Ontvankelijkheid rechtzoekende bij afwijzing op bereik
Registratienummer |
202006098/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
20/2717
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Alle rechtsterreinen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
Een toevoeging is aangevraagd in verband met een procedure over een in het arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentiebeding. De aanvraag is afgewezen omdat de werkzaamheden onder het bereik van een eerdere toevoeging vallen. Enkel namens rechtzoekende is beroep ingesteld. De rechtbank heeft, nu de onderliggende zaak ten tijde van de zitting afgerond was, het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang.
De Afdeling bevestigd deze uitspraak en overweegt dat een bestuursrechter alleen inhoudelijk hoeft te beoordelen als dit van betekenis is voor de beslechting van het geschil over het voorliggende besluit. De indiener dient een actueel en reëel belang te hebben bij een inhoudelijke beoordeling van het beroep. Dit actuele en reële belang ontbreekt in onderhavige zaak nu de rechtsbijstand inzake het concurrentiebeding ten tijde van beroep al daadwerkelijk was verleend en de zaak al beëindigd was.
Verder overweegt de Afdeling dat de rechtsbijstandverlener bij een afwijzing onder “bereik” een zelfstandig belang heeft. Het belang van de rechtsbijstandverlener is gelegen in het verkrijgen van een vergoeding voor de door hem verrichte werkzaamheden die naar zijn mening niet vallen onder het bereik van de eerdere toevoeging.