Geen vergoeding voor verhoorbijstand aan meerderjarige verdachte
Registratienummer |
201202631/1/A2
|
---|---|
Hoger beroep tegen |
11/5215
|
Datum uitspraak | |
Rechtsgebied |
Strafzaken niet verdachten
|
Instantie |
Raad van State
|
Appellant |
Rechtzoekende
|
Uitspraak |
Hoger beroep ongegrond
|
Essentie
De RvR (hierna: ‘de Raad’) heeft een toevoeging voor rechtsbijstand die tijdens een politieverhoor is verleend terecht geweigerd. De aanvraag betreft een belang waarvan de behartiging aan rechtzoekende zelf kan worden overgelaten. Volgens beleid van de Raad wordt geen toevoeging verstrekt voor verhoorbijstand, gelet hierop heeft de rechtbank met juistheid overwogen dat de Raad de verhoorbijstand niet als werkzaamheid van substantiële aard hoefde aan te merken.
Uit de rechtspraak van het EHRM kan niet worden afgeleid dat de meerderjarige verdachte recht heeft op bijstand van een advocaat bij het politieverhoor. De rechtbank heeft terecht het door de raad gevoerde beleid terzake niet in strijd geacht met art. 6 EVRM. Dat de advocaat door de politie was uitgenodigd maakt niet dat voor de bijstand een vergoeding dient te worden toegekend.