Afzonderlijke rechtsbelangen bij specifieke medische klachten van gezinsleden bij een uitzetting
Registratienummer |
201304517/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
13/471 en 13/472
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Asiel- en vreemdelingenrecht
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep gegrond
|
Essentie
De IND heeft geweigerd met toepassing van art. 64 van de Vw 2000 de uitzetting van rechtzoekende en haar gezin op medische gronden achterwege te laten. De toevoegingsaanvragen van rechtzoekende en haar zoon zijn op grond van bereik afgewezen, omdat haar man reeds een toevoeging heeft gekregen, en deze hetzelfde rechtsbelang heeft.
Rechtzoekende betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat zij, haar man en hun zoon hetzelfde rechtsbelang hebben, nu zij ieder op grond van hun eigen specifieke medische klachten de IND hebben verzocht van uitzetting af te zien en zij in dit verband afzonderlijk door het Bureau Medische Advisering zijn onderzocht. Dit betoog slaagt, de rechtbank had aanleiding moeten zien te oordelen dat rechtzoekende en haar zoon ieder een zelfstandig, van haar man te onderscheiden rechtsbelang hebben.