Verval procesbelang bij een reguliere aanvraag als een Atz is verstrekt
Registratienummer |
202301892/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
22/2518
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Alle rechtsterreinen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
Namens rechtzoekende is een reguliere toevoeging aangevraagd voor het instellen van hoger beroep tegen een besluit van de Raad. De aanvraag is op grond van zelfredzaamheid afgewezen en in het besluit is door de Raad verwezen naar de mogelijkheid van een ‘Adviestoevoeging zelfredzaamheid (Atz)’. Tegen dit besluit is bezwaar gemaakt. In dezelfde periode is namens rechtzoekende ook een Atz aangevraagd en verstrekt voor de hoger beroepsprocedure. De Atz is omgezet naar een Toevoeging zelfredzaamheid (Tz) Het bezwaar is niet-ontvankelijk verklaard omdat er geen procesbelang meer is bij de verkrijgen van een reguliere toevoeging.
Het betoog dat er wel een procesbelang aanwezig was omdat er voor een Tz geen extra uren toegekend kunnen worden, kan niet slagen. Uit het wettelijk kader (artikel 6 Ratz en artikel 13 Bvr) volgt dat in geval van een Tz extra uren toegekend kunnen worden.
Verder is aangevoerd dat door het niet-ontvankelijk verklaren van de bezwaren niet vast is komen te staan of de primaire besluiten onrechtmatig waren en er daardoor nog een procesbelang aanwezig is. Hierover wordt overwogen dat als gesteld wordt dat er schade is geleden en men dit tot op zekere hoogte aannemelijk kan maken, er een procesbelang bij een inhoudelijke beoordeling van het bezwaar kan bestaan. Daar voorafgaand is van belang dat sprake is van schade. Door rechtzoekende is niet gesteld waaruit de schade van de aanvragen van de Atz voor hemzelf zou bestaan.