Achtergrondinformatie G010
Limitatieve opsomming van beperkte rechten*
- vruchtgebruik (artikel 3:201 BW)
- pand (artikel 3:227 BW)
- hypotheek (artikel 3:227 BW)
- erfdienstbaarheid (artikel 5:70 BW)
- erfpacht (artikel 5:85 BW)
- opstal (artikel 5:101 BW)
vruchtgebruik
De vruchtgebruiker heeft het recht om goederen welke aan een ander toebehoren te gebruiken en de vruchten daarvan te genieten.
pand en hypotheek
Beperkte rechten, strekkende om op de daaraan onderworpen goederen een vordering tot voldoening van een geldsom bij voorraad boven andere schuldeisers te verhalen. Is het recht op een registergoed gevestigd, dan is het een recht van hypotheek; is het recht op een ander goed gevestigd, dan is het een recht van pand.
erfdienstbaarheid
Een last waarmee een onroerende zaak is bezwaard (dienend erf) ten behoeve van een andere onroerende zaak (heersend erf).
erfpacht
Een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft een aan een ander toebehorende onroerende zaak te houden en te gebruiken. Vaak tegen een bepaalde vergoeding: de canon.
opstal
Een zakelijk recht om in, op dan wel boven een aan een ander in eigendom toebehorende onroerende zaak, gebouwen, werken of beplantingen in eigendom te hebben of te verkrijgen.
* Limitatieve opsomming van beperkte rechten
T. Hartlief ea (red.), bewerkt door R.M.Ch.M. Koot, Goederenrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2004