De raad hoeft niet bij iedere begrotingspost afzonderlijk te motiveren waarom daarmee niet wordt ingestemd
Registratienummer |
201706736/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
16/5541
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Extra uren toekennen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende en rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
Het procesbelang van een rechtzoekende vervalt, indien de rechtsbijstand waarvoor de vergoeding van extra uren was aangevraagd al is verleend en de zaak is beëindigd, en het al dan niet toekennen van de gevraagde extra uren voor de rechtzoekende geen financiële of andere gevolgen heeft.
De vraag of er belang bij het beroep is, wordt niet beantwoord naar de stand van zaken ten tijde van de beoordeling van het beroep.
De raad dient op basis van de bij de tweede aanvraag overgelegde aanvullende begroting te beoordelen of de tot op dat moment verleende rechtsbijstand doelmatig is geweest en of de begroting betrekking heeft op een doelmatige voortzetting van de werkzaamheden.
De raad zal in dat verband dienen te bezien of de zaak een zodanig karakter heeft, dat de behandeling ervan in redelijkheid niet binnen de eerder begrote tijd heeft kunnen plaatsvinden en of de rechtsbijstandverlening in verhouding staat tot het belang waarvoor de toevoeging is verleend. Daarbij wordt een inschatting gemaakt van het aantal uren dat in redelijkheid nodig is om de zaak af te ronden.
In het kader van de beoordeling van de ingediende aanvullende begroting is de raad niet gehouden om bij iedere begrotingspost afzonderlijk te motiveren waarom daarmee niet wordt ingestemd.