Extra uren in een hoger beroep strafzaak

De toevoeging is verstrekt voor een hoger beroep inzake een veroordeling voor negen strafbare feiten tot een gevangenisstraf van vier maanden, met aftrek van het voorarrest, en tot oplegging van TBS met dwangverpleging. Het hoger beroep zag op een bewijsverweer en een strafmaatverweer. Bepleit is voor een wijziging van de TBS naar TBS met voorwaarden.

De vraag of de zaak bewerkelijk is en meer in het bijzonder of het feitelijk complex van aard is, is door de Afdeling beoordeeld aan de hand van in de werkinstructie ‘Extra uren in strafzaken’ opgenomen beleid waarbij gekeken wordt naar acht mogelijke omstandigheden. Indien drie of meer aan de orde zijn kan de zaak feitelijk complex zijn.

De Afdeling komt tot de conclusie dat niet minimaal drie omstandigheden aan de orde zijn. Hoewel negen feiten ten laste zijn gelegd heeft het strafdossier een omvang van ongeveer 200 pagina’s en kan daarmee geen indicatie voor feitelijke complexiteit opleveren. Er is één getuige gehoord, één regiezitting en één inhoudelijke zitting waardoor op deze punten de zaak evenmin complex is. De aard en omvang van de strafbare feiten maken de zaak evenmin complex.

In het midden wordt gelaten of de omstandigheid dat er naast de bewijsverweren verweer gevoerd moest worden om de strafoplegging te wijzigen en een grote inspanning is verricht om contra-rapportages te krijgen een verzwarende omstandigheid is nu er niet voldaan wordt aan het vereiste van drie of meer omstandigheden.