Uitkeringsbedragen sociale voorzieningen en verzekeringen per 1 januari 2020
Per 1 januari 2020 worden de Participatiewet, Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), Algemene Ouderdomswet (AOW), Algemene Nabestaandenwet (Anw), Wet werk en arbeidsondersteuning Jonggehandicapten (Wajong), Werkloosheidswet (WW), Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO), Ziektewet (ZW) en Toeslagenwet (TW) aangepast. Dit komt doordat deze uitkeringen gekoppeld zijn aan het wettelijk
Het minimumloon stijgt van €1.635,60 naar €1.653,60 bruto per maand. Tevens worden de minimumjeugdlonen per 1 januari 2020 herzien.
per maand | per week | per dag | |
---|---|---|---|
vanaf 21 jaar | €1.653,60 | € 381,60 | € 76,32 |
20 jaar | €1.322,90 | € 305,30 | € 61,06 |
19 jaar | € 992,15 | € 228,95 | € 45,79 |
18 jaar | € 826,80 | € 190,80 | € 38,16 |
17 jaar | € 653,15 | € 150,75 | € 30,15 |
16 jaar | € 570,50 | € 131,65 | € 26,33 |
15 jaar | € 496,10 | € 114,50 | € 22,90 |
De aangepaste uitkeringsbedragen volgen hieronder, inclusief de Kinderbijslag (AKW) die meebeweegt met de consumentenprijs.
Participatiewet
Per 1 januari 2020 stijgen de bijstandsuitkeringen.
De (netto) uitkeringen voor mensen vanaf 21 jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd zijn afhankelijk van leeftijd en situatie:
per maand | vakantie- uitkering |
totaal | |
---|---|---|---|
gehuwden/ samenwonenden |
€1.428,14 | € 75,17 | €1.503,31 |
alleenstaanden en alleenstaande ouders |
€ 999,70 | € 52,62 | €1.052,32 |
De (netto) uitkeringen, voor mensen vanaf de AOW-gerechtigde leeftijd zijn (afhankelijk van leeftijd en situatie):
per maand | vakantie- uitkering |
totaal | |
---|---|---|---|
gehuwden/ samenwonenden |
€1.514,70 | € 79,72 | €1.594,42 |
alleenstaanden en alleenstaande ouders |
€1.117,44 | € 58,81 | €1.176,25 |
De (netto) uitkeringen voor mensen die in een inrichting verblijven zijn (afhankelijk van leeftijd en situatie):
per maand | vakantie- uitkering |
totaal | |
---|---|---|---|
gehuwden/ samenwonenden |
€ 492,36 | € 25,91 | € 518,27 |
alleenstaanden en alleenstaande ouders |
€ 316,54 | € 16,66 | € 333,20 |
Voor gehuwden en alleenstaanden van 21 jaar of ouder die samenwonen met één of meer meerderjarige personen waarmee kosten kunnen worden gedeeld, geldt op grond van de kostendelersnorm een lager bedrag.
Om in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering is ook relevant of er sprake is van eigen vermogen. Onderstaand een overzicht van het vermogen dat de verschillende groepen mogen hebben om nog in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering:
bedrag | |
---|---|
Gehuwden/samenwonenden en alleenstaande ouders |
€12.450,00 |
Alleenstaanden | € 6.225,00 |
Voor mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en in een eigen huis wonen, geldt aanvullend dat € 52.500,- van het vermogen gebonden aan de woning is vrijgesteld.
IOAW en IOAZ
De IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers) is bedoeld voor oudere langdurig werklozen, die geboren zijn vóór 1 januari 1965 en die 50 jaar of ouder waren toen zij werkloos werden. De IOAW is onder bepaalde voorwaarden ook bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte werklozen.
De IOAZ (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen) is bedoeld voor ex-zelfstandigen van 55 jaar of ex-zelfstandigen die noodgedwongen hun bedrijf of beroep moesten beëindigen. De IOAZ is onder bepaalde voorwaarden ook bedoeld voor gedeeltelijk arbeidsongeschikte zelfstandigen.
De IOAW en de IOAZ vullen het gezamenlijke inkomen aan tot bijstandsniveau. Op onderstaande bedragen worden de bruto inkomsten in mindering gebracht.
per maand | vakantie- uitkering |
totaal | |
---|---|---|---|
gehuwden/samenwonenden (beide partners 21 jaar of ouder) |
€1.551,88 | € 124,14 | €1.676,02 |
alleenstaanden en alleenstaande ouders zonder meerderjarige medebewoners | €1.219,05 | € 97,52 | €1.316,57 |
alleenstaanden en alleenstaande ouders met een of meer meerderjarige medebewoners (kostendelersnorm) | € 775,94 | € 62,07 | € 838,01 |
In tegenstelling tot de bijstand wordt bij de IOAW geen rekening gehouden met het eigen vermogen. Bij de IOAW wordt wel rekening gehouden met andere inkomsten. Bij de IOAZ wordt rekening gehouden met andere inkomsten en het eigen vermogen. Van het vermogen dat iemand meer heeft dan €136.848,- wordt jaarlijks drie procent verrekend met de uitkering.
Voor mensen die een IOAZ-uitkering krijgen en een pensioentekort hebben, geldt dat zij tot maximaal € 130.517,- voor aanvullende pensioenvoorzieningen mogen hebben zonder dat dit met hun uitkering wordt verrekend.
WW, WIA, WAO en ZW, en maximumdagloon
Per 1 januari 2020 worden bestaande bruto uitkeringen verhoogd met 1,10%, in lijn met de stijging van het bruto minimumloon. De hoogte van de WW-, WIA-, WAO-, en ZW-uitkering hangt onder meer af van de hoogte van het laatstverdiende loon en het maximumdagloon. Per 1 januari 2020 wordt het maximumdagloon verhoogd van bruto €216,90 naar bruto €219,28.
Wajong
De Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) biedt jonggehandicapten een uitkering op minimumniveau. De basis waarop de uitkering wordt berekend (het brutominimumloon), gaat per 1 januari 2020 omhoog. Ook de basisbedragen voor Wajongers beneden de 21 jaar, die worden afgeleid van de bruto minimumjeugdlonen, worden verhoogd.
Vanaf 1 januari 2020:
bedrag per dag |
|
---|---|
vanaf 21 jaar | € 76,03 |
20 jaar | € 60,82 |
19 jaar | € 45,62 |
18 jaar | € 38,01 |
Voor Wajong-gerechtigden onder de 21 jaar worden de hoogtes van de
tegemoetkoming per 1 januari 2020 als volgt aangepast:
bedrag |
|
---|---|
20 jaar | € 10,08 |
19 jaar | € 16,82 |
18 jaar | €17,51 |
Toeslagenwet
De Toeslagenwet zorgt voor een aanvulling op een aantal uitkeringen tot het sociaal minimum. Het gaat hierbij onder meer om de WW-, WIA-, WAO-, Wajong- en ZW-uitkering.
Het bedrag voor gehuwden is gebaseerd op 100% van het brutominimumloon. Het bedrag voor alleenstaanden vanaf 21 jaar is gebaseerd op 70% van het nettominimumloon. De bedragen voor 18 t/m 20-jarigen zijn gebaseerd op 75% van het corresponderende netto minimumjeugdloon.
Sinds 1 juli 2016 geldt de kostendelersnorm in de Toeslagenwet. Per 1 januari 2020 zijn de brutobedragen per dag (exclusief vakantietoeslag en afhankelijk van leeftijd en situatie):
bedrag per dag |
|
---|---|
Gehuwden/samenwonenden | € 76,03 |
Alleenstaanden vanaf 21 jaar | € 56,05 |
Kostendeler vanaf 21 jaar | € 35,68 |
Alleenstaanden van 20 jaar | € 41,74 |
Alleenstaanden van 19 jaar | € 30,32 |
Alleenstaanden van 18 jaar | € 25,10 |
AOW
De AOW-bedragen worden afgeleid van het nettominimumloon per maand. De hoogte van de te ontvangen AOW is afhankelijk van de opbouw en leefvorm. Voor elk jaar dat iemand is verzekerd wordt 2% AOW opgebouwd. Iemand krijgt een volledig AOW-pensioen als hij de 50 jaar voor de AOW-leeftijd altijd verzekerd is geweest. Alleenstaanden ontvangen 70% van het nettominimumloon. Gehuwden en samenwonenden ontvangen ieder 50% van het nettominimumloon.
Voor gehuwde of samenwonende AOW’ers van wie de partner jonger is dan de AOW-gerechtigde leeftijd gelden afwijkende regels. De AOW is gebaseerd op 50 procent van het nettominimumloon (de uitkering voor een gehuwde). Daarbovenop komt een toeslag van maximaal hetzelfde bedrag (bruto € 833,92). Vanaf 1 januari 2015 is de partnertoeslag gesloten voor nieuwe instroom. Hierop geldt één uitzondering: mensen die als gevolg van de verhoging van de AOW-leeftijd pas na 1 januari 2015 AOW-gerechtigd zijn geworden, hebben nog wel recht op toeslag. Het gaat hier om mensen die in november en december 2014 65 jaar zijn geworden.
Als het recht op AOW al is ingegaan voor 1 februari 1994, dan valt de AOW’er onder een overgangsregeling en is het pensioen gebaseerd op 70 procent van het nettominimumloon. De toeslag voor deze AOW’ers is maximaal 30 procent.
De bruto uitkeringsbedragen per 1 januari 2020, voor AOW’ers van wie het recht op pensioen is ingegaan na 1 februari 1994, zijn:
per maand | vakantie-uitkering | totaal | |
---|---|---|---|
gehuwden/samenwonenden | € 833,92 | € 51,46 | € 885,38 |
gehuwden/samenwonenden met maximale toeslag (partner jonger dan de AOW-leeftijd) | €1.667,84 | € 102,92 | €1.770,76 |
maximale toeslag | € 833,92 | € 51,46 | € 885,38 |
alleenstaanden | €1.230,24 | €72,04 | €1.302,28 |
De bruto uitkeringsbedragen per 1 januari 2020 voor AOW’ers van wie het recht op pensioen is ingegaan vóór 1 februari 1994 (89 jaar en ouder), zijn:
per maand | vakantie- uitkering |
totaal | |
---|---|---|---|
gehuwden/samenwonenden | € 833,92 | € 51,46 | € 885,38 |
gehuwden/samenwonenden met partner jonger dan de AOW-leeftijd (zonder partnertoeslag)
|
€1.230,24 | € 72,04 | €1.302,28 |
alleenstaanden | €1.230,24 | €72,04 | €1.302,28 |
In bovenstaande overzichten gaat het om bedragen zonder de inkomensondersteuning AOW. Deze bedraagt € 25,63 bruto per maand.
Anw
De Algemene nabestaandenwet (Anw) is bedoeld voor volwassenen van wie de partner is overleden en die voor een kind zorgen dat jonger is dan 18 jaar of volwassenen van wie de partner is overleden en meer dan 45 procent arbeidsongeschikt zijn. Het kan gaan om een huwelijkspartner of een partner met wie ongehuwd werd samengewoond. De nabestaandenuitkering is 70 procent van het netto referentieminimumloon. Weeskinderen kunnen een wezenuitkering krijgen die afhankelijk is van de leeftijd.
De hoogte van de Anw-uitkering is afhankelijk van het inkomen dat de nabestaande uit werk heeft. Andere uitkeringen worden afgetrokken van het bedrag dat iemand ontvangt. Van het inkomen uit arbeid wordt 50 procent van het brutominimumloon plus een derde deel van wat iemand bovenop deze 50 procent van het brutominimumloon verdient niet afgetrokken van het bedrag. De Anw-uitkering vervalt als het inkomen uit arbeid meer bedraagt dan een bepaald maximum.
Sinds 1 juli 2015 geldt de kostendelersnorm in de Anw. De norm is per 1 januari 2019 vastgesteld op 50 procent van het nettominimumloon.
Nabestaanden die voor juli 1996 al een AWW-uitkering (de voorganger van de Anw) ontvingen, krijgen in ieder geval een uitkering van 30 procent van het brutominimumloon, ook als hun inkomen hoger uitvalt dan de bovengenoemde inkomensgrens.
In onderstaand overzicht zijn de bruto Anw-bedragen per 1 januari 2020 opgenomen. De bedragen zijn zonder de tegemoetkoming Anw. Deze is €17,39 bruto per maand.
per maand | vakantie- uitkering | totaal | |
---|---|---|---|
alleenstaanden | €1.230,49 | € 87,39 | €1.317,88 |
verzorgings-uitkering | € 773,97 | € 62,42 | € 836,39 |
Kostendelersnorm | € 773,97 | € 62,42 | € 836,39 |
Wezenuitkering tot 10 jaar | € 393,76 | € 27,96 | € 421,72 |
Wezenuitkering van 10 tot 16 jaar | € 590,64 | € 41,95 | € 632,59 |
Wezenuitkering van 16 tot 21 jaar (geboren voor 1-10- 1993 tot 27 jaar) |
€ 787,51 | € 55,93 | € 843,44 |
Kinderbijslag
Ouders en verzorgers van kinderen tot en met 17 jaar ontvangen kinderbijslag (AKW). Per 1 januari 2020 behouden ouders met kinderen die aan het hoger onderwijs gaan studeren en/of een bijbaan hebben het recht op kinderbijslag. Dit wordt bekostigd door het kinderbijslagbedrag in 2020 niet aan te passen met de ontwikkeling van de consumentenprijs.
bedrag per kwartaal | |
---|---|
per kind 0 t/m 5 jaar (70%) | € 221,49 |
per kind 6 t/m 11 jaar (85%) | € 268,95 |
per kind 12 t/m 17 jaar (100%) | € 316,41 |
Het jaarlijkse extra kinderbijslagbedrag voor ouders met thuiswonende zorg intensieve kinderen wordt wel geïndexeerd in lijn met de ontwikkeling van de consumentenprijs en bedraagt per 1 januari 2020 €2.200,64 per kalenderjaar. Deze tegemoetkoming geldt voor alleenverdienende en alleenstaande ouders met een thuiswonend kind dat intensieve zorg nodig heeft in de leeftijd van drie tot achttien jaar.
Transitievergoeding
De maximale transitievergoeding bij ontslag is per 1 januari 2020 € 83.000 of een bruto jaarsalaris als dat hoger is dan € 83.000. In 2019 was dit €81.000