Geen zittingstoeslag zonder inhoudelijke behandeling van de zaak ter zitting
Registratienummer |
201307635/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
13/1166
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Vaststellen
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De Raad voor de Rechtsbijstand (hierna: ‘de Raad’) heeft terecht geweigerd een zittingstoeslag toe te kennen. Op de zitting waarvoor toeslag is gevraagd vond geen inhoudelijke behandeling plaats, en het betreft daarom geen zitting als bedoeld in art. 18 lid 1 Bvr en de werkinstructie. Het betoog van rechtzoekende dat de zaak op de betreffende zitting wel inhoudelijk is behandeld, omdat ter zitting zijn verzoek om aanhouding is besproken, slaagt niet.
Dat rechtsbijstandverlener het verzoek om aanhouding eerst ter zitting kon doen, dat hij op verzoek van zijn cliënt het verzoek heeft bepleit en over dit verzoek is gesproken, maakt niet dat ook de zaak inhoudelijk is behandeld. Het betoog dat de rechtbank ten onrechte geen aanleiding heeft gezien voor een proceskostenveroordeling slaagt niet.