Onderzoek naar rijgeschiktheid is geen criminal charge; beroep op ne bis in idem-beginsel is onvoldoende voor juridische complexiteit
Registratienummer |
201601392/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
15/5304
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Bestuursrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De toevoegingsaanvraag voor een bezwaarprocedure tegen het besluit van het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen inzake een rijvaardigheidsonderzoek is afgewezen. Een beroep op het ne bis in idem-beginsel is onvoldoende om de zaak als juridisch complex aan te merken gelet op vaste jurisprudentie van de Afdeling. Een onderzoek naar de rijgeschiktheid kan immers niet als een criminal charge in de zin van art. 6 van het EVRM worden aangemerkt, en dit geldt evenzo voor een besluit tot schorsing van de geldigheid van het rijbewijs die hiermee verband houdt. Het voorgaande neemt evenwel niet weg dat inhoudelijke bezwaren kunnen bestaan tegen het volgen van een vaste lijn van de Afdeling, dan wel dat in het specifieke geval van een belanghebbende aanleiding kan bestaan de zaak als juridisch complex aan te merken. In het onderhavige geval is daar echter geen sprake van. De verwijzing van rechtzoekende naar (een ophanden zijnde wijziging van de) jurisprudentie van de Afdeling omtrent een alcoholslot is onvoldoende om de zaak als juridisch complex aan te merken. In het onderhavige geval is immers geen sprake van het opleggen van een alcoholslot.