Beoordeling kans van slagen van een te voeren procedure
Registratienummer |
202003642/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
20/1818 en 20/2430
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Alle rechtsterreinen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
Toevoeging is aangevraagd in verband met het instellen van hoger beroep tegen een vonnis in kort geding van de voorzieningenrechter. In kort geding is onder andere gevorderd dat rechtzoekende een deskundig strafrechtadvocaat wordt toegewezen die zijn vertrouwen heeft of dat hij een advocaat naar eigen keuze mag inschakelen, die door de Staat op basis van een toevoeging wordt betaald. Het verzoek is door de voorzieningenrechter afgewezen.
De Afdeling overweegt dat de Raad mag beoordelen of de te verlenen rechtsbijstandverlening enig kans van slagen heeft, deze beoordeling dient naar haar aard wel terughoudend te zijn. De noodzaak van de rechtsbijstand dient wel door de aanvrager aangetoond te worden. Het enkel vermelden dat het om instellen van hoger beroep gaat én herhaling van de standpunten die in het kort geding waren ingenomen zijn daartoe onvoldoende. Gezien het duidelijke oordeel van de kort gedingrechter was het aan de aanvrager om gemotiveerd toe te lichten waarom voor het kort geding in hoger beroep een toevoeging zou moeten worden verstrekt.
Voorts is overwogen dat deze beoordeling niet in strijd is met artikel 6 noch 13 EVRM aangezien de beperking, de beoordeling van de slagingskans, met het oog op de financiële beheersbaarheid van het systeem van rechtsbijstandverlening gerechtvaardigd dient te worden geacht.