Grensoverschrijdende geschillen
Benodigde stukken / informatie
- Origineel en door de advocaat ondertekend aanvraagformulier Civiel (pdf, 216 kB) (een goed leesbare kopie wordt ook geaccepteerd en leidt in ieder geval niet tot een onvolledige aanvraag);
- Opgave inkomen en vermogen (pdf, 439 kB) / Income and assets statement (pdf, 52 kB)/ Formular Einkommen und Vermögen (pdf, 143 kB) / Formulaire Revenus et Patrimoine (pdf, 529 kB)
of
Toevoegbeleid
Algemeen
Deze werkinstructie is bedoeld voor het beoordelen van aanvragen van rechtzoekenden met een grensoverschrijdend geschil: buitenlanders met een rechtsprobleem in Nederland, of Nederlandse ingezetenen met een rechtsprobleem in het buitenland. De nationaliteit en/of de woonplaats, waar dan ook ter wereld, van de rechtzoekende maakt niet uit voor de beoordeling van de aanvraag.
Bijvoorbeeld: een Canadees die tijdens een bezoek aan Amsterdam een ongeluk heeft gehad met een tram, kan in Nederland een toevoeging aanvragen voor een letselschadezaak bij de Rechtbank in Amsterdam.
Nederlandse rechtssfeer
Uitgangspunt is, dat je alleen een toevoeging verstrekt voor een geschil dat binnen de Nederlandse rechtssfeer ligt. De Nederlandse rechtssfeer is als volgt afgebakend:
- Het Koninkrijk der Nederlanden in Europa (geografisch);
- Het Nederlands recht moet bij de zaak betrokken zijn (juridisch), waarbij het juridische geschil uit kan monden in een procedure zoals genoemd in artikel 1 van het Bvr.
Caribisch Nederland
In bijzondere gevallen kan voor strafzaken in Caribisch Nederland aan een in Nederland gevestigde advocaat kosteloze rechtsbijstand worden toegekend (geen Wrb toevoeging). Een van de voorwaarden hiervoor is dat rechtzoekende ook door een advocaat in Caribisch Nederland wordt bijgestaan. Dit geldt ook als verdachte naar Nederland is overgebracht. De criteria hiervoor staan in artikel 57 Wetboek van Strafvordering BES. Voor het indienen van een aanvraag moet de advocaat zich wenden tot het gemeenschappelijk Hof van justitie op de eilanden. Voor Aruba, Sint Maarten en Curaçao geldt een soortgelijke regeling.
Buiten de Nederlandse rechtssfeer
Ligt het geschil niet binnen de Nederlandse rechtssfeer, dan wijs je de aanvraag toevoeging in beginsel af:
1. Civiele zaken binnen Europese Unie (artikel 23a t/m 23k Wrb)
Binnen de Europese Unie is per lidstaat een Centrale Autoriteit aangesteld die helpt bij het indienen van verzoeken om rechtsbijstand in een andere lidstaat. Hiervoor is een apart formulier ontwikkeld. De Raad voor Rechtsbijstand is Centrale Autoriteit voor Nederland.
Gaat het om een civiele zaak die waarschijnlijk binnen de rechtssfeer van een andere lidstaat ligt en het Juridisch Loket kan geen afdoende hulp bieden, dan kan een (lichte) adviestoevoeging worden aangevraagd als rechtsbijstand noodzakelijk is. Bijvoorbeeld in de volgende gevallen:
- Het adviseren over de mogelijkheden en kans van slagen om een procedure in het buitenland te voeren;
- Het onderzoeken waar een eventuele procedure aanhangig moet worden gemaakt en welk recht van toepassing is;
- Het verrichten van noodzakelijke juridische werkzaamheden in Nederland. Bijvoorbeeld in alimentatiezaken waarbij het LBIO is ingeschakeld en beslag dreigt.
De toevoeging geldt voor advieswerkzaamheden totdat de aanvraag voor verlening van rechtsbijstand in ontvangst is genomen door de lidstaat waar de desbetreffende zaak zal worden behandeld. Na het invullen van het formulier van de Europese Commissie en het bijvoegen van bewijsstukken kan de aanvraag worden gezonden naar de Raad voor Rechtsbijstand. De Raad zorgt voor noodzakelijke vertaling en zendt de aanvraag naar de Centrale Autoriteit in de lidstaat waar de rechtsbijstand moet worden verleend.
Als rechtsbijstand niet noodzakelijk is, dan wijs je af met tekstcode 130 (zelfredzaamheid). Bijvoorbeeld als het duidelijk is waar de procedure moet worden gevoerd of de werkzaamheden alleen bestaan uit het invullen van het formulier voor rechtsbijstand in een andere lidstaat.
Rechtzoekende kan voor hulp contact opnemen met het Juridisch Loket (tel: 0900 8020) of met de Raad voor Rechtsbijstand (tel: 088 7871000).
2. Overige zaken in het buitenland
Overige aanvragen wijs je af met tekstcode 183 (Nederlandse rechtsfeer). Denk hierbij aan straf- en bestuursrechtzaken, die in het buitenland voor de rechter worden gebracht. Bij deze zaken helpt de Raad niet bij het indienen van een verzoek om toevoeging in het buitenland.
Aanknopingspunten met de Nederlandse rechtssfeer
Er kunnen aanknopingspunten zijn met de Nederlandse rechtssfeer, terwijl de zaak buiten de Nederlandse rechtssfeer ligt. Het kan dan wenselijk zijn dat een Nederlandse advocaat naar het Nederlandse deel van het geschil kijkt.
Voorbeelden van aanknopingspunten zijn:
- Een strafzaak waarbij de buitenlandse strafrechter en de Nederlandse strafrechter bevoegd is om de zaak te behandelen, zoals bij drugssmokkel. Wordt de zaak voor de buitenlandse strafrechter behandeld, dan kan het Nederlandse strafrecht betrokken zijn met de zaak.
- Een civiele procedure in het buitenland waarbij er deelgeschillen spelen, waar ook het Nederlands recht bij betrokken is. Bijvoorbeeld een geschil met een buitenlands bedrijf, waarvan een tussenpersoon is gevestigd in Nederland. Het gaat om een interpretatiegeschil tussen rechtzoekende en het bedrijf en rechtzoekende en de tussenpersoon.
Je verstrekt voor het advies van de Nederlandse advocaat een toevoeging. In de aanvullende omschrijving vermeld je: ‘uitsluitend voor advieswerkzaamheden’.
Geen aanknopingspunt:
- Een Nederlandse ingezetene die zich wil verweren in een alimentatiezaak in het buitenland.
- Een Nederlander die voor een misdrijf in het buitenland wordt vervolgd.
Registratie
Bij een civiele toevoeging aan een persoon die niet in Nederland woont, registreer je in het beoordeelveld toevoegen, bij de indicatie tegenpartij de code GR2 of GR4. Voor strafzaken hoef je geen code aan te geven.
Internationale Colleges
Aanvragen voor rechtsbijstand aan slachtoffers van misdaden tegen de menselijkheid voor toegang tot de procedure bij een internationaal college, wijs je af met de volgende tekst:
“U heeft een aanvraag ingediend voor vergoeding van de advocaatkosten. De Raad wijst uw verzoek af, omdat er geen aanknopingspunten zijn met de Nederlandse rechtssfeer. Er is geen sprake van een in Nederland gelegen rechtsbelang. De feiten hebben zich voorgedaan in het buitenland, de partijen wonen niet in Nederland en hebben niet de Nederlandse nationaliteit. Ook bevinden partijen zich niet binnen de Nederlandse rechtsmacht. (art. 12 lid 1 Wrb)”
Het gaat hier bijvoorbeeld om procedures bij Internationale Strafhof, het Joegoslavië Tribunaal en andere Colleges die gevestigd zijn in Den Haag.
Voor procedures bij het Europese Hof van de Rechten van de Mens (EHRM), zie werkinstructie Internationale Instanties.
Financiële beoordeling aanvragen uit buitenland
Versie |
1.03
|
---|---|
Gewijzigd op | |
Punten |