Peiljaarverlegging
Benodigde stukken / informatie
- formulier peiljaarverlegging (www.rechtsbijstand.nl), inclusief ingevuld schattingsformulier
- handtekening rechtzoekende
- bewijsstukken verzamelinkomen T
Aanvraag PJV
Bij de beoordeling van een aanvraag toevoeging ga je uit van het inkomen en vermogen in het peiljaar T–2. Omdat het actuele inkomen en vermogen lager kan zijn dan in het peiljaar, kan rechtzoekende een aanvraag peiljaarverlegging (PJV) naar T indienen.
De aanvraag om PJV moet met het Aanvraagformulier PJV worden ingediend.
Als de advocaat de aanvraag PJV van rechtzoekende via MijnRvR wil indienen, dan kan dat met een aanvraag mutatie toevoeging. De advocaat selecteert daarbij de optie “anders, namelijk…”, licht toe dat het om peiljaarverlegging gaat en stuurt de stukken als bijlage mee.
Gelijktijdige aanvraag toevoeging met PJV
Als tegelijk met de aanvraag toevoeging een verzoek om PJV wordt ingediend, dan registreer en beoordeel je eerst de aanvraag toevoeging. Het verzoek om PJV kun je pas beoordelen nadat je op de aanvraag toevoeging hebt beslist. Gebruik tekstcode 399 zowel bij een primaire financiële afwijzing (AFF) als bij een primair besluit met een eigen bijdrage hoger dan de laagste (DEF).
Is bij het eerste besluit de laagste eigen bijdrage of geen eigen bijdrage opgelegd dan gebruik je de volgende tekst: ‘De aanvraag om peiljaarverlegging is afgewezen omdat het te vroeg is ingediend. Bovendien merkt de Raad op dat er geen belang is bij de aanvraag om peiljaarverlegging omdat geen eigen bijdrage of de laagste eigen bijdrage is opgelegd.’
Telefonisch verzoek
Als het formulier PJV telefonisch wordt opgevraagd wijs je op:
- de termijn van 6 weken;
- dat bij de laagste eigen bijdrage geen PJV wordt toegepast;
- dat er sprake moet zijn van tenminste 15 procent daling in geval van een toevoeging; of
- dat er sprake is van een daling waardoor het verzamelinkomen binnen de grenzen valt;
- dat de schatting in de toekomst wordt gecontroleerd aan de hand van de vastgestelde gegevens van de belastingdienst.
Een telefonisch verzoek wordt niet opgevat als een aanvraag PJV.
Schriftelijk verzoek zonder formulier PJV
Als het formulier ontbreekt, dan maak je de aanvraag onvolledig (OPT) met tekstcode 301.
Geldigheid formulier bij meerdere aanvragen
Als er (vrijwel) gelijktijdig meerdere primaire beslissingen zijn genomen voor één rechtzoekende en er wordt een verzoek PJV ingediend voor één van deze beslissingen dan kun je dit verzoek bij toekenning ambtshalve toepassen op de overige beslissingen.
Het PJV-formulier is binnen één kalenderjaar zes maanden geldig bij ongewijzigde omstandigheden.
Er moet dan wel in elk vervolgdossier een primaire beslissing genomen worden. Aansluitend kunnen dan de gegevens van het toegekende PJV verzoek worden verwerkt. Je verzendt beide besluiten. Deze werkwijze is noodzakelijk in verband met hercontrole na PJV.
PJV als bezwaarschrift
Het is mogelijk dat een bezwaarschrift eigenlijk een verzoek om PJV inhoudt. Het secretariaat Commissie voor Bezwaar kan met de indiener afspreken dat het bezwaar wordt gezien als een verzoek om PJV. In dat geval kan het verder op dezelfde wijze als ieder ander verzoek om PJV worden afgehandeld. De ontvangstdatum van het bezwaarschrift wordt aangemerkt als de datum van de aanvraag PJV.
Wanneer je niet alle gegevens hebt ontvangen, dan maak je de aanvraag onvolledig met de volgende tekst: “Dit peiljaarverleggingsverzoek is ontvangen via de bezwarencommissie. De Raad is nog in afwachting van de volgende gegevens:”
Bij elke aanvraag PJV kijk je in hypergras of er een lopend bezwaar is. Als dit het geval is neem je contact op met het secretariaat van de bezwarencommissie.
Toetsingscriteria
Formulier
Voor de beoordeling maak je gebruik van het beoordelingsformulier PJV. Je laat deze altijd bijscannen of voeg je het bij het fysieke dossier.
Registratie
Je controleert of het verzoek om PJV bij de registratie is gekoppeld aan de juiste toevoeging.
Inhoudelijke beoordeling
Je controleert of de toevoeging inhoudelijk is beoordeeld.
- Was de aanvraag inhoudelijk afgewezen en is naast PJV niet ook verzocht om herziening, dan wijs je het verzoek om PJV af omdat het belang ontbreekt;
Je gebruikt hiervoor de volgende tekst: “De Raad wijst uw verzoek af. De toevoegingsaanvraag is afgewezen omdat uw inkomen en/of uw vermogen te hoog is én omdat de Raad heeft geoordeeld dat voor uw probleem geen bijdrage in de advocaatkosten wordt verstrekt. Uw verzoek om peiljaarverlegging wordt niet verder behandeld, omdat de toevoegingsaanvraag op inhoudelijke gronden is afgewezen.”
- Was de aanvraag regulier (niet HT) inhoudelijk niet beoordeeld, dan afvalbak je het PJV-proces en start je via mutatie (TOE-HZV) het proces voor de inhoudelijke beoordeling op. Je vermeldt in het werkbriefje dat, als de zaak inhoudelijk akkoord is, alsnog met voorrang het PJV-proces moet worden opgestart.
Termijn indienen PJV
De aanvraag PJV moet worden ingediend binnen zes weken na de bekendmaking van het besluit waarin is beslist op de aanvraag om een toevoeging (artikel 34c lid 3 Wrb). Als het verzoek niet tijdig is ingediend, kun je het op die grond afwijzen. Het verzoek hoef je dan niet verder te beoordelen. Daarnaast kun je nog wel andere gronden in de beslissing opnemen, bijvoorbeeld dat er geen belang voor een verzoek PJV is omdat de laagste eigen bijdrage is opgelegd.
Het systeem gaat uit van 6 weken na het primaire besluit. Controleer of het verzoek PJV tijdig is ingediend als GRAS een termijnoverschrijding signaleert. Hou er rekening mee dat niet de IB-datum maar de ontvangstdatum van de post leidend is (artikel 6:8 Awb en artikel 6:9 Awb).
We accepteren een termijnoverschrijding van twee dagen. Hou rekening met weekenden en feestdagen. Je kunt van de datum dagtekening van de aanvraag PJV uit gaan als tussen deze dagtekening en de IB-datum niet meer dan drie dagen verschil bestaat.
Het is voorstelbaar dat pas ná hercontrole van het inkomen (IKC) duidelijk wordt dat het inkomen in ‘T-2’ leidt tot een hoge eigen bijdrage of tot een afwijzing op financiële gronden. De aanvraag PJV moet in dat geval binnen zes weken na bekendmaking van het besluit IKC worden ingediend (ECLI:NL:RVS:2017:2341).
Toepassing Bebr gaat voor op peiljaarverlegging
In bepaalde gevallen, bijvoorbeeld detentie, schuldsanering of faillissement, kan op grond van Bebr de laagste eigen bijdrage worden opgelegd of op nihil gesteld. PJV is niet van toepassing omdat Bebr voor gaat. Je doet het IB PJV in de afvalbak en neemt het verzoek via mutatie in behandeling.
PJV en de laagste of geen eigen bijdrage
Als geen eigen bijdrage of de laagste eigen bijdrage is opgelegd wijs je het verzoek PJV af bij gebrek aan belang met de volgende tekst: “U verzoekt om peiljaarverlegging. Gebleken is dat aan u de laagste eigen bijdrage of geen eigen bijdrage is opgelegd. Het verzoek om peiljaarverlegging wordt daarom afgewezen.".
Handtekening en bankrekeningnummer
Op het verzoek om PJV moet onder meer een handtekening en bankrekeningnummer staan. Als de handtekening ontbreekt, dan moet de rechtzoekende het verzoek alsnog ondertekenen. Je maakt de aanvraag onvolledig. Als het rekeningnummer ontbreekt, wordt dat alleen opgevraagd als de aanvraag ook om andere redenen onvolledig is.
Het ontbreken (ook na opvragen) van het bankrekeningnummer is in geen geval reden tot afwijzen of buiten behandeling stellen van de aanvraag PJV.
Beoordeling peiljaarverlegging
Algemeen
Het schattingsformulier van inkomen en vermogen, van zowel aanvrager als partner, moet zijn ingevuld. Is dit formulier niet (volledig) ingevuld dan maak je de aanvraag onvolledig.
Bij het verzoek om PJV moet de rechtzoekende gegevens meezenden over het inkomen en vermogen van het jaar waarin de toevoeging is aangevraagd.
Daling aannemelijk
Om in aanmerking te komen voor PJV zal de rechtzoekende aannemelijk moeten maken dat sprake is van een terugval in het inkomen en of vermogen (artikel 34c lid 1 Wrb). Het gaat om daling van fiscale inkomens- en/of vermogensbestanddelen die niet het gevolg is van een wijziging van fiscale tarieven.
Bij de beoordeling maak je een schatting die het verwachte verzamelinkomen in het verlegde peiljaar zo dicht mogelijk benadert. Je houdt in beginsel geen rekening met (onzekere) toekomstige gebeurtenissen c.q. verwachtingen.
Als de daling van het inkomen en/of vermogen onvoldoende aannemelijk is, dan wijs je het verzoek af.
Voorbeeld 1: Rechtzoekende is van plan een woning te kopen met eigen spaargeld. De toevoeging is afgewezen op de hoogte van dit spaargeld. Bij het verzoek PJV houd je geen rekening met deze toekomstige gebeurtenis. (De peildatum voor het vermogen is 1 januari van het verlegde peiljaar.)
Voorbeeld 2: Rechtzoekende ontvangt een WW-uitkering en de einddatum daarvan is bekend. Bij het verzoek PJV houd je geen rekening met een mogelijk lager inkomen na de einddatum omdat een daling van het inkomen na einde WW-uitkering onzeker is.
Wijziging gezinssituatie en GRAS
Het moment van de aanvraag toevoeging is bepalend voor de beoordeling van de gezinssituatie.
Als blijkt uit de aanvraag PJV dat de gezinssituatie van rechtzoekende anders is dan is opgegeven bij de aanvraag toevoeging, dan neem je een nieuw primair besluit met toelichting.
Voldoende daling inkomen‑vermogen
Je vergelijkt het inkomen en vermogen uit het peiljaar T-2 met het geschatte actuele inkomen en vermogen T en berekent of de daling voldoende was. Als een rechtzoekende van buiten het stelsel naar binnen het stelsel wil toets je kritischer dan als rechtzoekende een lagere eigen bijdrage beoogt. Of het inkomen voldoende is gedaald om PJV toe te passen is afhankelijk van de primaire beslissing:
1. Als de Raad een toevoeging heeft verstrekt moet het (gezamenlijke) inkomen met 15% of meer zijn gedaald ten opzichte van het peiljaar (artikel 34c lid 2 Wrb). Daarnaast toets je een eventuele toename van het vermogen in T;
2. Als de Raad de toevoegingsaanvraag heeft afgewezen op financiële gronden moet de terugval in inkomen en/of vermogen zodanig zijn dat de rechtzoekende binnen de grenzen van de Wrb valt. Iedere daling die daaraan voldoet is voldoende (artikel 10 Bebr).
Zelfstandige (starter)
Heeft rechtzoekende inkomen uit eigen bedrijf of vrij beroep (fiscaal: resultaat uit overige werkzaamheden) dan vraag je de meest recente voorlopige aanslag Inkomstenbelasting op. De Belastingdienst legt maximaal drie keer per jaar een voorlopige aanslag Inkomstenbelasting op. Een startende ondernemer krijgt meestal na het eerste kwartaal een voorlopige aanslag opgelegd, op basis van de aangifte omzetbelasting.
De vaststelling van het inkomen en vermogen
Schatting rechtzoekende
De rechtzoekende is verantwoordelijk voor een juiste aanlevering van de gegevens in het formulier PJV en de bijlagen. Het ingevulde schattingsformulier geeft een uitkomst die leidend is voor je beslissing.
Als de schatting van rechtzoekende boven de wettelijke norm is én er zit geen kennelijke rekenfout in, dan neem je de schatting van rechtzoekende over. Neem ook de schatting van rechtzoekende over als de schatting hoger is dan de schatting van de Raad.
Overschrijding normen na PJV
Als je het inkomen en vermogen in T hebt geschat en één van beide overschrijdt de maximum normen dan wijs je het verzoek om PJV af met APT en de standaard systeemtekst.
De primaire beslissing blijft dan in stand, omdat PJV rechtzoekende in een nadelige positie zou brengen.
Zelfstandige
Bij een zelfstandige kan het volgende worden opgevraagd: eigen schatting van winst, inclusief onderbouwing, (voorlopige) aanslag IB, aangifte Omzetbelasting (btw), winst en verlies rekening. Let op: privé onttrekkingen horen niet tot het inkomen.
Verlies uit onderneming van rechtzoekende verreken je met inkomsten van de rechtzoekende. Je verrekent het verlies met inkomsten van de partner.
Zelfstandige: starter
Bij een rechtzoekende die korter dan een jaar geleden is gestart met een eigen bedrijf neem je aan dat er geen winst is/wordt gemaakt en leg je de laagste eigen bijdrage op. In dat geval heb je wel het uittreksel uit het handelsregister nodig.
Als uit de aanvraag blijkt dat er wel winst wordt gemaakt, dan ga je daarvan uit.
Bijstandsuitkering (Participatiewet)
Als op het formulier PJV is aangekruist dat de rechtzoekende een bijstandsuitkering op grond van de Participatiewet (voorheen Wet werk en bijstand) ontvangt én op bijlage A is vermeld dat dit het gehele jaar het geval is én een uitkeringsspecificatie is meegezonden, dan leg je direct de laagste eigen bijdrage op. Je gaat daarbij uit van het WWB bedrag volgens de tabel.
Let rond de jaarwisseling goed op in welk kalenderjaar de primaire beslissing is genomen. Is dit in het vorige kalenderjaar, dan maak je gebruik van deze tabel.
Ontslag op staande voet
Als bij ontslag op staande voet een schatting van rechtzoekende ontbreekt, dan kun je voor de resterende maanden uitgaan van een bijstandsuitkering. Bijvoorbeeld ontslag op staande voet in juni, dan tel je bij de schatting 6 maanden bijstand op. Als er een partner is met inkomen boven het minimum dan tel je geen bijstand bij.
Loonbeslag
Een loonbeslag leidt in de meeste gevallen niet tot verlaging van het fiscaal jaarinkomen. Dat is alleen mogelijk als de oorsprong van het beslag een fiscale aftrekpost is. Bijvoorbeeld een beslag voor partneralimentatie.
Salarisstrook
Bij de schatting van het inkomen in T ga je uit van het cumulatief “loon voor de loonheffing” en het aantal maanden “loon voor de loonheffing”. Na de maand mei tel je geen vakantiegeld meer bij.
Uitkering WW
Op de toekenningsbeschikking WW zijn de bedragen vermeld inclusief vakantiegeld. Ga bij de berekening van het maandloon uit.
Het vakantiegeld moet wel worden bijgeteld bij de periodieke uitkeringsspecificatie. Let op: een WW-uitkeringsspecificatie betreft meestal maandloon.
Uitkering ZW
Het bedrag bij een uitkering ZW is altijd inclusief vakantiegeld, zowel bij de toekenningsbeschikking als de periodieke uitkeringsspecificatie. De ZW wordt per week betaald, hou daar rekening mee als je een specificatie beoordeelt. Kijk eerst altijd even hoeveel weken uitkering er op de specificatie staat.
Transitievergoeding
Een vergoeding in het kader van een ontslag reken je tot het inkomen in het jaar dat het betaalbaar is gesteld.
Afwijzing op (substantieel) vermogen
Je toetst of de rechtzoekende op het aanvraagformulier heeft verklaard of het vermogen van rechtzoekende en/of partner in het verlegde peiljaar hoger is dan het drempelbedrag.
Motivering beslissing
Als de schatting van de Raad afwijkt van de schatting van rechtzoekende, dan neem je in de toelichting altijd de afwijkende berekening op.
Fiscale aftrekposten
Hierna volgen een aantal voorbeelden van fiscale aftrekposten en de stukken die je nodig hebt om te toetsen:
- Reiskosten: hiervan hoef je geen bewijsstukken van op te vragen.
- Kosten eigen woning: als de opgegeven hypotheeklasten hoger zijn dan € 10.000 dan vraag je bewijsstukken op van bijvoorbeeld de WOZ-waarde, de rente/kosten van de eigen woning.
- Lijfrente: als de opgegeven aftrekpost minder dan € 2.000 is, neem je dit bedrag over.
- Persoonsgebonden aftrek: bijvoorbeeld partneralimentatie, ziektekosten. Als het een hoog bedrag is en rechtzoekende komt van buiten het stelsel vraag je bewijsstukken op. Als rechtzoekende al in het stelsel zit vraag je geen stukken op, maar neem je het bedrag over. Het risico voor de rechtzoekende is dan beperkt tot hooguit het verschil tussen de primair opgelegde eigen bijdrage en de laagste eigen bijdrage.
- Betaalde partneralimentatie is volledig aftrekbaar.
Geen onderdeel schattingsinkomen
Tot het schattingsinkomen reken je niet:
- huurtoeslag
- zorgtoeslag
- kinderbijslag
- studiefinanciering wat voor een inwonend kind wordt ontvangen
- persoonsgebonden budget
- algemene heffingskorting van de niet verdienende partner
Conservatoir beslag in strafzaken
Zie werkinstructie Financiële beoordeling.
Onvolledig stellingen
De correspondentie bij PJV wordt gevoerd met de rechtzoekende. Als we een vraag stellen krijgt de rechtsbijstandverlener ook een afschrift van de brief.
Voor reactie wordt eenmalig een termijn van 4 weken gegeven. Als rechtzoekende de gevraagde gegevens niet binnen 4 weken aanlevert, wordt er éénmalig gerappelleerd met een termijn van 2 weken. In de rappelbrief gebruik je de volgende tekst: "U dient de gevraagde gegevens uiterlijk binnen twee weken na datering van deze brief terug te sturen. Als de Raad uw gegevens niet of te laat ontvangt zal de peiljaarverlegging worden afgewezen of buiten behandeling worden gesteld."
Het verzoek kan buiten behandeling (BPT) worden gesteld als de gevraagde informatie niet binnen de termijn wordt verstrekt aan de Raad.
Buiten termijnstelling PJV en nieuwe aanvraag toevoeging
Zie werkinstructie Algemeen toevoegbeleid.
Peiljaarverlegging en Mediation
Mediation kent een andere eigen bijdrage dan de reguliere toevoeging. Deze wordt opgelegd door een ‘M’ of een ‘Q’ in te vullen bij de financiële beoordeling. Binnen het PJV-menu kunnen deze eigenbijdragecodes niet worden ingevuld. Dit betekent dat je de beoordeling in twee stappen moet opdelen.
1. Je plaatst het PJV-proces in de afvalbak en via het mutatieproces voer je de financiële beoordeling opnieuw uit.
2. Je beoordeelt het verzoek PJV zoals hiervoor beschreven.
Achtergrondinformatie
Gebruikersinstructie peiljaarverlegging en anticumulatie tot 1 oktober 2013.
Versie |
2.16
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |
Inhoudsopgave
- Benodigde stukken / informatie
- Aanvraag PJV
- Toetsingscriteria
- Beoordeling peiljaarverlegging
- De vaststelling van het inkomen en vermogen
- Schatting rechtzoekende
- Overschrijding normen na PJV
- Zelfstandige
- Zelfstandige: starter
- Bijstandsuitkering (Participatiewet)
- Ontslag op staande voet
- Loonbeslag
- Salarisstrook
- Uitkering WW
- Uitkering ZW
- Transitievergoeding
- Afwijzing op (substantieel) vermogen
- Motivering beslissing
- Fiscale aftrekposten
- Geen onderdeel schattingsinkomen
- Conservatoir beslag in strafzaken
- Onvolledig stellingen
- Buiten termijnstelling PJV en nieuwe aanvraag toevoeging
- Peiljaarverlegging en Mediation
- Achtergrondinformatie