De rechtsbijstand voor de nakoming van een echtscheidingsconvenant heeft niet geleid tot nieuwe of andere afspraken. Om deze redenen heeft de Raad het echtscheidingsconvenant ten onrechte bij de resultaatbeoordeling betrokken.

Er is een toevoeging aangevraagd voor juridische rechtsbijstand voor de nakoming van een echtscheidingsconvenant. Uit artikel 34g van de Wrb en de totstandkomingsgeschiedenis daarvan volgt dat voor het antwoord op de vraag of een verleende toevoeging met terugwerkende kracht moet worden ingetrokken alleen het resultaat van de zaak waarvoor een toevoeging is verleend van belang is.

Overeenkomstig de aanvraag van rechtzoekende is uitsluitend rechtsbijstand aangevraagd voor ‘Juridische bijstand nakoming echtscheidingsconvenant’. De nakoming van het echtscheidingsconvenant is derhalve de zaak waarvoor een toevoeging is verleend. Gelet op de zaak waarvoor de toevoeging is aangevraagd en de feitelijk verleende rechtsbijstand, moet geconcludeerd worden dat het echtscheidingsconvenant en de daarin neergelegde afspraken over de bankrekeningen van de kinderen en de nalatenschap niet kunnen worden aangemerkt als resultaat van de op basis van die toevoeging verleende rechtsbijstand. Het resultaat van die rechtsbijstand is het aanvullende echtscheidingsconvenant, waarin geen nieuwe of andere afspraken zijn gemaakt over de bankrekeningen van de kinderen en de nalatenschap. Van een directe relatie tussen de verleende rechtsbijstand en de ongewijzigd gebleven afspraken over de bankrekeningen van de kinderen en de nalatenschap is niet gebleken. De betreffende afspraken maakten daarom geen onderdeel uit van het latere geschil en zijn onverminderd blijven gelden. Om deze redenen heeft de Raad het echtscheidingsconvenant ten onrechte bij de resultaatbeoordeling betrokken.