Inschrijving rechtsbijstandverlener voor het rechtsgebied personen- en familierecht is niet enkel vereist voor procedures die zien op boek 1 BW

Rechtzoekende is door zijn voormalige partner gedagvaard in kort geding omdat hij volgens deze geen gevolg heeft gegeven aan een door de rechtbank gegeven beschikking met betrekking tot het beheer van de gezamenlijke woning. De toevoegingsaanvraag voor die procedure is afgewezen, omdat de advocaat van rechtzoekende niet is ingeschreven voor het rechtsgebied personen- en familierecht.

Anders dan rechtzoekende stelt is niet van belang of het rechtsbelang van de dagvaardingsprocedure is gelegen in het personen- en familierecht zoals neergelegd in boek 1 van het BW. Gelet op de overeenkomst met geschillen tussen voormalig huwelijkspartners rekent de Raad ook een geschil van niet-huwelijkse partners over de ontbinding van de samenlevingsovereenkomst tot het toepassingsgebied van de werkinstructie.

Daarbij heeft de Raad erop gewezen dat met de specialisatie wordt beoogd dat de advocaat oog heeft voor de relationele aspecten. Rechtzoekende en zijn voormalige partner hebben een affectieve relatie gehad, een gemeenschappelijke huishouding gevoerd op basis van een samenlevingsovereenkomst en waren eigenaar van de gezamenlijke woning. In het onderhavige geval heeft de Raad de werkinstructie terecht op rechtzoekende van toepassing geacht.