Bij aanvraag van extra uren dient het aannemelijk gemaakt te worden dat de werkzaamheden doelmatig van aard zijn
Registratienummer |
201900650/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
14/3730
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Extra uren toekennen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
De Afdeling overweegt dat in de doelmatige verlening van rechtsbijstand, artikel 31 tweede lid Bvr, en het beleid van de Raad besloten ligt dat de rechtsbijstandverlening zo dient te zijn dat dit de minste middelen en inspanningen kost. Het is aan de aanvrager om aannemelijk te maken dat zij doelmatig te werk ging en na de reeds toegekende uren een nieuwe toekenning van extra uren noodzakelijk was.
Aanvrager staat rechtzoekende zowel in een bodemprocedure als een samenhangende executiegeschil bij en heeft voor beide procedures een toevoeging met daarbij extra uren verkregen.
Uit de urenspecificaties en begrotingen volgt naar het oordeel van de Afdeling niet dat de rechtsbijstandverlening doelmatig was en de gevraagde uren noodzakelijk waren. Daarbij is mee in overweging genomen dat er tussen beide zaken veel werkzaamheden dubbel verricht zijn.