De aard van het strafproces is niet van belang voor de vraag of de vordering of schade complex is
Registratienummer |
201707078/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
16/6814
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Strafzaken niet verdachten
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Raad voor Rechtsbijstand
|
Uitspraak |
Ongegrond
|
Essentie
De zaak gaat om een groot strafproces dat is gericht tegen een parlementariër en diens uitlatingen (de Wilders-zaak mbt de ‘minder, minder’-uitspraak). Uit de werkinstructie volgt dat een toevoeging kan worden verstrekt indien SHN geen hulp kan bieden en de vordering complex is.
Slachtofferhulp Nederland (hierna: SHN) kon de slachtoffers in de Wilders-zaak niet de bijstand verlenen die zij normaal gesproken verleent. Het feit dat dit niet het gevolg is van de juridische complexiteit van de vordering, maar het gevolg is van het ontmoedigingsbeleid van het OM, doet daaraan niet af. Aan de eerste voorwaarde voor het verlenen van een toevoeging is hiermee voldaan (te weten dat SHN geen bijstand kon verlenen).
De aard van het strafproces is niet van belang in het kader van de vraag of de vordering of schade complex is. Juridische kennis is vereist voor zowel het aannemelijk maken van het bestaan van causaal verband tussen de delicten waarvoor Wilders terechtstond en de gestelde schade, en de onderbouwing van de hoogte van het te vorderen schadebedrag, nu het uitsluitend immateriële schade betreft.
Daarnaast is een aparte zitting ingelast voor de behandeling van de vorderingen van benadeelde partijen, waarbij de vorderingen nader konden worden toegelicht, en heeft de advocaat van Wilders een (forse) tegenvordering ingediend.
De vordering is in dit geval juridisch en feitelijk complex waardoor niet van rechtzoekende kon worden verwacht dat hij dit zonder bijstand van SHN of een rechtsbijstandverlener kon doen.