Inkomen van echtgenote terecht in aanmerking genomen, geen duurzaam gescheiden leven
Registratienummer |
201204156/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
11/4928
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Financiële beoordeling
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
Het verzoek van rechtzoekende om de eigen bijdrage op nihil te stellen omdat hij geen zelfstandig inkomen heeft, is terecht afgewezen, omdat het inkomen van rechtzoekendes echtgenote in aanmerking moet worden genomen.
Het betoog dat rechtzoekende duurzaam gescheiden van zijn echtgenote leeft slaagt niet. De echtelijke samenleving tussen rechtzoekende en zijn echtgenote is verbroken, omdat rechtzoekende in Ethiopië woont en zijn echtgenote naar Nederland is gevlucht, alwaar zij asiel heeft verkregen. Onder de omstandigheden dat rechtzoekende een machtiging tot voorlopig verblijf in het kader van gezinshereniging heeft aangevraagd, door zijn echtgenote wordt onderhouden en ernaar streeft om op korte termijn weer met zijn echtgenote herenigd te worden, kan niet van duurzaam gescheiden leven worden gesproken. Nu de echtgenote van rechtzoekende inkomen heeft dat aan hem wordt toegerekend, kan de RvR geen toepassing geven aan de have nots regeling uit art. 6 lid 2 Bebr. Verder kan rechtzoekende niet worden aangemerkt als een persoon aan wie ingevolge art. 6 lid 1 Bebr geen eigen bijdrage wordt opgelegd.