Financieel belang

Benodigde stukken / informatie

• Toelichting van de advocaat op de hoogte van het financieel belang. Bijvoorbeeld de hoogte van het betwiste deel van de vordering.

Toevoegbeleid

Je verstrekt een toevoeging als aan alle voorwaarden is voldaan. Eén van de inhoudelijke voorwaarden is het financieel belang.

Reguliere toevoeging

Je kunt een reguliere toevoeging verstrekken als het op geld waardeerbare belang € 500 of meer bedraagt.

LAT

Voor de LAT geldt dat het op geld waardeerbare belang € 250 of meer moet bedragen.

Beroep in cassatie

Voor beroep in cassatie geldt dat het op geld waardeerbare belang € 1.000 moet bedragen.

Je wijst de aanvraag toevoeging af met tekstcode 219 als het financieel belang lager is dan € 500, € 250 respectievelijk € 1.000. Tenzij rechtzoekende een gemotiveerd beroep doet op de hardheidsclausule. Zie verderop in deze instructie.

Berekening financieel belang

Hierbij valt onder meer te denken aan:

• Duurovereenkomst: Het financieel belang wordt berekend over een periode van twee jaar. Een belang van € 50 per maand bereken je als volgt: 24 maanden x € 50 = € 1.200, dit is het financieel belang.
• Betwiste vordering: Het betwiste deel van de vordering moet € 500 of meer bedragen. Als de vordering in totaal € 10.000 bedraagt, waarvan € 9.900 niet wordt betwist, dan is de berekening van het financieel belang: € 10.000 – 9.900 =  € 100.
• Rente en buitengerechtelijke kosten: Als de aanvraag betrekking heeft op een vordering of verweer is het ‘belang’: de hoofdsom vermeerderd met de vertragings-/ wettelijke rente en buitengerechtelijke (incasso)kosten, waaronder exploot- en executiekosten, kosten van betekening en proces-verbaal. De  kosten van de procedure waarvoor de toevoeging is aangevraagd, neem je niet mee bij de bepaling van het belang. Voorbeelden hiervan zijn de kosten van de dagvaarding (oproepingsbericht), salaris gemachtigde en informatiekosten.
• Daadwerkelijke kosten rechtzoekende: Bij de beoordeling van het financieel belang neem je alle daadwerkelijk door rechtzoekende gemaakte kosten mee. Bijvoorbeeld de kosten van een eerdere aanleg. Had rechtzoekende voor de eerdere aanleg een toevoeging, dan vallen onder het financieel belang alleen de betaalde eigen bijdrage en de kosten genoemd in artikel 4 lid 2 Bvr. Zie de uitspraken van de RvS: 2004026821/H2 en 201012355/1/H2.Voor zaken die dienen in hoger beroep, reken je de proceskosten die zijn opgelegd in eerste aanleg tot het belang. De (exploot)kosten van de procedure waarvoor de toevoeging wordt aangevraagd, neem je niet mee bij de bepaling van het belang. Voorbeelden hiervan zijn de kosten van de dagvaarding (oproepingsbericht), salaris gemachtigde en informatiekosten.
• Kosten verzetprocedure: Voor zaken die dienen in verzet, reken je de kosten die het gevolg zijn van het verstekvonnis niet tot het belang. Zie uitspraak AWB 10/535.
• Voorbeelden berekening financieel belang.

Hardheidsclausule / zwaarwegende omstandigheden

Je toetst het verzoek om toepassing van de hardheidsclausule aan de volgende criteria.

1. Een beroep op de hardheidsclausule moet altijd worden gemotiveerd. Een aanvraag die onvoldoende is gemotiveerd, wijs je af met tekstcode 219.

2. Is de aanvraag gemotiveerd, kijk je eerst of een andere (voorliggende) voorziening beschikbaar is.

Je wijst de aanvraag af als de aanvrager een beroep kan doen op:

• een rechtsbijstandverzekering;
• een geschillen- of klachtencommissie (consumentenrecht);
• de vakbond of een scheidsgerecht die op grond van cao’s bevoegd is kennis te nemen van geschillen (arbeidsrecht);
• de huuradviescommissie (huurrecht);
• zelfredzaamheid, eventueel met behulp van het Juridisch Loket, de Rechtwijzer of Sociaal Raadslieden.

3. Is de uitkomst van de zaak van aanwijsbare maatschappelijke betekenis voor grote groepen rechtzoekenden, dan verstrek je een toevoeging.

4. Als de aanvraag gemotiveerd is en er is geen voorliggende voorziening dan beoordeel je of het onthouden van een advocaat in die zaak tot een aantoonbare onrechtvaardigheid/onbillijkheid leidt, bijvoorbeeld:

• Gaat het om een sterke wederpartij?
• Is er sprake van een afhankelijkheidsrelatie tot de wederpartij?
• Is de rechtzoekende psychisch kwetsbaar?
• Kan van de rechtzoekende worden verwacht dat hij voor zijn eigen rechtspositie opkomt?

Achtergrondinformatie

Nota van toelichting