De beoordeling of sprake is van bedrijfsmatig handelen

De toevoeging is aangevraagd, en conform High Trust verstrekt, vanwege een civielrechtelijke procedure over de verkoop van een tweedehands auto door rechtzoekende aan een Duitse wederpartij, die de overeenkomst wilde ontbinden. De vergoeding is ingetrokken omdat het om een belang gaat dat is ontstaan in de uitoefening van het bedrijf van rechtzoekende dat zich bezighoudt met de aan- en verkoop van auto’s. Aangevoerd is dat rechtzoekende de auto als particulier heeft verkocht en als zodanig dient te worden beoordeeld. Verder heeft de advocaat gesteld dat rechtzoekende ondubbelzinnig heeft gesteld dat het om een privé aankoop zou gaan en op het verhaal van de rechtzoekende moet kunnen vertrouwen.

De Afdeling is van oordeel dat gezien de gegeven omstandigheden (rechtzoekende heeft een eenmanszaak inzake autohandel; de auto is in Polen gekocht, heeft geen Nederlands kenteken gekregen en is in Duitsland verkocht; in de civielrechtelijke procedure is rechtzoekende mede in zijn bedrijfsmatige hoedanigheid gedagvaard) de Raad terecht op het standpunt heeft gesteld dat het geschil voortvloeit uit bedrijfsmatig handelen.

Hetgeen is aangevoerd, is onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. Wat betreft de stelling dat op het verhaal van rechtzoekende vertrouwd moet kunnen worden, wordt opgemerkt dat met de helpdesk van de Raad contact opgenomen had kunnen worden dan wel verzocht had kunnen worden om een inhoudelijke beoordeling. De genoemde objectieve omstandigheden die wijzen op bedrijfsmatig handelen hadden daartoe aanleiding kunnen geven.