen op grond van artikel 6:6:20 Sv valt onder piketrechtsbijstand. Het gaat in ieder geval om de volgende vorderingen:
- voorlopige tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf of maatregel;
- de gehele of gedeeltelijke tenuitvoerlegging van vervangende hechtenis bij een vrijheidsbeperkende maatregel of bij een gedragsmaatregel voor een jeugdige.
Zie ook werkinstructie artikel 23/23a Bvr strafpiket op Kenniswijzer.
5.1.1 Wots/ Wets/ Uitleveringswet/ Overleveringswet/ vrijheidsontneming o.g.v. bijzondere wetten
Piketwerkzaamheden in het kader van Wots-Wets/ Uitleveringswet/ Overleveringswet/ vrijheidsontneming o.g.v. overige bijzondere wetten (bv. TBS) vallen ook onder het strafpiket voor zover artikel 39 Sv nieuw (per 1 maart 2017) (of artikel 40 Sv oud) van overeenkomstige toepassing is verklaard.
Na behandeling van de vordering tot bewaring eindigt de piketrechtsbijstand in de (jeugd)strafpiketfase, zie ook werkinstructie artikel 23/23a Bvr strafpiket op Kenniswijzer.
5.2.2 Wet verplichte GGZ/Wet zorg en dwang
Onder de psychiatrisch patiënten-piketfase valt:
Rechtsbijstandverlening na piketmelding in het kader van een crisismaatregel/ last tot inbewaringstelling afgegeven door de burgemeester (art. 7:2 lid 3 WVGGZ of artikel 31 WZD), zie ook werkinstructie artikel 23 Bvr Psychiatrisch Patiëntenpiket op Kenniswijzer.
N.B. De Wvggz spreekt van patiënten, de Wzd spreekt van cliënten.
5.2.3 Vreemdelingenpiket
Onder de piketfase ten aanzien van vreemdelingenpiket valt:
De rechtsbijstandverlening wanneer een persoon krachtens de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) in zijn vrijheid wordt beperkt of van wie de vrijheid wordt ontnomen, zie ook werkinstructie artikel 23 Bvr Vreemdelingenpiket op Kenniswijzer.
- Ophoudingsverhoor (art. 50 Vw)
- Bewaringsgehoor of nadat de vreemdeling in bewaring is gesteld (art. 59, 59a en 59b Vw)
- Wanneer de toegang tot Nederland wordt geweigerd (art. 6 Vw)
5.2.4 Tijdelijk huisverbod
Het piket tijdelijk huisverbod is de vroeghulp aan de persoon die tijdelijk uit huis is geplaatst, zie ook werkinstructie artikel 23 Bvr piket tijdelijk huisverbod op Kenniswijzer.
6. Toevoegen advocaat - Strafzaken niet-verdachten
Aan de (ambtshalve) toevoeging/aanwijzing in een strafzaak wordt het aantal punten toegekend dat in de bijlage van het Besluit vergoedingen rechtsbijstand is bepaald. Er wordt o.a. onderscheid gemaakt tussen strafrechtelijke zaken voor verdachten (S‑codes, hoofdstuk 4) en strafrechtelijke zaken voor niet-verdachten (Z-codes, hoofdstuk 6). Onder strafrechtelijke zaken voor niet-verdachten zijn onder code Z020 ook de zaken die op basis van de Wet Verplichte GGZ (Wvggz) en de Wet Zorg en Dwang (Wzd) in aanmerking komen voor een last tot toevoeging opgenomen.
Wordt er geen ambtshalve last tot toevoeging/aanwijzing verstrekt, dan dient de advocaat bij de reguliere aanvraag toevoeging in MijnRvR het formulier Straf te gebruiken, ook in strafzaken niet-verdachten.
6.1 Z010 Uitleveringswet
Aan de persoon die wordt verwijderd uit Nederland met doel hem ter beschikking te stellen van de autoriteiten van een andere Verdragsstaat voor een strafrechtelijk onderzoek of de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel wordt een advocaat aangewezen (art. 24 lid 3 Uitleveringswet). De aanwijzing wordt verstrekt voor de gehele procedure, inclusief het horen.
Bij vrijheidsbeneming anders dan uit kracht bevel aanhouding, voorlopige aanhouding of (verlenging) inverzekeringstelling wijst de Raad op grond van artikel 45a lid 3 Uitleveringswet een advocaat aan.
6.2 Z011 Overleveringswet
6.2.1 Nederland als uitvoerende lidstaat
Aan de persoon die wordt verwijderd uit Nederland met doel hem ter beschikking te stellen van de autoriteiten van een andere lidstaat van de Europese Unie voor een strafrechtelijk onderzoek of de tenuitvoerlegging van een straf of maatregel wordt een advocaat aangewezen (art. 24 lid 3 Overleveringswet). De aanwijzing wordt verstrekt voor de gehele procedure, inclusief het horen.
Bij vrijheidsbeneming anders dan uit kracht van een Europees/Nederlands aanhoudingsbevel, voorlopige aanhouding wijst de Raad op grond van artikel 43a lid 5 Overleveringswet een advocaat aan.
6.2.2 Nederland als verzoekende/uitvaardigende lidstaat
Zie werkinstructie Z250.
6.3 Z020 Psychiatrisch patiëntenrecht
Voor alle zaken met betrekking tot psychiatrisch patiëntenrecht gebruik je de zaakcode Z020, ook voor klachten en cassatie. Let op: voor cassatie verstrek je geen last tot toevoeging. De advocaat kan een aanvraag toevoeging indienen bij de Raad, waarbij de reguliere draagkrachttoets plaatsvindt. Een Eigen verklaring bij vrijheidsontneming kan hierop van toepassing zijn als rechtzoekende gedurende zijn/haar gedwongen opname geen inkomen (dit kan bv ook een Wajonguitkering zijn) en/of vermogen geniet. Voor bijzonderheden omtrent de draagkrachtoets in Z020-zaken zie de werkinstructie Geen eigen bijdrage.
De Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (WVGGZ) regelt de bevoegdheid tot verplichte zorg aan patiënten met een psychische stoornis die een gevaar zijn voor zichzelf, voor anderen dan wel een bedreiging vormen voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen. De verplichte zorg kan behalve in een GGZ-instelling ook buiten de instelling worden opgelegd.
De Wet zorg en dwang (WZD) regelt de bevoegdheid tot onvrijwillige zorg en onvrijwillige opname voor cliënten met een verstandelijke beperking en cliënten met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie).
N.B. De Wvggz spreekt van patiënten, de Wzd spreekt van cliënten.
Zoals in hoofdstuk 5 (piket) aangegeven valt de rechtsbijstandverlening bij een piketmelding voor een crisismaatregel of last tot inbewaringstelling afgegeven door de burgemeester (art. 7:2 lid 3 WVGGZ en 31 WZD) onder de piketfase.
Op grond van art. 1:7 WVGGZ wordt een last tot toevoeging verstrekt voor de volgende procedures:
a. Verzoekschrift wordt ingediend voor een machtiging tot voorzetting van de crisismaatregel (art. 7:7 WVGGZ);
b. Bij voorbereiding van een verzoekschrift voor een zorgmachtiging (art. 5:4 WVGGZ), verlenging zorgmachtiging (art. 6:5 WVGGZ); zorgmachtiging aansluitend op de voortzetting crisismaatregel (art. 7:11 WVGGZ);
c. Betrokkene beroep tegen de crisismaatregel instelt (art. 7:6 WVGGZ);
d. Betrokkene beroep tegen de beslissing van de klachtencommissie instelt (art. 10:7 WVGGZ).
Op grond van de WZD wordt een last tot toevoeging verstrekt voor de volgende procedures:
a. De machtiging tot verlenging van de inbewaringstelling (art. 24 jo 38 WZD); Wordt de zaak voorafgaand aan de geplande zitting ingetrokken en vindt er geen inhoudelijke beoordeling plaats, dan adviseert de Raad de rechtbank de last tot toevoeging in te trekken. De werkzaamheden vallen onder de piketfase;
b. De machtiging tot opname en (voortgezet) verblijf, na verlenging
inbewaringstelling in een psychiatrisch ziekenhuis (art. 24 jo 38 WZD);
c. De voorwaardelijke machtiging tot opname en (voortgezet) verblijf jongvolwassenen (art. 28aa jo 38 WZD);
d. Betrokkene beroep tegen de beslissing van de klachtencommissie instelt (art. 56d WZD).
Zie ook rechtspraak.nl
6.3.1 Z020 Zorgmachtiging
De fase waarin een last tot toevoeging wordt verstrekt bij de zorgmachtiging op grond van de Wvggz is vervroegd naar de voorbereidingsfase (art. 5:4 Wvggz). Er is geen grondslag voor dubbele lastgeving. Dient de officier van justitie het verzoek in bij de rechter, dan verstrek je voor de nieuwe dagvaarding géén nieuwe toevoeging op last of aanwijzing. De werkzaamheden vallen onder het bereik van de eerdere toevoeging.
6.4 Z060 Terbeschikkingstelling (tbs)
6.4.1 Z060 Meerderjarigen
Aan de veroordeelde wordt op grond van artikel 6:6:10 jo 6:6:3 Sv een advocaat aangewezen bij een vordering ingediend tot:
- verlenging tbs-maatregel (art. 6:6:10 lid 1 sub a, b en c Sv);
- hervatting verpleging of alsnog verpleging na overtreding van een voorwaarde of gevaar voor de veiligheid (art. 6:6:10 lid 1 sub d en e Sv);
- beëindiging van de verpleging omdat de ter beschikking gestelde geen rechtmatig verblijf heeft (art. 6:6:10b Sv - beëindiging door de rechter, artikel 6:2:18 Sv - beëindiging door de Minister);
- het wijzigen, aanvullen of opheffen van de voorwaarden (art. 6:6:10 lid 1 sub f).
Bij verlenging tbs-zaken (art. 6:6:10 ev Sv) blijft het parketnummer gelijk aan dat in eerste aanleg.
Beroep
Je verstrekt een last/aanwijzing voor het beroep in deze zaken. (art. 6:6:15 jo 6:6:3 Sv)
Geen last/aanwijzing
Analoog aan de vordering tot bewaring bij strafpiket verstrek je geen last/aanwijzing voor de behandeling door de rechter-commissaris van de:
- vordering tot bevel tijdelijke opname (art. 6:6:10a Sv jo 6:3:15 jo 6:6:21 Sv)
- vordering tot voorlopige (hervatting van de) verpleging (art. 6:6:11 jo 6:3:15 jo 6:6:21 Sv);
- vordering tot voorlopige voortzetting van de TBS (art. 6:6:11 jo 6:3:15 Sv).
Deze zaken vallen onder de piketregeling. Zie werkinstructie Art. 23/23a Bvr Strafpiket.
6.4.2 Z060 Minderjarigen PIJ-maatregel
Aan de veroordeelde minderjarige wordt een advocaat aangewezen bij een vordering ingediend tot:
- verlenging (voorwaardelijke beëindiging) PIJ-maatregel (art. 6:6:31 jo 6:6:32 jo 6:6:3 jo 491 Sv);
- terugplaatsing/hervatting PIJ na voorwaardelijke beëindiging (art. 6:6:32 jo 6:6:21 Sv);
- omzetting PIJ-maatregel in een ter beschikking stelling (art. 6:6:33);
- de tijdelijke opneming in een justitiële jeugdinrichting (art. 6:6:35 lid 4).
Beroep
Voor het beroep in deze zaken op grond van art. 6:6:37 jo 6:6:15 Sv verstrek je een last/aanwijzing.
Geen last/aanwijzing
Analoog aan de vordering tot bewaring bij jeugdstrafpiket verstrek je geen last/aanwijzing voor de behandeling door de rechter-commissaris van de vordering tot voorlopige tenuitvoerlegging van de PIJ-maatregel (art. 6:6:32 jo 6:3:15 jo 6:6:21 Sv)
Dit valt onder de piketregeling. Zie werkinstructie Art. 23/23a Bvr Strafpiket.
Achtergrondinformatie:
De kinderrechter kan als een jeugdige zich schuldig gemaakt heeft aan een ernstig misdrijf (gevangenisstraf van vier jaar of meer of enkele specifiek benoemde delicten) een PIJ-maatregel opleggen naast of in plaats van jeugddetentie indien het noodzakelijk is dat de jeugdige intensieve hulp en behandeling krijgt om herhaling van het misdrijf te voorkomen. De PIJ-maatregel wordt opgelegd voor de duur van drie jaar, na twee jaar eindigt de maatregel voorwaardelijk, tenzij deze wordt verlengd. De maatregel kan telkens voor de periode van ten hoogste 2 jaar worden verlengd indien de maatregel is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen en kan in totaal maximaal 7 jaar duren. Ook hierbij geldt dat de maatregel één jaar voor het einde voorwaardelijk zal eindigen. Indien de veiligheid van de maatschappij dit vereist, kan de PIJ-maatregel na de maximale periode in bepaalde gevallen worden omgezet in een tbs-maatregel.
Bij verlenging PIJ-maatregel (art. 6:6:31 Sv) blijft het parketnummer gelijk aan dat in eerste aanleg.
6.5 Z080 Geschillen / klachtzaken gedetineerden (geen last/aanwijzing)
In beklagzaken van gedetineerden of tbs gestelden wordt géén last tot toevoeging/aanwijzing verstrekt, omdat de wet hiervoor geen grondslag biedt. De Raad voor Rechtsbijstand is exclusief bevoegd en toetst de aanvraag toevoeging aan de hand van de werkinstructie Z080 op Kenniswijzer.
6.6 Z140 en Z141 Vreemdelingenbewaring / Vervolgberoep
Een uitgeprocedeerde of illegaal in Nederland verblijvende vreemdeling kan in afwachting van zijn (gedwongen) vertrek uit Nederland in vreemdelingenbewaring worden gesteld. Er wordt voor het beroep tegen inbewaringstelling een last tot toevoeging verstrekt zodra de vreemdeling in bewaring is gesteld en/of de vreemdeling (vervolg) beroep heeft ingesteld (art. 100 Vw).
Zoals in hoofdstuk 5 (piket) staat beschreven valt de rechtsbijstandverlening in het kader van het ophoudingsverhoor (art. 50 Vw), het bewaringsgehoor of nadat de vreemdeling in bewaring is gesteld (art. 59, 59a en 59b VW) en wanneer de toegang wordt geweigerd (art. 6 Vw) onder de piketfase.
Beroep inbewaringstelling
Voor het eerste beroep wordt een last tot toevoeging verstrekt met zaakcode Z140.
Vervolgberoep
Voor het tweede en volgende (vervolg) beroep tot opheffing van de voortduring van de vreemdelingenbewaring wordt een last tot toevoeging verstrekt met zaakcode Z141.
Wordt de vreemdeling opnieuw in bewaring gesteld na opheffing van de bewaring dan is sprake van een nieuwe zaak en wordt nogmaals een last tot toevoeging verstrekt met zaakcode Z140.
Hoger beroep RvS
Voor het hoger beroep wordt een last tot toevoeging verstrekt met zaakcode Z140.
Beroep Verlenging inbewaringstelling
Voor het beroep tegen de verlenging van de vreemdelingenbewaring (art. 59 lid 6 Vw) wordt een last tot toevoeging verstrekt met zaakcode Z140. De werkzaamheden die verricht zijn in de voornemenfase voorafgaand aan het verlengingsbesluit worden geacht te vallen onder het bereik van deze toevoeging.
Als na het voornemen tot de verlenging inbewaringstelling geen verlengingsbesluit genomen wordt, wordt géén last tot toevoeging verstrekt. Voor de werkzaamheden voor het indienen van de zienswijze kan bij de Raad voor Rechtsbijstand een toevoeging worden aangevraagd met zaakcode Z141.
6.7 Z150 Tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
Alle geschillen over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf codeer je met Z150.
6.7.1 Z150 Meerderjarigen
Voor een vordering tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf verstrek je een last tot toevoeging/aanwijzing. (art. 6:6:21 jo. 6:6:1 jo 6:6:3 Sv). Dit betreft onder meer:
- tenuitvoerlegging wegens overtreding van de bijzondere voorwaarden;
- tenuitvoerlegging wegens overtreding van de algemene voorwaarden;
- wijziging van de bijzondere voorwaarden.
Ter info: zoals in hoofdstuk 5 (piket) is aangegeven, valt de behandeling van de vordering van de voorlopige tenuitvoerlegging op basis van art. 6:6:20 Sv onder de piketfase. Artikel 39 Sv is van overeenkomstige toepassing verklaard.
Algemene voorwaarden
Als sprake is van een overtreding van de algemene voorwaarden, dan heeft de rechter een voorwaardelijke straf opgelegd, die niet ten uitvoer zal worden gelegd als de rechtzoekende geen strafbaar feit meer pleegt in een door de rechter bepaalde proeftijd.
Als de rechtzoekende wél een nieuw strafbaar feit pleegt, zal de rechter bij de beoordeling van het nieuwe strafbare feit, tevens de tenuitvoerlegging van de eerder opgelegde voorwaardelijke straf beoordelen.
De vordering tenuitvoerlegging wordt behandeld op de zitting van de strafzaak die gaat over het nieuwe strafbare feit. Er is hier sprake van één rechtsbelang, het opleggen van een vrijheidsstraf. Je verstrekt hiervoor één last/aanwijzing.
Let op: Voor deze tenuitvoerlegging verstrek je dus geen aparte last/aanwijzing. De last/aanwijzing voor de tenuitvoerlegging geldt ook voor de nieuwe strafzaak. Je verstrekt één last/aanwijzing voor de combinatie van de nieuwe strafzaak en de vordering tenuitvoerlegging. Je codeert de last/aanwijzing op zaakcode S040.
Zie ook werkinstructie Bereik onder paragraaf 4.1.9.
Bijzondere voorwaarden
Er is sprake van bijzondere voorwaarden, als de rechter in de strafmaat heeft opgenomen dat de rechtzoekende bijvoorbeeld een taakstraf moet verrichten of een bepaald traject (bijv. afkicken) moet ondergaan. Overtreding van bijzondere voorwaarden houdt in dat de rechtzoekende zich niet of niet geheel heeft gehouden aan deze voorwaarden. De tenuitvoerlegging van de straf wordt op een aparte zitting uitgesproken
Hiervoor verstrek je een last/aanwijzing met zaakcode Z150.
Voorlopige tenuitvoerlegging
De behandeling van de vordering van de voorlopige tenuitvoerlegging op basis van 6:6:20 Sv valt onder de piketfase. Zie hoofdstuk 5 (piket).
Kinderrechter
Dient de zaak van de meerderjarige bij de Kinderrechter, dan is paragraaf 6.7.2 van toepassing.
6.7.2 Z150 Minderjarigen
Voor minderjarigen kan op grond van artikel 491 jo. 6:6:3 Sv een last tot toevoeging worden verstrekt bij een:
- verzoek wijziging in opgelegde bijzondere voorwaarde;
- vordering tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke straf;
- vordering omzetting jeugddetentie in reguliere detentie;
- vordering tenuitvoerlegging sanctie minderjarige.
Voorlopige tenuitvoerlegging
De behandeling van de vordering van de voorlopige tenuitvoerlegging op basis van 6:6:20 Sv valt onder de piketfase. Zie hoofdstuk 5 (piket).
6.8 Z151 Omzetting taakstraf
Alle geschillen over omzetting taakstraf codeer je met Z151.
6.8.1 Z151 Meerderjarigen
Je verstrekt een last/aanwijzing voor:
- een bezwaar omzetting taakstraf;
- een verzoek van rechtzoekende tot wijziging van een taakstraf.
(art. 6:6:23 jo 6:6:3 Sv).
Kinderrechter
Dient de zaak van de meerderjarige bij de Kinderrechter, dan is paragraaf 6.8.2 van toepassing.
6.8.2 Z151 Minderjarigen
Je verstrekt een last/aanwijzing als:
- de veroordeelde minderjarige bezwaar maakt tegen een kennisgeving omzetting taakstraf in jeugddetentie (art. 491 lid 3 jo 6:3:10 jo 6:6:23 jo 6:6:3 Sv);
- het OM een vordering indient tot het vervangen van een geldboete door jeugddetentie (artikel 6:6:30 jo 6:6:3 Sv);
- de veroordeelde minderjarige verzoekt om een geldboete door een taakstraf te vervangen (artikel 6:6:30 jo 6:6:3 Sv).
6.9 Z190 Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnis (Wots) en Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (Wets)
Alle geschillen over Wots en Wets codeer je met Z190.
Heeft de veroordeelde nog geen advocaat dan kan door de voorzitter een last tot aanwijzing (art. 52 lid 3 Wots) worden verstrekt als de veroordeelde wordt gehoord op het advies tot overdracht van de tenuitvoerlegging van een strafvonnis aan een vreemde staat. Dit geldt ook voor lidstaten van de EU (art. 2:27 lid 5 Wets).
Heeft de veroordeelde nog geen advocaat dan kan door het OM een kennisgeving (artikel 64 Wots) tot aanwijzing worden gegeven als de inverzekeringstelling na aanhouding voor de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing is uitgesproken in een vreemde staat. Dit geldt ook voor lidstaten van de EU (art. 2:20 lid 2 Wets).
Ter info: indien artikel 39 Sv (art. 40 Sv oud) op enig artikel in de Wots-Wets van overeenkomstige toepassing is verklaard, valt de rechtsbijstandverlening onder de piketfase.
6.10 Z230 Ontnemingsvordering ex art. 36e Sr
Alle geschillen over ontnemingsvordering ex art. 36e Sr codeer je met Z230.
Als in de hoofdzaak voorlopige hechtenis is bevolen, kan een afzonderlijke mededeling tot aanwijzing (art. 40 lid 1 onder b Sv) worden verstrekt voor het verweer tegen de vordering ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel (art. 36e Sr). Het parketnummer is gelijk aan dat van de hoofdzaak. Zie: ECLI:NL:HR:2021:316, Hoge Raad, 20/01009.
Zie: ECLI:NL:HR:2021:316, Hoge Raad, 20/01009 (rechtspraak.nl)
Vordering gijzeling bij tenuitvoerlegging
Bij de tenuitvoerlegging van de ontnemingsvordering kan gijzeling worden toegepast. Hiervoor verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:25 jo 6:6:3 Sv)
Je vermeldt als aanvullende omschrijving: ‘verweer vordering gijzeling ex art. 6:6:25 Sv’.
Verzoek betwisten, verminderen of kwijtschelden ontnemingsvordering
Voor een verzoek tot vermindering of kwijtschelding van de opgelegde ontnemingsvordering verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:4:9 jo 6:6:26 jo 6:6:3 Sv) Je vermeldt als aanvullende omschrijving: ‘verzoek verminderen of kwijtschelden ontnemingsmaatregel’.
Ook de betwisting van de hoogte van de opgelegde ontnemingsmaatregel omdat het werkelijke voordeel lager ligt geldt als een verzoek om vermindering.
Geen last/aanwijzing
Zie werkinstructie Z230 Ontnemingsvordering ex artikel 36e Sr op Kenniswijzer voor die zaken waarin een last tot toevoeging niet van toepassing is.
6.11 Z250 strafrechtelijke zaken die niet in andere categorie te coderen zijn
Alle geschillen over strafrechtelijke zaken die niet in een andere categorie te coderen zijn codeer je met Z250.
6.11.1 ISD-maatregel
Alsnog tenuitvoerlegging ISD (inrichting stelselmatige daders)
Als het OM na overtreding van de voorwaarde(n) vordert dat de voorwaardelijke ISD-maatregel alsnog ten uitvoer wordt gelegd, dan kan een aanwijzing worden verstrekt. (art. 6:6:21 jo 6:6:3 Sv)
Tussentijdse beoordeling ISD
Naast het opleggen van de Maatregel Inrichting Stelselmatige Daders (ISD-maatregel) kan de rechter beslissen tot een tussentijdse beoordeling van de noodzaak van voortzetting van de uitvoering van de maatregel. Hij kan dit doen op vordering van het OM, op verzoek van de verdachte, diens raadsman of ambtshalve.
Voor een tussentijdse beoordeling van een ISD-maatregel verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:14 jo 6:6:3 Sv)
Beroep voortzetting of beëindiging ISD
Voor een beroep tegen de voortzetting of beëindiging van de ISD-maatregel verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:15 Sv jo 6:6:3 Sv)
6.11.2 Voorwaardelijke invrijheidstelling (v.i.)
Uitstel of achterwege laten van voorwaardelijke invrijheidstelling
Het OM kan besluiten dat de voorwaardelijke invrijheidsstelling moet worden uitgesteld of zelfs helemaal achterwege moet blijven. Rechtzoekende kan hier bezwaar tegen instellen. Voor dit bezwaar verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:2:12 jo 6:6:8 jo. 6:6:3 Sv)
Verlenging proeftijd v.i.
Op verzoek van het OM kan de rechter de proeftijd verlengen. Voor het verweer tegen de vordering verstrek je een last/aanwijzing. (6:1:18 jo. 6:6:3 Sv)
Schorsing v.i.
Op de behandeling van de vordering van de schorsing voorwaardelijke invrijheidstelling is artikel 39 Sv van overeenkomstige toepassing verklaard. Zoals aangegeven in hoofdstuk 5 (piket) valt dit onder de piketfase.
Let op: de procedure schorsing v.i. geldt alleen voor veroordeelden wiens straf is uitgesproken vóór 1 juli 2021.
Herroeping v.i. (procedure vanaf 1 juli 2021)
Voor een bezwaar tegen de beslissing tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling wegens overtreding van de bijzondere voorwaarden verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:8 jo 6:6:3 Sv)
Herroeping v.i. (procedure tot 1 juli 2021)
Overtreding algemene voorwaarden:
Is er sprake van een overtreding van de algemene voorwaarden, dan wordt de vordering herroeping behandeld tijdens de zitting voor het nieuwe strafbare feit. Hiervoor wordt geen aparte toevoeging/aanwijzing afgegeven.
Overtreding bijzondere voorwaarden:
Is er sprake van enkel overtreding van de bijzondere voorwaarden, dan wordt de vordering herroeping op een aparte zitting behandeld. Hiervoor kan een last/aanwijzing worden afgegeven op grond van artikel 15i jo 15e lid 3 Sr.
6.11.3 Internationale rechtshulp
Bij een rechtshulpverzoek aan Nederland gelden de artikelen 5.1.4 t/m 5.1.14 Sv. Daaruit volgt in het algemeen dat bij de uitvoering zoveel mogelijk door de verzoekende staat aangegeven formaliteiten en procedures in acht worden genomen, binnen de wettelijke mogelijkheden en het eventuele verdrag dat van toepassing is.
Bij een rechtshulpverzoek aan Nederland gelden in het kader van een verhoor bij de rechter-commissaris de artikelen 5.1.8 jo 5.1.9 (videoconferentie) jo 181 jo 187a Sv. De rechter-commissaris beoordeelt of een last verstrekt wordt.
Heeft de rechthebbende een gekozen advocaat of is op last toegevoegd voor het verhoor bij de rechter-commissaris, dan geldt deze ook voor de behandeling van het klaagschrift bij de rechtbank.
Ter info: voor een verhoor bij een opsporingsinstantie geldt de regeling voor gesubsidieerde piketbijstand zoals deze ook voor een verdachte van een Nederlandse strafzaak geldt. Er bestaat bijvoorbeeld geen recht op gesubsidieerde piketbijstand voor een niet aangehouden verdachte. Ook niet indien dit volgens het geldende recht in het verzoekende land verplicht is.
6.11.4 De gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel
Naast een TBS-maatregel of een gevangenisstraf kan een zelfstandige gedragsbeïnvloedende of vrijheidsbeperkende maatregel (GVM) worden opgelegd (artikel 38z Sr). Dit biedt de mogelijkheid zo lang als nodig toezicht te houden op plegers van zeer ernstige misdrijven na terugkeer in de samenleving.
Tenuitvoerlegging GVM
Op verzoek van het OM kan de rechter de tenuitvoerlegging van de GVM bevelen. Voor het verweer tegen de vordering verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:23a jo. 6:6:3 Sv)
Verlenging GVM
Op verzoek van het OM kan de rechter de GVM verlengen. Voor het verweer tegen de vordering verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:23c jo. 6:6:3 Sv)
Wijziging/opheffing
De rechter kan ambtshalve, op verzoek van veroordeelde of op vordering van het OM beslissen tot:
- het inhoudelijk wijzigen van de eerder opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel gedurende de looptijd van die maatregel (art. 6:6:23a1 Sv);
- verlenging, opheffing of wijziging van de voorwaarden van de GVM (art. 6:6:23d Sv).
Hiervoor verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:3 Sv)
Beroep
Tegen de uitspraak tenuitvoerlegging, verlenging of wijziging/opheffing van de GVM kan de veroordeelde of het OM in beroep. Hiervoor verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:6:23f jo. 6:6:3 Sv)
Aanhouding wegens overtreding voorwaarden (piketvergoeding)
Bestaat het vermoeden dat een voorwaarde van de GVM door iemand niet is nageleefd, dan kan voor deze persoon de aanhouding worden bevolen en tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis worden gevorderd bij de rechter-commissaris. (art. 6:6:20 jo 6:3:15 Sv) De bijstand bij de behandeling van de vordering bij de rechter-commissaris wordt als strafpiketbijstand vergoed, zoals de bijstand bij de behandeling van de vordering tot bewaring bij de RC (zie kenniswijzer 23/23a strafpiket onder art. 6:6:20 Sv).
6.11.5 Opschorting onherroepelijk vonnis/arrest
Het gerecht kan de uitvoering onherroepelijk vonnis of arrest opschorten vanwege een psychische stoornis bij de veroordeelde. Voor een verzoekschrift van de raadsman van de veroordeelde verstrek je een last/aanwijzing. (art. 6:2:3 jo 6:6:3 Sv)
Gebruikersinstructie voor de RvR medewerker
Zie werkinstructie Z250 overige strafzaken op Kenniswijzer voor die zaken waarin een last/aanwijzing niet van toepassing is.
7. Toevoegen advocaat - Civielrechtelijke lasten
7.1 P013 Echtscheiding (ambtshalve ex art. 817 Rv)
Aan de echtgenoot die op grond van een geestesstoornis verblijft in een ziekenhuis, verpleeghuis, verpleeginrichting of een psychiatrische inrichting beveelt de rechter het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand een advocaat toe te voegen indien hij nog geen advocaat heeft.
Dit houdt in dat de RvR zelf actief een advocaat zoekt voor de rechtzoekende, als de rechtbank die de last heeft verstrekt dit niet heeft gedaan.
Hoger beroep/overname geen last
Er wordt geen last tot toevoeging verstrekt voor hoger beroep of overname. Zie verder de werkinstructie P015 Echtscheiding of beëindiging geregistreerd partnerschap met nevenvorderingen op Kenniswijzer voor die zaken waarin een last tot toevoeging niet van toepassing is.
7.2 P042 Ondertoezichtstelling (ambtshalve ex art. 1:261 BW)
Als een minderjarige in een gesloten instelling van Jeugdzorg moet worden geplaatst wordt een last tot toevoeging verstrekt (art. 6.1.10 lid 4 Jeugdwet).
Als een in eerste instantie voorwaardelijke machtiging wordt omgezet in een onvoorwaardelijke machtiging omdat de minderjarige de voorwaarden niet naleeft ( art. 6.1.6 Jeugdwet), dan kan daartegen beroep worden ingesteld. Dit beroep wordt behandeld bij dezelfde instantie. Hiervoor verstrek je geen aparte toevoeging op aanwijzing.
Bij verlenging van de gesloten uithuisplaatsing wordt eveneens een last tot toevoeging verstrekt. Op de last vermeld je dat het gaat om ‘verlenging’.
Hoger beroep/overname geen last
Er wordt geen last tot toevoeging verstrekt voor hoger beroep of overname. Zie verder de werkinstructie P043 Ondertoezichtstelling/uithuisplaatsing op Kenniswijzer voor die zaken waarin een last tot toevoeging niet van toepassing is.
8. Kostenverhaal onherroepelijk veroordeelde
Voor toevoegingen (S010, S030, S040 en S050) op last/aanwijzing met ingang van 1 maart 2017 geldt het volgende. Is een strafzaak geëindigd met een onherroepelijke veroordeling van de rechtzoekende, dan wordt alsnog het inkomen en vermogen van de rechtzoekende getoetst. Blijkt dat het inkomen en/of vermogen boven de toepasselijke inkomens- en vermogensgrenzen van de Wet op de rechtsbijstand ligt, dan kunnen de kosten van de rechtsbijstand verhaald worden op de rechtzoekende.
Zie voor meer informatie de veel gestelde vragen.
Achtergrondinformatie
Versie 3.09 (01-12-2020)
[1] Er heeft een aanpassing en vernummering plaatsgevonden mbt het Wetboek van Strafvordering per 1 maart 2017 (Stb. 2016, 475 en 476 kamerstukken 34 157 en 34 159). Het eerdere artikel 43 wordt aangepast in een nieuw artikel 42 Sv. Zie Stb. 2016, 476
[2] Let op verschil met voorkeursadvocaat zie hoofdstuk 1, Advocaat.
[3] Tot de nieuwe regeling is geïmplementeerd en vanuit het OM een kennisgeving aan de Raad kan worden verzonden, zal in de praktijk de last nog worden verstrekt door de rechtbank.
[4] Let op verschil met voorkeursadvocaat zie hoofdstuk 1, Advocaat.
[5] Zie noot 4
[6] Let op verschil met voorkeursadvocaat zie hoofdstuk 1, Advocaat.
[7] Let op verschil met voorkeursadvocaat zie hoofdstuk 1, Advocaat.
[8] Artikel 40 Sv oud is per 1 maart 2017 gewijzigd, de praktische invulling wordt nog doorgevoerd.
Versie |
3.13
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |
Inhoudsopgave
- Inleiding
- Afgifte-/ toevoegbeleid
- 1. Advocaat
- 2. Bereik van de toevoeging/aanwijzing
- 3. Rechtsbijstand op basis van straftoevoeging/-aanwijzing
- 4. Toevoegen advocaat aan verdachten – Strafrechtelijke lasten
- 5. Piketrechtsbijstand
- 6. Toevoegen advocaat - Strafzaken niet-verdachten
- 6.1 Z010 Uitleveringswet
- 6.2 Z011 Overleveringswet
- 6.3 Z020 Psychiatrisch patiëntenrecht
- 6.3.1 Z020 Zorgmachtiging
- 6.4 Z060 Terbeschikkingstelling (tbs)
- 6.5 Z080 Geschillen / klachtzaken gedetineerden (geen last/aanwijzing)
- 6.6 Z140 en Z141 Vreemdelingenbewaring / Vervolgberoep
- 6.7 Z150 Tenuitvoerlegging voorwaardelijke straf
- 6.8 Z151 Omzetting taakstraf
- 6.9 Z190 Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnis (Wots) en Wet wederzijdse erkenning en tenuitvoerlegging vrijheidsbenemende en voorwaardelijke sancties (Wets)
- 6.10 Z230 Ontnemingsvordering ex art. 36e Sr
- 6.11 Z250 strafrechtelijke zaken die niet in andere categorie te coderen zijn
- 7. Toevoegen advocaat - Civielrechtelijke lasten
- 8. Kostenverhaal onherroepelijk veroordeelde
- Achtergrondinformatie
- Wet- en regelgeving