Bedenktijd
Opzegging met instemming werknemer: bedenktijd
Als de werkgever de arbeidsovereenkomst wil beëindigen dan kan dat met instemming van de werknemer of door het voeren van procedure. De reden van ontslag bepaalt dan welke procedure gevolgd moet worden.
Stemt de werknemer schriftelijk in met het ontslag, dan hoeft er geen procedure te volgen. De beëindiging van de arbeidsovereenkomst wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst.
De werknemer krijgt 2 weken bedenktijd. De werkgever moet de bedenktijd schriftelijk bevestigen, anders is de bedenktermijn 3 weken. In de bedenktijd kan de werknemer zijn instemming zonder opgave van reden herroepen. De arbeidsovereenkomst blijft dan ongewijzigd. Tekent de werknemer binnen 6 maanden een nieuwe vaststellingsovereenkomst, dan heeft hij geen nieuwe bedenktijd om zijn instemming te herroepen.
Neemt de werknemer zelf ontslag, dan geldt de bedenktermijn overigens niet.
Komen werkgever en werknemer niet tot een overeenkomst of herroept de werknemer binnen de bedenktijd zijn instemming, dan kan de werkgever een procedure starten en om beëindiging van de arbeidsovereenkomst verzoeken. Afhankelijk van de reden van ontslag start de procedure bij het UWV of bij de Kantonrechter.
Wordt tijdens de procedure alsnog geschikt, dan geldt de bedenktermijn (opnieuw).