Aflossen van een schuld geeft geen zwaarwegende omstandigheden bij een resultaatsbeoordeling

De RvR heeft een toevoeging ingetrokken omdat rechtzoekende uit de zaak waarvoor de toevoeging was verstrekt een vordering heeft verkregen die hoger is dan 50% van het heffingvrij vermogen.

De rechtbank heeft dit besluit vernietigd, omdat de Raad zich niet heeft uitgelaten over het betoog van rechtzoekende dat de vordering oninbaar is. Omdat conservatoir derdenbeslag op zijn bezittingen is gelegd, dan wel de vordering gecedeerd is, dan wel een incassoprocedure is gestart of een dagvaarding is uitgebracht, zou dit kunnen leiden tot het aannemen van zwaarwegende omstandigheden.

De Afdeling oordeelt dat het feit dat rechtzoekende zich genoodzaakt voelde schulden af te betalen, er echter niet aan af doet dat hij beschikking heeft gehad over de geldsom, omdat hij deze heeft ontvangen.

De aangevoerde en door de rechtbank aan de vernietiging ten grondslag gelegde omstandigheden deden zich niet voor, zodat er geen grond was voor het oordeel van de rechtbank dat de RvR het beluit onvoldoende had gemotiveerd.