Laagste eigen bijdrage (art. 4 Bebr)
Benodigde stukken / informatie
- Indien van toepassing:
Geldigheid eigen verklaring
De eigen verklaring is zes maanden geldig bij ongewijzigde omstandigheden. Het is voldoende als de advocaat of rechtzoekende dit verklaart.
Beleid
Op grond van artikel 4 Bebr kun je afwijken van de inkomensgegevens die we hebben ontvangen van de Belastingdienst.
Hieronder wordt beschreven in welke gevallen je het eigen bijdragetype ‘L’ oplegt. Deze ‘L’ staat voor de laagste eigen bijdrage uit de reguliere tabel. Bij personen- en familierechtzaken geldt ook de laagste reguliere eigen bijdrage bij Wsnp of faillissement (art 4 lid 1 Bebr). Let op: deze wordt pas uitgevoerd door het systeem als je én de ‘L’ én ‘hardheidsclausule personen- en familierecht = ja’ hebt geselecteerd. Voor informatie over korting op de eigen bijdrage, zie werkinstructie Diagnose en Triage.
Alleenstaand
Bij het opleggen van de laagste eigen bijdrage vervang je de ‘N’ van normaalberekening door de ‘L’ van laagste eigen bijdrage.
Minnelijke schuldregeling (Msnp)
Vanaf het moment dat een Msnp van toepassing is, geldt de laagste eigen bijdrage (art. 4 lid 1 sub d Bebr). De Msnp is van toepassing bij een schuldbemiddeling of saneringskrediet(lening). De rechtzoekende dient de toepassing van de minnelijke schuldregeling aan te tonen met een (kopie) van het besluit van de schuldhulpverlener. Deze beschikking treedt in de plaats van “[…] ondertekend door alle schuldeisers […].”
De laagste eigen bijdrage geldt ook voor een bezwaar tegen de tussentijdse beëindiging van de minnelijke schuldregeling en tegen een bezwaar voor het niet afgeven van een ‘verklaring 285’.
Zie ook Achtergrondinformatie financiële beoordeling bij voorfase minnelijke schuldregeling
Toegelaten tot Wsnp
Voor personen die zijn toegelaten tot de Wsnp geldt standaard de laagste eigen bijdrage (art. 4 lid 1 sub c Bebr).
Afwijzing toelating Wsnp
Voor een hoger beroep tegen een afwijzing of niet-ontvankelijkheid van het verzoek tot toepassing van de Wsnp geldt de laagste eigen bijdrage (art. 4 lid 1 sub a Bebr).
Dwangvoorziening i.h.k.v. het arrangement
Voor een dwangvoorziening (smal moratorium, dwangakkoord, voorlopige voorziening) uitgevoerd door een Wsnp-bewindvoerder die deelneemt aan het arrangement, geldt standaard de laagste eigen bijdrage (art. 6 lid 3 RtbwII).
Zie ook achtergrondinformatie O033.
Hoger beroep /cassatie
Voor hoger beroep of cassatie in de volgende gevallen:
• afwijzing dwangakkoord (artikel 287a Fw)
• afwijzing voorlopige voorziening
• afwijzing breed moratorium
is de laagste eigen bijdrage van toepassing (art. 4 lid 1 sub a Bebr).
NB. Als de rechtzoekende op grond van artikel 1:431 BW onder (beschermings)bewind is gesteld beoordeel je het inkomen en/of vermogen op de gebruikelijke wijze.
Gemeenschappelijke huishouding
Voert rechtzoekende een gemeenschappelijke huishouding dan beoordeel je als volgt:
- Als de aanvrager én de partner op het moment van de aanvraag beroep aantekenen tegen weigering toelating Wsnp, in de Wsnp/buitengerechtelijke schuldsanering zitten of failliet zijn, leg je de laagste eigen bijdrage op;
- Als de aanvrager of de partner op het moment van de aanvraag beroep aantekent tegen weigering toelating Wsnp, in de Wsnp/buitengerechtelijke schuldsanering zit of failliet is, dan zet je het inkomen van die persoon op nul (0) en de status van zijn inkomen op 'handmatig' (H). Het inkomen van de ander neem je volledig mee in de beoordeling.
Wet- en regelgeving
Versie |
2.09
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |