Grensoverschrijdende geschillen
In het kader van de zogenaamde grensoverschrijdende geschillen zijn allerlei varianten mogelijk. Onderstaand volgt een handleiding hoe om te gaan met dergelijke verzoeken.
Achtereenvolgens zullen aan de orde komen de volgende onderwerpen:
- De van toepassing zijnde regelgeving en vindplaatsen;
- Procedurevoorschriften met betrekking tot zaken gelegen binnen de Nederlandse rechtssfeer
- Procedurevoorschriften met betrekking tot zaken gelegen buiten de Nederlandse rechtssfeer
1. Regelgeving en vindplaatsen
Op grond van artikel 12 lid 1 Wrb wordt rechtsbijstand uitsluitend verleend ter zake van in de Nederlandse rechtssfeer liggende rechtsbelangen van natuurlijke en rechtspersonen wier financiële draagkracht de in artikel 34 Wrb genoemde bedragen niet overschrijdt.
Vanaf 2 maart 2005 is de Richtlijn van Raad van de Europese Unie (2003/8/EG) vastgesteld tot verbetering van de toegang tot de rechter bij grensoverschrijdende geschillen door middel van gemeenschappelijke minimumvoorschriften betreffende rechtsbijstand bij die geschillen. Daarvoor zijn de nieuwe artikelen 23a tot en met 23k Wrb ingevoerd.
Op grond van artikel 1 van het Verdrag in zake de toegang tot de rechter in internationale gevallen van 25 oktober 1980 hebben ingezetenen van de verdragslanden recht op gesubsidieerde rechtsbijstand van procedurele aard in civielrechtelijke en handelszaken in elk verdragsland onder dezelfde voorwaarden als waren zij ingezetenen van dat land. Wanneer in het verdragsland gesubsidieerde rechtsbijstand wordt verleend in administratieve, sociale of fiscale zaken geldt dit artikel onder dezelfde voorwaarden.
Op grond van de Uitvoeringswet van het Verdrag in zake de toegang tot de rechter in internationale gevallen (Haags Verdrag) en de Europese overeenkomst in zake het doorzenden van verzoeken om rechtsbijstand wordt in artikel 2 het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand aangewezen als ontvangende centrale autoriteit en in artikel 3 het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand als verzendende autoriteit. Het bestuur heeft de afdeling Kwaliteit gemandateerd om de daarbij behorende werkzaamheden uit te voeren.
2. Procedure voorschriften met betrekking tot zaken gelegen binnen de Nederlandse rechtssfeer.
Verzoeken op grond van internationale richtlijnen en verdragen.
Naast de aanvraag om toevoeging op grond van artikel 12 lid 1 Wrb is er de mogelijkheid voor niet Nederland woonachtige personen om gesubsidieerde rechtsbijstand te krijgen op grond van internationale richtlijnen en verdragen. Deze richtlijnen en verdragen hebben als doelstelling het vergemakkelijken van rechtsbijstand in internationale gevallen. Reden dat genoemde verdragen aan actualiteit en aandacht hebben gewonnen is de Europese gedachte (vrij verkeer tussen Europese staten van diensten en beroepen).
Specifieke terminologie verbonden aan deze richtlijnen en verdragen zijn ontvangende en verzendende lidstaat. Kenmerkend aan richtlijnen en verdragen is dat deze in beginsel slechts gelding hebben tussen staten die partij zijn bij de richtlijn of het verdrag.
De beoordeling van aanvraag voor gesubsidieerde rechtsbijstand vindt plaats op een wijze als ware de rechtzoekende inwoner van het ontvangende land.
Aangezien het hier gaat om verzoeken op "statenniveau" is in ieder land een ontvangende centrale autoriteit aangewezen en een verzendende autoriteit.
In het kader van de Richtlijn van de Europese Unie is de Raad voor Rechtsbijstand de centraal ontvangende en verzendende autoriteit. Dit is geregeld in de artikelen 23 g en 23 i Wrb. Om een beoordeling van het inkomen en vermogen binnen de EU mogelijk te maken en rekening houdend met de verschillende methoden van beoordeling, is een apart formulier ontwikkeld genaamd “Form for Legal Aid Application in another member state of the European Union”.
De ontvangende centrale autoriteit gaat na of het verzoek voldoet aan de bepalingen van de Richtlijn. Bijvoorbeeld dat de richtlijn enkel geldt voor civiele- en handelszaken of dat het verzoek moet worden gedaan in de officiële taal van het ontvangende land of in een door de lidstaat benoemde vreemde taal. Voor Nederland geldt dat naast het Nederlands ook verzoeken in het Engels, Frans en Duits in behandeling worden genomen. Frankrijk neemt bijvoorbeeld alleen in het Frans vertaalde verzoeken in behandeling. Op grond van artikel 23 i Wrb moet de Raad voor Rechtsbijstand als ontvangende centrale autoriteit op het verzoek op grond van de Europese richtlijn te beslissen.
Belast met de ontvangst van verzoeken op grond van het Haags Verdrag of Overeenkomst is op grond van artikel 2 van de “Uitvoeringswet” het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand. Als verzendende autoriteit op grond van artikel 3 van de “Uitvoeringswet” is aangewezen het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand.
De ontvangende centrale autoriteit gaat na of het verzoek voldoet aan de bepalingen van het Verdrag of Overeenkomst. Bijvoorbeeld over de aard van de zaak zoals genoemd in artikel 1 van het Haags Verdrag of artikel 6 van de Overeenkomst waarin is geregeld dat het verzoek moet worden gedaan in de officiële taal van het ontvangende land of in het Engels, Frans of Duits (dit laatste geldt alleen voor Nederland).
Op grond van artikel 8 van de Uitvoeringswet wordt het verzoek om rechtsbijstand, als aan de bepalingen van het Verdrag of de Overeenkomst is voldaan, ter beslissing toegezonden aan de Raad voor Rechtsbijstand.
3. Procedure voorschriften met betrekking tot zaken gelegen buiten de Nederlandse rechtssfeer.
Verzoeken op grond van internationale verdragen.
Als een rechtzoekende die een zaak aanhangig heeft of wil maken bij een gerecht in een lidstaat van de Europese Unie en daarbij een beroep doet op de Richtlijn van de Europese Unie is de Raad voor Rechtsbijstand de bevoegde verzendende centrale autoriteit. De Richtlijn biedt ook de mogelijkheid om het verzoek direct bij de buitenlandse ontvangende centrale autoriteit in te dienen. Daarbij kan rechtshulp worden verleend voor juridische bijstand totdat het verzoek is ontvangen door de buitenlandse autoriteit. Het Juridisch Loket kan daarbij hulp verlenen.
Verzoeken moeten worden ingediend in de taal van de staat waar de zaak gaat dienen of in een door de lidstaat goedgekeurde taal. Het formulier “Form for Legal Aid Application in another Member State of the European Union” moet worden ingevuld. Eventueel kan nog een IKV worden bijgevoegd om aan te tonen dat rechtzoekende in Nederland in aanmerking komt voor gesubsidieerde rechtsbijstand. Er is namelijk een artikel in de Richtlijn dat bepaalt dat rekening kan worden gehouden met verschillen in kosten van levensonderhoud in de verschillende lidstaten. Voor Nederland is dit geregeld in artikel 23 d Wrb. Tevens zullen gegevens of stukken moeten worden overgelegd met betrekking tot de aard van de zaak. Hierna kan het verzoek verzonden naar de aangewezen ontvangende centrale autoriteit.
Als een rechtzoekende die een zaak aanhangig heeft of wil maken bij een gerecht in het buitenland en daarbij een beroep doet op het Haags Verdrag is de Raad voor Rechtsbijstand aan te merken als verzendende instantie.Verzoeken moeten worden ingediend in de taal van de staat waar de zaak gaat dienen of dient of anders in het Engels of Frans. Het formulier “Application for Legal Aid” moet worden ingevuld. Tevens zullen gegevens of stukken moeten worden overgelegd met betrekking tot de aard van de zaak. Hierna kan het verzoek verzonden worden naar de aangewezen ontvangende centrale autoriteit.