Samenhang in strafzaken
Registratienummer |
201908362/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
19/972
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Vaststellen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Gegrond
|
Essentie
Er zijn drie toevoegingen verstrekt in verband met het instellen hoger beroep in strafzaken. Het gaat respectievelijk om 1. Politiemedewerker verbaal bedreigd met de dood/zwaar lichamelijk letsel; 2. Belediging woonbegeleider van COA en een politiecel vernield/beschadigd/onbruikbaar gemaakt en 3. Een (terras)stoel van een café vernield/beschadigd/onbruikbaar gemaakt. Het geschil ziet op de vraag of de zaken naar hun aard verknocht aan elkaar zijn.
De Afdeling overweegt dat in de werkinstructie zonder voorbehoud is bepaald dat de samenhangregeling niet van toepassing is als sprake is van verschillende strafbare feiten op afzonderlijke dagvaardingen. Het standpunt van de Raad dat de zaken betrekking hadden op dezelfde problematiek, geweldsmisdrijven, wordt niet gevolgd. Naast dat dit een ruime verzameling van strafbare feiten omvat, betreft belediging een andere categorie strafbare feiten. Het gegeven dat in de drie zaken gerefereerd is aan het oordeel van het hof wat betreft de bewezenverklaring maakt dit niet anders, noch het voeren van hetzelfde verweer. Daaruit kan niet de conclusie worden getrokken dat deze zaken op dezelfde inhoudelijke problematiek betrekking hebben. Evenmin dat een psychiatrisch rapport in al de drie zaken is besproken, in elke strafzaak komen de persoonlijke omstandigheden aan de orde.