Eerder afgegeven toevoeging in een voornemenprocedure
| Registratienummer |
201211669/1/A2
|
|---|---|
| Hoger beroep tegen |
12/3714
|
| Datum uitspraak | |
| Rechtsgebied |
Asiel- en vreemdelingenrecht
|
| Instantie |
Raad van State
|
| Appellant |
Raad voor Rechtsbijstand
|
| Uitspraak |
Hoger beroep gegrond
|
Essentie
Rechtzoekende heeft een toevoeging voor het instellen van beroep tegen de intrekking van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Dit beroep is gegrond verklaard en de minister heeft rechtzoekende in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze te geven op het voornemen om opnieuw de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in te trekken.
De toevoeging voor het opstellen van deze zienswijze is terecht geweigerd. De rechtbank heeft ten onrechte geoordeeld dat de raad het in werkinstructie V041 bepaalde niet aan de afwijzing van de aanvraag om een toevoeging ten grondslag mocht leggen.
Aan het voornemen liggen nagenoeg dezelfde feiten en omstandigheden ten grondslag als het eerste besluit. Voorts is het voornemen korte tijd na de vernietiging van dat besluit bekendgemaakt. Onder deze omstandigheden heeft de raad het beleid met betrekking tot hernieuwde voornemens van toepassing mogen achten.