Rechtsgang EHRM Straatsburg
Achtergrondinformatie
Het EHRM zetelt te Straatsburg en behandelt klachten omdat een staat handelt in strijd met het EVRM (Europees Verdrag van de Rechten van de Mens). Het EVRM is geratificeerd door in totaal 47 landen van de Raad van Europa. Dit zijn dus meer landen dan de 28 landen van de EU (Europese Unie).
Bij dit orgaan van de Raad van Europa kunnen individuen, groepen, organisaties en landen een klacht indienen tegen een lidstaat, door een beroep te doen op het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). De uitspraken van het Hof zijn definitief en bindend voor de betrokken staten.
De rechtsprekende tak van het EHRM kan worden onderverdeeld in:
- unus rechter (sinds het 14e protocol, 2010), beslist over ontvankelijkheid
- comité (3 rechters)
- kamers (7 rechters)
- Grote Kamer/Grand Chamber (17 rechters)
Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) waarborgt bepaalde mensenrechten en fundamentele vrijheden voor alle burgers in de lidstaten van de Raad van Europa. Kandidaat-lidstaten kunnen pas toetreden tot de Raad van Europa als zij het EVRM hebben geratificeerd. Naast grondrechten bevat het EVRM ook de statuten van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Sinds de ondertekening van het verdrag in 1950 is het EVRM aangevuld met een aantal protocollen waarmee nieuwe rechten aan het verdrag zijn toegevoegd en de organisatie van het Hof is hervormd. Verzoekschriften kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op kwesties als opsluiting van psychiatrische patiënten, rechten van gevangenen, het afluisteren van telefoongesprekken, homo-rechten, persvrijheid, lijfstraffen, voogdij over kinderen, gezinshereniging en uitzettingskwesties.
Het EVRM bevat in het algemeen burgerlijke en politieke rechten.
Artikelen in het EVRM waarop veelal een beroep wordt gedaan zijn:
1: alle staten verplichten zich de rechten en vrijheden van het verdrag te respecteren.
2: recht op leven
3: verbod van foltering
5: recht op vrijheid en veiligheid
6: recht op een eerlijk en openbaar proces
Lid 1, c: recht op een raadsman van eigen keuze, recht op een kosteloos raadsman
- recht op eerbiediging van privé, familie en gezinsleven
- vrijheid van gedachte, geweten en godsdienst
- vrijheid van meningsuiting
- recht op een effectief nationaal rechtsmiddel bij (vermeende) schending van het verdrag en de protocollen
14 verbod van discriminatie bij de uitoefening van rechten uit het EVRM en de protocollen
Naast het EVRM zijn er nog 16 Protocollen, dit zijn aanvullingen door de jaren heen. Voorbeelden van artikelen uit de diverse protocollen:
- bescherming eigendom;
- recht op vrije verkiezingen;
- verbod van vrijheidsbeneming wegens schulden;
- verbod van collectieve uitzetting vreemdelingen;
- afschaffing doodstraf;
- recht op hoger beroep in strafzaken.
Procedure
Voordat een klacht door het EHRM in behandeling wordt genomen, moet voldaan worden aan een aantal voorwaarden:
- Verzoekschrift mag niet anoniem zijn;
- Klacht moet gericht zijn tegen een publieke instantie (wetgever, administratieve overheid, rechterlijke instantie). Klachten tegen personen of particuliere organisaties worden niet door het EVRM in behandeling genomen.
- Moet zijn ingediend binnen 6 maanden nadat alle nationale rechtsmiddelen zijn uitgeput. Dit laatste betekent dat er doorgeprocedeerd moet zijn tot aan de hoogste internationale instantie (voor civiele zaken de Hoge Raad en voor administratieve zaken de Raad van State en Centrale Raad van Beroep). Buiten deze eis vallen dus de buitengewone rechtsmiddelen: gratie, revisie, cassatie in het belang der wet, Nationale Ombudsman;
- In de nationale procedure moet een beroep op bepalingen uit het EVRM en/of de protocollen zijn gedaan;
- De klager moet direct getroffen zijn door het besluit, handelen of nalaten. Hij moet dus slachtoffer zijn;
- Ten tijde van de klachtwaardige gebeurtenis moet de betreffende Staat het verdrag geratificeerd hebben;
- Er moet sprake zijn van een ‘significant disadvantage’: het mag niet gaan om een bagatelklacht (een ondergeschikt belang);
- Verbod van herhaling, samenloop en opeenvolging: er mag geen gelijktijdige klacht lopen of een eerdere klacht zijn ingediend bij een andere internationale instantie (bijv. UN comités).
Klacht is niet-ontvankelijk/kennelijk ongegrond:
De meeste van de ingediende klachten (meer dan 90%) worden niet-ontvankelijk (inadmissible) of kennelijk ongegrond (manifestly unfounded) verklaard. Er vindt geen hoorzitting plaats. De meest voorkomende gronden daartoe zijn
- niet-ontvankelijk:
- de voorwaarden zoals hierboven onder a t/m g genoemd;
- kennelijk ongegrond:
- er is geen bewijs voor de klacht, bij de klager ligt de bewijslast;
- er is geen schending van het EVRM en/of de Protocollen;
- er is sprake van misbruik van klachtrecht (wanneer bijvoorbeeld 1 persoon meerdere ‘onzinklachten’ indient).
Als een klacht niet-ontvankelijk is verklaard staat daartegen geen intern appél open.
Klacht is ontvankelijk:
Als de klacht ontvankelijk (admissible) wordt er door het Hof ‘gecommuniceerd’:
- partijen worden uitgenodigd voorstellen tot een minnelijke schikking te doen[1]. Als die slaagt wordt de zaak geschrapt van de rol. Een minnelijke schikking kan zijn:
- de staat verricht een bepaalde handeling
- herstel in de oude toestand
- de staat verklaart dat het verdrag is geschonden en betaalt een compensatie
- als geen schikking is bereikt kan het Hof:
- partijen verder uitnodigen om bewijs te leveren;
- onderzoeksmaatregelen nemen;
- getuigen, deskundigen horen;
- vragen om schriftelijke bewijsstukken;
- eventueel een hoorzitting houden (komt weinig voor, behalve bij Grand Chamber, daar juist weer wel);
- ieder land dat partij is bij het verdrag heeft recht schriftelijke conclusies te nemen, ongeacht of de klacht tegen dat land is gericht;
- ook de Commissaris voor Mensenrechten kan sinds het 14e Protocol zijn mening geven en een hoorzitting bijwonen in het algemene belang van effectieve mensenrechtenbescherming;
De uitspraak (decision):
- kan zijn gegrond (founded) of ongegrond (unfounded); er is wel/geen schending van het EVRM
- dient te worden gemotiveerd;
- wordt in het Engels of Frans gedaan;
(intern) appél:
- tegen uitspraak van unus rechter en comité is geen intern appél mogelijk. Die uitspraken zijn dus einduitspraken;
- uitspraak van de Kamer: binnen 3 maanden kan er intern appél worden ingesteld[2]. Dit betekent - maar dit geldt slechts in uitzonderlijke gevallen - dat er om verwijzing naar de Grand Chamber (GC) kan worden gevraagd:
- een college van 5 rechters van de GC beslist of de GC de zaak gaat behandelen, daartegen staat geen appel open;
- ook in deze fase kan alsnog besloten worden de klacht niet-ontvankelijk te verklaren;
- ook in deze fase staat weer schikking en schrapping open;
- de uitspraak van de GC is meteen einduitspraak;
Interpretatie en herziening van uitspraken:
Interpretatie:
- iedere procespartij (klager en staat) kan binnen 1 jaar het Hof om uitleg van (een onderdeel van) het arrest vragen;
- ook het Comité van Ministers kan om uitleg van het arrest vragen (er moet dan wel een 2/3 meerderheid zijn);
Herziening:
- kan worden gevraagd door een van de procespartijen binnen 6 maanden na ontdekking van een feit dat ten tijde van de uitspraak redelijkerwijs niet bekend was of bekend kon zijn (met bewijsstukken);
Betekenis van de (gegronde) uitspraak:
- de uitspraak heeft een declaratoir karakter: er wordt een verdragsschending vastgesteld. Het Hof kan geen nationale uitspraken vernietigen;
- maar de staat heeft zich verbonden zich te houden aan de uitspraak:
- het Comité van Ministers houdt toezicht op de uitspraak:
- binnen het Comité wordt controle uitgeoefend of de staat maatregelen heeft genomen om uitvoering te geven aan de uitspraak (is wetgeving aangepast, is er genoegdoening). Als het comité van mening is dat is voldaan aan een uitspraak wordt dit vastgelegd in een resolutie, die wordt gepubliceerd;
- het Comité van Ministers kan bij de Grand Chamber een infractieprocedure aanhangig maken indien een staat de uitspraak niet naleeft. Dit gebeurt alleen in zeer extreme gevallen, ter verhoging van de politieke druk;
- indien de staat niet zelfstandig actie onderneemt kan de klager in een nationale procedure:
- civielrechtelijk: een en ander afdwingen via een civielrechtelijke procedure op grond van art. 6:162 BW (onrechtmatige daad), de kans van slagen is echter (nog) niet zo groot;
- in bestuursrechtelijke zin wordt een uitspraak in Nederland (mogelijk[3]) gezien als een novum, dit zou dan grond zijn voor het doen van een herhaalde aanvraag. Of er kan (als dit mogelijk is) een nieuw EVRM-conform besluit gevraagd worden;
- in strafrechtelijke zin kan op grond van de uitspraak wel een heropening worden gevraagd (art. 457 Sv);
- in de uitspraak kan ook schadevergoeding (‘billijke genoegdoening’) worden toegekend. Hiervoor moet de klager echter wel expliciet een verzoek doen, het hof kent dit niet ambtshalve toe. Vaak constateert het Hof dat met de enkele constatering van de schending van het verdrag al voldoende genoegdoening is gegeven;
- het Comité van Ministers houdt toezicht op de uitspraak:
Interim measure, Rule 39 (Procesreglement)
Op basis van art. 39 van het Procesreglement kan het EHRM een voorlopige maatregel nemen (dit is vergelijkbaar met een vovo in het Nederlandse recht). Dit gebeurt in de praktijk meestal in de gevallen waarin er sprake is van een dreigend onherstelbaar letsel: dreigende schending van art. 2 (recht op leven) en art. 3 (verbod van marteling, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing). Er is bijvoorbeeld geen voldoende medische zorg in het land waarnaar uitgezet wordt, of er is geen contact met de advocaat[4], er dreigen atoomproeven, de gezondheidssituatie in detentie.
De maatregel kan worden ingesteld voor een bepaalde tijd en kan worden verlengd, maar kan ook worden ingetrokken. In de regel geldt de interim measure hangende de procedure bij het hof. Wanneer een interim measure wordt toegepast wordt het Comité van Ministers geïnformeerd.
Meestal eindigen zaken waarin een interim measure is gevraagd echter al in de ontvankelijkheidsfase: er dreigt geen onherstelbaar letsel, er is onvoldoende bewijs om de zaak ontvankelijk te verklaren, de nationale rechtsmiddelen zijn nog niet uitgeput etc.
Het EHRM publiceert zijn beslissingen op de eigen website[5]. De Raad van Europa plaats persberichten van het EHRM op de eigen homepage[6].
[1] M.i.v. het 14e protocol (2010) kan in elke fase van de procedure (dus ook voor de niet-ontvankelijkheidsverklaring) een schikking beproeft worden
[3] In de jurisprudentie wordt dit nog niet erkend, maar de Ministerie van Justitie lijkt dit niet uit te sluiten (brief aan de 2e kamer van 12 augustus 2005, kamerstukken II 2004/05, 290279, nr. 28)
[4] Öcalan/Turkije, EHRM 14 december 2000
[5] http://www.europa-nu.nl/id/vg9hmms5gzyv/europese_hof_voor_de_rechten_van_de_mens
[6] http://www.europa-nu.nl/id/vg9ho48czuz9/raad_van_europa_rve