Ontvankelijkheid en High Trust; wijziging zaakcode; samenhang
Registratienummer |
202104706/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
20/2762, 20/3340, 20/3341, 20/3343, 20/3348, 20/3349, 20/3350, 20/3351, 20/3353 en 20/3354
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Alle rechtsterreinen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Gegrond/Ongegrond
|
Essentie
Het gaat om tien zaken waarbij in het kader van High Trust de vastgestelde vergoeding is gewijzigd. Door de rechtbank zijn vijf beroepen niet-ontvankelijk verklaard omdat in die zaken eerder alleen bezwaar is gemaakt door de advocaat en het beroep door het advocatenkantoor is ingediend.
Ontvankelijkheid
Uit de bewoordingen van het bezwaarschrift en uit het feit dat het advocatenkantoor de vennootschap is waarin de advocaat zijn advocatenpraktijk uitoefenden kan worden afgeleid dat namens het advocatenkantoor bezwaar is ingesteld. De beroepen zijn dan ook ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard.
20/2762
Er zijn twee toevoegingen verstrekt met zaakcode S040 en de vergoeding is op grond van deze zaakcode vastgesteld. In het kader van de High Trust steekproefcontrole is de zaakcode in beide zaken gewijzigd naar Z120.
Met betrekking tot de stelling dat vanuit mocht worden gegaan dat de Raad aanvragen inhoudelijk beoordeeld wordt door de Afdeling overwogen dat door ondertekening van het High Trust convenant de advocaat zich committeert met de uitgangspunten van High Trust. De uitgangspunten houden in dat dat er een wederzijds vertrouwen is tussen de Raad en de rechtsbijstandverlener die deelneemt. De rechtsbijstandverlener beoordeeld zelf de toevoegwaardigheid en dient bij twijfel contact op te nemen met de helpdesk van de Raad.
Nu er door de advocaat geen contact is opgenomen met de helpdesk kon de advocaat er niet vanuit gaan dat de opgegeven zaakcode juist was en dat de vergoedingen niet meer zouden worden aangepast.
20/3340
Er zijn twee toevoegingen verstrekt, zowel voor de moeder als de vader is een toevoeging verstrekt vanwege het voeren van verweer tegen een spoedondertoezichtstelling en uithuisplaatsing. In het kader van de High Trust steekproefcontrole is de vergoeding van beide toevoegingen in samenhang vastgesteld.
De Afdeling overweegt dat de zaken naar hun aard verknocht aan elkaar zijn. In beide zaken ging het om een nagenoeg gelijkluidend feitencomplex en was de inzet van de procedure dezelfde. Dat de vader als belanghebbende is gehoord en niet als partij en niet dezelfde belangen als moeder had maakt dit niet anders.
20/3341, 20/3343 en 20/3348
Toevoegingen zijn met een eigen bijdrage verstrekt. Bij declaratie van de toevoegingen is vermeld dat de toevoegingen tussentijds zijn beëindigd wegens het niet betalen van de eigen bijdrage. Bij vaststelling van de vergoeding is de eigen bijdrage niet in mindering op de vergoeding gebracht. In het kader van de High Trust steekproefcontrole is dit gecorrigeerd en is de eigen bijdrage alsnog in mindering gebracht op de vergoeding.
De Afdeling overweegt dat de advocaat geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid, zoals in het beleid opgenomen, om een verzoek tot tussentijdse beëindiging van de toevoeging in te dienen. Gelet hierop mocht de Raad de eigen bijdrage in mindering brengen op de vergoeding.