Resultaatsbeoordeling
Registratienummer |
202203826/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
20/6731
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Resultaatbeoordeling
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
Er zijn vanwege de echtscheiding drie toevoegingen verstrekt: 1. voor de echtscheidingsprocedure inclusief afwikkeling huwelijkse voorwaarden; 2. voor een kort geding inzake de verkoop van de woning; 3. voor het hoger beroep tegen het kort gedingvonnis. In het hoger beroep zijn partijen uiteindelijk, onder leiding van de raadsheer-commissaris, gekomen tot overeenstemming, inhoudende hypotheekvrije overdracht van woning aan rechtzoekende en betaling van ex-partner aan rechtzoekende van € 50.000,--. Dit bedrag is gestort op de derdenrekening van de advocaat. Op grond van dit behaalde resultaat is zowel de eerste als de derde toevoeging ingetrokken. Tegen intrekking van de eerste toevoeging is geen bezwaar gemaakt, de uitspraak ziet op toevoeging drie.
Met betrekking tot het behaalde resultaat is duidelijk dat er een directe relatie is tussen de verleende rechtsbijstand en de geldsom van € 50.000,--. Het financiële resultaat moet toegerekend worden aan zowel de echtscheidingsprocedure als het hoger beroep tegen vonnis in kort geding over de verkoop van de woning.
Vervolgens ligt de vraag voor of de aangevoerde zwaarwegende omstandigheden, bestaande uit beslaglegging door de advocaat en de ten gevolge van de intrekking te betalen rechtsbijstand van ongeveer € 70.000,-- waardoor rechtzoekende in ernstige financiële problemen komt, maken dat afgezien moet worden van intrekking van de toevoeging.
De omstandigheid dat er beslag is gelegd maakt niet dat er zwaarwegende omstandigheden zijn, de geldsom was immers niet geheel of gedeeltelijk oninbaar en is gebruikt als betaling voor de kosten van de advocaat. Ook het gegeven dat de kosten van rechtsbijstand hoger zijn dan het resultaat maakt niet dat sprake is van zwaarwegende omstandigheden. De Raad wordt gevolgd in de stelling dat relevant is dat met de rechtsbijstand niet enkel een geldbedrag is ontvangen maar ook heeft geleid tot het verkrijgen van de hypotheekvrije woning en het tot stand brengen van de boedelverdeling. De rechtsbijstand heeft meer effect gesorteerd dan enkel het geldbedrag. Verder overweegt de Afdeling nog dat de gestelde financiële problemen niet zijn gesubstantieerd waardoor alles bij elkaar geen sprake is van een onzorgvuldig voorbereid besluit.