Zelfredzaamheid in bezwaarprocedure bij een belastinggeschil
Registratienummer |
202001994/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
19/1884
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Belastingrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
Naar aanleiding van een High Trust steekproefcontrole zijn de vergoedingen van vier toevoegingen ingetrokken. Het gaat om vier rechtzoekenden waarvoor in bezwaar wordt gegaan tegen navorderingsaanslagen en fiscale boetes die door de Belastingdienst zijn opgelegd. De vergoedingen zijn ingetrokken omdat het om bezwaren van feitelijke aard ging.
De Afdeling is van oordeel dat de uitzondering van artikel 8 lid 2 Brt (bij juridische of feitelijke ingewikkeldheid wel een toevoeging) zich in deze niet voordoet. Het gaat om geschillen van feitelijke aard en rechtzoekenden in staat moeten worden geacht om zelf, al dan niet met behulp van derden, aan te voeren waarom de opgelegde aanslagen en boetes onredelijk zijn. In drie van de zaken speelt ook een samenloop met een strafzaak. Ook hierover wordt overwogen dat rechtzoekenden in eigen bewoordingen kunnen verzoeken om aanhouding in afwachting van de strafzaken. Met een verwijzing naar de algemene omstandigheid van de samenloop van fiscale zaken en strafzaken en omkering van de bewijslast is niet aannemelijk gemaakt dat rechtsbijstand van een advocaat noodzakelijk was.