Verzoek toekenning extra uren bij een huurgeschil
Registratienummer |
202102673/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
20/3890
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Extra uren toekennen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Raad voor Rechtsbijstand
|
Uitspraak |
Gegrond
|
Essentie
Verzocht is om toekenning van extra uren in een huurkwestie waarbij het ging om de vraag of de verhuurder in redelijkheid over mocht gaan tot ontbinding van de huurovereenkomst. De reden hiervoor was dat rechtzoekende ongeveer twee jaar niet haar hoofdverblijf in haar woning in Nederland maar in Portugal had. Eerst is getracht om tot een minnelijke schikking te komen en vervolgens is er een gerechtelijke procedure gevoerd.
De rechtbank heeft in beroep overwogen dat de aanvraag ten onrechte is afgewezen omdat er gelet op de uitvoerige correspondentie sprake is van feitelijke complexiteit. Voorts is verwezen naar het rapport Andere tijden en is overwogen dat gelet op de conclusies van het rapport de Raad haar beleid niet al te streng dient toe te passen.
De Afdeling overweegt dat niet in geschil is dat er veelvuldig is gecorrespondeerd maar dat dit de zaak op zichzelf nog niet feitelijk complex maakt. Naar oordeel van de Afdeling is het niet gebleken dat bij de schikkingspoging hulp van een gesubsidieerde rechtsbijstandverlener noodzakelijk was. Hierbij wordt betrokken dat de verhuurder en diverse andere instanties al in gesprek waren om voor/met rechtzoekende tot een minnelijke schikking te komen en de advocaat zelf kort heeft gecorrespondeerd over de mogelijkheid om een minnelijke schikking te bereiken. De mogelijke kwetsbare positie van rechtzoekende dient, gezien het beleid, buiten beschouwing te worden gelaten. Wat betreft de overweging van de rechtbank inzake het rapport Andere tijden wordt gesteld dat nu reeds is overwogen dat de zaak niet feitelijk complex is, van de Raad niet kan worden verwacht dat desondanks er extra uren worden toegekend.