Zelfde rechtsbelang omdat beiden aanvraag verblijfsvergunning asiel hebben ingediend
Registratienummer |
201806245/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
18/253
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Asiel- en vreemdelingenrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
Artikel 28, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wrb biedt de raad de bevoegdheid om een toevoeging te weigeren, indien voor hetzelfde rechtsbelang binnen een verknocht verband reeds een toevoeging is verleend.
Overeenkomstig de werkinstructie V060 A.A-procedure is dit anders indien de leden binnen dat verknochte verband een afzonderlijk motief hebben om asiel aan te vragen. Rechtzoekende en haar echtgenoot hebben beiden een aanvraag verblijfsvergunning asiel ingediend.
Met juistheid is geoordeeld dat het om hetzelfde rechtsbelang gaat. De uitkomst van de procedures is niet van belang voor de vraag of het om hetzelfde rechtsbelang gaat, het gaat erom wat men met de procedures wilde bereiken. Afzonderlijke behandeling van beide aanvragen leidt evenmin tot de conclusie dat sprake is van verschillende rechtsbelangen.
Nu het om hetzelfde rechtsbelang gaat en zij tot een verknocht verband moeten worden gerekend, was de raad bevoegd de aangevraagde toevoeging te weigeren, tenzij er sprake was van een ander motief voor de asielaanvraag. Beide vluchtverhalen hangen in grote mate samen en beiden personen zijn om dezelfde redenen gevlucht en hebben om dezelfde redenen asiel aangevraagd.
Dat appellant nog een extra reden had om asiel aan te vragen, betekent niet dat haar motief voor het aanvragen van asiel daarmee anders is geworden. De omstandigheid dat deze extra reden tot een andere uitkomst heeft geleid in de asielprocedure is ook niet relevant voor de vraag of een toevoeging had moeten worden verstrekt.
Op het tijdstip dat een toevoeging wordt aangevraagd, is de uitkomst van de procedure immers nog niet bekend.