Samenhang bijstand drie nabestaanden en twee verdachten
Registratienummer |
202205389/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
20/4026
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Vaststellen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Raad voor Rechtsbijstand
|
Uitspraak |
Gegrond
|
Essentie
Rechtsbijstand is verleend aan drie nabestaanden inzake twee verdachten. Er zijn vijf toevoegingen verstrekt en de Raad heeft de vergoeding daarvan in samenhang vastgesteld. In discussie is de vraag of de zaken naar hun aard verknocht zijn.
De Afdeling heeft eerder bij uitspraken van 19 juli 2023 (ECLI:NL:RVS:2023:2734 en ECLI:NL:RVS:2023:2733) het beoordelingskader voor samenhangende procedures verduidelijkt, specifiek voor “naar hun aard verknocht”. Bepalend zijn de volgende drie omstandigheden: heeft de rechtsbijstandverlener in de procedures rechtsbijstand verleend aan dezelfde of een andere partij; in hoeverre een ander feitencomplex aan de procedures ten grondslag ligt; of procedures gaan over niet al te zeer uiteenlopende rechtsvragen.
Toetsend aan dit beoordelingskader komt de Afdeling tot het oordeel dat er onderscheid moet worden gemaakt tussen enerzijds de zaken van nabestaande 1 en 2 en anderzijds die van nabestaande 3. Wel is sprake van dezelfde daders maar van een ander feitencomplex. De ouders van nabestaande 1 en 2 zijn bij een roofoverval in hun woning om het leven gebracht. De vader van nabestaande 3 is op een ander tijdstip op een andere plaats vermoord toen hij een wandeling met zijn hond maakte. Hierdoor is schade geleden als gevolg van twee van elkaar losstaande misdrijven. De zaken van nabestaande 1 en 2 zijn wel naar hun aard verknocht. De rechtsvragen die opkomen in de procedures lopen niet al te zeer uiteen en beiden hebben schade geleden ten gevolge van hetzelfde misdrijf.