Hoogte vergoeding na niet-ontvankelijkverklaring asielaanvraag
Registratienummer |
201906945/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
18/7540
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Asiel- en vreemdelingenrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
De toevoeging is verstrekt voor de behandeling van een asielverzoek in de algemene asielprocedure.
Er heeft een eerste en een nader gehoor plaatsgevonden en vervolgens is de asielaanvraag niet-ontvankelijk verklaard op grond van artikel 30a, eerste lid, aanhef en onder c van de Vreemdelingenwet 2000 (veilig derde land). Verzocht is om de zaak als een standaardzaak te mogen declareren.
De Afdeling oordeelt dat uit de systematiek van artikel 5a Bvr volgt dat indien de asielaanvraag niet-ontvankelijk wordt verklaard er op grond van het vierde lid recht bestaat op een vergoeding van vier punten.
Weliswaar is het mogelijk dat voorafgaand aan de niet-ontvankelijkverklaring de hele procedure is doorlopen maar dat betekent niet dat er dan een vergoeding op basis van het eerste lid toegekend dient te worden. Het is mogelijk dat er meer werkzaamheden dienen te worden verricht dan de vier uur die ervoor staan, hetgeen inherent is aan het forfaitair stelsel.