Samenhang bijstand drie slachtoffers en één verdachte
Registratienummer |
202205391/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
20/4027
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Vaststellen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Raad voor Rechtsbijstand
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
Rechtsbijstand is verleend aan drie slachtoffers inzake één verdachte. Er zijn drie toevoegingen verstrekt en de Raad heeft de vergoeding daarvan in samenhang vastgesteld. In discussie is de vraag of de zaken naar hun aard verknocht zijn.
De Afdeling heeft eerder bij uitspraken van 19 juli 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:2734 en ECLI:NL:RVS:2023:2733) het beoordelingskader voor samenhangende procedures verduidelijkt, specifiek voor “naar hun aard verknocht”. Bepalend zijn de volgende drie omstandigheden: heeft de rechtsbijstandverlener in de procedures rechtsbijstand verleend aan dezelfde of een andere partij; in hoeverre een ander feitencomplex aan de procedures ten grondslag ligt; of procedures gaan over niet al te zeer uiteenlopende rechtsvragen.
Toetsend aan dit beoordelingskader komt de Afdeling tot het oordeel dat de zaken niet naar hun aard verknocht zijn. Enkel de rechtsvragen in de procedures lopen niet al te zeer uiteen nu vergelijkbare vorderingen zijn ingediend. De drie slachtoffers zijn naar aanleiding van drie verschillende misdrijven bijgestaan. Elk is slachtoffer geworden van dezelfde dader maar van een ander door hem gepleegd strafbaar feit, zodat in iedere zaak een ander feitencomplex aan de orde is. Het gaat daarbij om als huisvriend respectievelijk een scoutingskamp ontuchtige handelingen te hebben gepleegd en bij het derde slachtoffer tijdens een ander zomerkamp in een ander jaar heimelijk filmopnames maken.