Terugvordering na een resultaatbeoordeling
Registratienummer |
201402036/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
13/7287
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Alle rechtsterreinen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De RvR (hierna: ‘de raad’) heeft aan rechtzoekende een toevoeging verleend voor een civiele procedure die geresulteerd heeft in een vaststellingsovereenkomst, waarbij de wederpartij aan rechtzoekende 30.000 euro moest betalen. Vanwege dit resultaat is de toevoeging ingetrokken. Het geschil ziet uitsluitend op het, in bezwaar gehandhaafde, besluit van de raad tot vordering van 1777,58 euro van rechtzoekende.
Rechtzoekende betoogt dat de rechtbank heeft miskend dat de raad het bedrag van zijn advocaat had moeten vorderen, nu rechtzoekende de door zijn advocaat aan hem in rekening gebrachte kosten van rechtsbijstand heeft betaald en hij deze kosten dubbel betaalt als hij ook de vordering van de raad moet voldoen.
Dit betoog faalt, uit art. 34f volgt dat de raad het bedrag van rechtzoekende vordert. Dat rechtzoekende, naar hij stelt, nu in een schrijnende financiële situatie verkeert, doet niet af aan de juistheid van het besluit van de raad. Deze moest uitgaan van de op het moment van het besluit geldende situatie.