Feitelijke complexiteit bij eergerelateerd geweld bij een omgangsregeling
| Registratienummer |
201109777/1/A2
|
|---|---|
| Hoger beroep tegen |
10/1733
|
| Datum uitspraak | |
| Rechtsgebied |
Extra uren toekennen
|
| Instantie |
Raad van State
|
| Appellant |
Rechtsbijstandverlener
|
| Uitspraak |
Hoger beroep gegrond
|
Essentie
Het verzoek van een advocaat om video-opnamen te maken tijdens de zitting is afgewezen, dit levert geen strijd op met het EVRM of IVBPR.
De Advocaat heeft inzake een verleende toevoeging met betrekking tot een omgangsregeling in het kader van een echtscheiding tweemaal om vergoeding van extra uren verzocht. Het eerste verzoek is buiten behandeling gesteld, het tweede verzoek is afgewezen.
De advocaat betoogt tevergeefs dat de door hem gestelde verwevenheid tussen de echtscheidingszaak en de vreemdelingenzaak van de bij de echtscheidingszaak en de omgangsregeling betrokken man, alsmede de noodzaak de pers in te schakelen, moeten leiden tot vergoeding van extra uren. Op zichzelf is deze verwevenheid geen onbekend verschijnsel en evenmin juridisch gecompliceerd. Inschakelen van de pers valt niet binnen de op de grond van de Leidraad te vergoeden extra uren. Nu echter onweersproken gesteld is dat eergerelateerd geweld een belangrijke factor was bij de omgangsregeling, is vast komen te staan dat er van een bijzonder zaaksverloop sprake is en de zaak feitelijk complex was. De raad dient een nieuw besluit op het gemaakte bezwaar te nemen.